Ajit Shetty stroomlijnt J&J

Bij Johnson & Johnson (J&J) kan het productieproces beter en het logistieke model rammelt. Ajit Shetty, de voorzitter van Janssen Pharmaceutica, heeft de opdracht gekregen om daar iets aan te doen.

We gaan de activa veel beter benutten”, zegt voormalig Manager van het Jaar Ajit Shetty, die ook verantwoordelijk is geworden voor alle vastgoed van het gezondheidsconcern. De operatie heeft ook heel wat gevolgen voor de Belgische activiteiten van J&J, dat ook het hiv-onderzoeksbedrijf Tibotec-Virco overkoepelt.

J&J was tot voor kort in België actief op veertien plaatsen. Intussen verhuisde het Mechelse Tibotec-Virco al naar de campus in Beerse, het hoofdkwartier van Janssen Pharma. De verkoopdivisie Janssen-Cilag in Berchem volgt binnenkort.

Door de operatie zullen ook de commerciële en administratieve activiteiten van de divisie MD&D (Medical Devices & Diagnostics) in Dilbeek, Sint-Stevens-Woluwe en Waterloo worden samengevoegd op een nader te bepalen plek, zegt Shetty. “Ze moeten wel in Brussel blijven. Je hebt daar alle overheidsdiensten, en we moeten een bedrijfsterrein hebben dat bereikbaar blijft voor wie er nu werkt.” In tegenstelling tot de vestiging in Beerse, die eigendom is van J&J, worden de kantoren in Brussel gehuurd.

Ook de beslissing om een nieuw Europees distributiecentrum voor geneesmiddelen te bouwen in La Louvière, past in de reorganisatie. J&J telt in Europa niet minder dan 23 distributiecentra voor zijn farma-activiteiten. Die wil J&J samenbrengen in één distributiecentrum in La Louvière, aangevuld met drie satellietcentra – Spanje, Italië en Griekenland. Het nieuwe Europese distributiecentrum, dat begin 2012 operationeel moet zijn, komt niet toevallig naar La Louvière. Enkele kilometer verderop, in Courcelles, huist al het Europese distributiecentrum voor MD&D.

“De herstructurering is nog maar pas begonnen, maar moet over twee tot drie jaar afgerond zijn”, zegt Shetty. Dat er wereldwijd nog vestigingen worden samengevoegd, staat buiten kijf.

De operatie heeft betrekking op ruim 40.000 van de bijna 120.000 werknemers van J&J. Het proces geldt dan ook als een topprioriteit in de groep. Shetty kreeg de opdracht van Bill Weldon, de CEO en bestuursvoorzitter van J&J, en rapporteert ook rechtstreeks aan hem. Voortaan moeten de drie divisies voor hun productieapparaat langs Shetty passeren.

Janssen Pharmaceutica schrapte eind vorig jaar al 480 banen in ons land, waardoor er nog zo’n 3600 jobs overblijven. Voor heel J&J zijn er in België nu rond de 5000 medewerkers. Dat de aankondiging van een structuurwijziging zenuwachtigheid veroorzaakt, kan Shetty goed begrijpen. Maar zijn ingrepen zullen nauwelijks impact hebben op het aantal banen, klinkt het. Tot extra banen zal het ook niet onmiddellijk leiden. “Wij kunnen groeien met hetzelfde aantal mensen in productie, omdat we ze meer productief maken.”

Gericht op groeimarkten

Met het opzetten van een meer wendbare infrastructuur wil J&J de groei verder aanzwengelen in de groeimarkten en zich beter wapenen tegen namaak, heet het. Maar Shetty moet met het hertekenen van het logistieke model vooral zorgen dat klanten en leveranciers beter hun weg vinden in de complexe structuur van J&J. De groep heeft drie sterk autonoom opererende divisies, MD&D (medische apparaten en producten als protheses, stents, lenzen), farma (geneesmiddelen op voorschrift) en consumentenproducten (voorschriftvrije geneesmiddelen en consumentenproducten als pleisters en shampoo). Daar-bij komt dat regelmatig producten worden versast van de ene divisie naar de andere. Zo steekt een succesproduct als Imodium, het middel tegen diarree dat werd ontwikkeld door Dr. Paul Janssen maar al lang voorschriftvrij is, deel uit van de afdeling consumentenproducten.

“Hoeveel winst we uit deze stroomlijning zullen halen, weet ik niet, maar je mag toch rekenen op een aanzienlijke reductie van de kosten. Belangrijker is echter dat het voor de klant een betere ervaring wordt”, zegt Shetty. “Onze klanten houden van onze producten, maar niet noodzakelijk van zaken te doen met ons; we zijn immers nogal ingewikkeld”, geeft Shetty toe. “Zo ligt er net achter het hoofdkwartier van Johnson & Johnson in New Brunswick (New Jersey) een ziekenhuis. De CEO zei me: ‘soms krijg ik zeven vrachtwagens van verschillende bedrijven van J&J. Ik werk met heel dunne marges dus hoe eenvoudiger de administratieve rompslomp, hoe beter. Ik wil gewoon goederen op een heel eenvoudige manier aangeleverd krijgen’.”

Late start

Vergeleken met zijn sectorgenoten is J&J laat gestart met de herstructurering, geeft Shetty toe. In Frankrijk en Duitsland werd al wel een aanzet tot een strakkere structuur gegeven. Zo werden de diensten van J&J in Parijs samengebracht in Issy-Les-Moulineaux, net buiten de Parijse ring. In het Duitse Düsseldorf zat de tak consumentenproducten in het stadscentrum, en farma in Neuss aan de overkant van de Rijn. “Je hoeft niet de hoge huur te betalen in het midden van de stad, hoewel sommigen nu zeggen dat J&J in Neuss in een boerengat zit. Dat zullen ze dan ook wel zeggen over Beerse ( lacht).”

Shetty vindt ook dat het logisch is dat na MD&D en farma ook de consumentendivisie zou moeten evalueren of ze haar Europees distributiecentrum in de buurt van de andere twee moet neerpoten. “Het is zinvol om dicht bij MD&D en farma te komen en te kiezen voor een gecoördineerd beleid.” Shetty wil wel absoluut vermijden de indruk te wekken dat hij België zou voortrekken. “Anders gaan ze nog zeggen dat Ajit parochiaal is ( lacht).”

Eerder dit jaar besliste J&J al om meer duidelijkheid te brengen in zijn merkenportefeuille voor geneesmiddelen. Alle farmaproducten dragen voortaan de naam Janssen, nog altijd de meest bekende merknaam voor medicijnen van J&J. Daardoor verdwijnen de namen van andere operationele units, zoals Centocor, Tibotec, Ortho-McNeil en Johnson & Johnson Pharmaceutical. “Natuurlijk waren er daardoor een aantal mensen ongelukkig”, geeft Shetty toe. Ook toekomstige farmabedrijven van J&J zullen de naam Janssen dragen.

Op de werkvloer

Shetty heeft zich intussen vastgebeten in zijn opdracht. “Het is een grote uitdaging en een grote verantwoordelijkheid, maar ik doe het heel graag. Het voelt aan als een hobby, ik werk zelfs door tijdens de verlofdagen. Ik word veel rijker van mijn nieuwe job, in de zin dat ik veel leer over producten waar ik niets van kende. Ik ben altijd heel nieuwsgierig geweest en leer graag.”

“Ik probeer ook zoveel mogelijk uit mijn kantoor te zijn. Mijn job is op de werkvloer.” Zo was Shetty onlangs in het Zweedse Helsingborg, waar J&J de nicotinekauwgom Nicorette produceert. Dat is een van de zogenaamde OTC-producten die J&J midden 2006 kocht van concurrent Pfizer. “De plantmanagers in Helsingborg kwamen met het idee om de kauwgom te gebruiken als toedieningsvorm voor een geneesmiddel omdat die het snelst via de mond kan worden geabsorbeerd. Ik heb het idee meteen doorgespeeld aan de onderzoekers hier in Beerse”, aldus Shettty, die wijst op de opmerkelijke groei van de voormalige Pfizer-producten. Niet alleen Nicorette maar ook Visine voor vermoeide ogen of het mondspoelmiddel Listerine zijn verkooptoppers geworden sinds de overname.

Door bert lauwers

“Onze klanten houden van onze producten, maar niet noodzakelijk van zaken te doen met ons”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content