Afkicken van olie

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

De toetreding van Rusland tot de vrije wereldhandel is niet van willen, het is van moeten. Alleen zo kan het land zijn economie competitiever maken en buitenlandse investeringen aantrekken. De Russische verslaving aan oliedollars is een doodlopend straatje.

Nooit heeft een land zo lang onderhandeld over zijn toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) als Rusland. Het heeft achttien jaar geduurd om een gefaseerde afbouw van invoertarieven en andere handelsbarrières rond te krijgen. Dat het de Russen niet van harte is gegaan, bleek vorige week ook in de Doema, het Russische lagerhuis. Bij de stemming over de ratificering van het toetredingsverdrag waren 238 parlementsleden voor en 208 tegen. De volgende dagen stemt ook het Russische hogerhuis, waarna alleen president Vladimir Poetin zijn handtekening nog moet plaatsen.

De toetreding stuitte niet alleen op tegenstand in de Doema, ook op straat was er protest. Volgens de tegenstanders zal de verlaging van de invoertarieven een vloedgolf van goedkope import op gang brengen, met een ineenstorting van de Russische industrie en landbouw tot gevolg. Dat is overdreven, maar toch ook niet helemaal. De overvloed aan inkomsten uit olie en aardgas heeft grote delen van de Russische economie verstramd. De energiesector leverde zo gemakkelijk geld op dat het niet nodig leek te investeren in andere sectoren. Nu de WTO de grenzen openzet, worden die sectoren blootgesteld aan internationale concurrentie. Veel Russen zullen daar de gevolgen van ondervinden. Bedrijfssluitingen en banenverlies zullen niet uit het nieuws weg te branden zijn.

Doodlopend straatje

Waarom kiest Rusland dan voor die zelfpijniging? Op het eerste gezicht lijkt alles prima. De economie is de voorbije twee jaar telkens gegroeid met een respectabele 4,3 procent, en voor dit en volgend jaar voorspelt het International Monetair Fonds een groei van rond de 4 procent. Na een korte onderbreking door de crisis had de begroting vorig jaar opnieuw een overschot, goed voor 1,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De overheidsschuld bedroeg eind 2011 amper 10 procent van het bbp, en in de koffers van de centrale bank zit een flinke deviezenreserve van 500 miljard dollar.

Maar wie de inkomsten uit olie en aardgas buiten beschouwing laat, krijgt een heel ander beeld. De lopende rekening zou dan bijvoorbeeld een gat van liefst 13 procent van het bbp vertonen en het begrotingstekort zou vorig jaar zijn uitgekomen op 9,6 procent van het bbp. Volgens de Wereldbank zou het tekort dit en volgend jaar de grens van 10 procent bereiken.

Zolang de olie stroomt, hoeven de Russen zich geen zorgen maken, zo lijkt het. Maar het oliemodel stuit op zijn grenzen. Toen Poetin in 1999 de macht overnam van Boris Jelstin, bracht een vat Noordzee-olie zowat 20 dollar op. Door de daaropvolgende verveelvoudiging van de olieprijs kon Poetin tien jaar lang rijkelijk strooien met uitgaven en sociale programma’s. De Russische begroting heeft daardoor een olieprijs van meer dan 100 dollar nodig om uit het rood te blijven. Maar de olieprijs zal niet opnieuw verveelvoudigen, integendeel.

Ook de overschotten op de lopende rekening zullen wegsmelten. De uitvoer van olie en aardgas blijft achter op de invoer van goederen. Door hun energie-inkomsten voelen de Russen zich te rijk om zelf producten te maken, ze kopen ze in het buitenland. Zo investeren ze te weinig in lokale productie, waardoor die veroudert en achterblijft op de internationale concurrentie.

De oliestroom is dus een doodlopend straatje. De Russische economie moet dringend diversifiëren en competitiever worden. Daarom hebben de Russen gekozen voor de WTO, zij het met lange tanden.

Strijden tegen corruptie

Een moderne en competitieve economie heeft een niet te onderschatten voordeel: ze is aantrekkelijk voor buitenlands kapitaal, vooral het soort kapitaal dat het land niet ontvlucht bij de minste onzekerheid. Rusland heeft immers ervaring met muntcrisissen, en die komen niet erg van pas bij de opbouw van een competitieve economie.

Buitenlandse investeringen vragen wel om een aantrekkelijk en rechtszeker ondernemingsklimaat, en dat is niet meteen het sterkste punt van de Russen. Volgens Poetin is dat nog te zacht uitgedrukt. “Om rechtuit te zijn, de corruptie zit nog altijd over heel ons systeem verspreid”, schreef hij begin dit jaar onomwonden in een opiniestuk in de Russische zakenkrant Vedemosti. “De kosten van zakendoen variëren naargelang van je banden met specifieke individuen in de overheidsmachinerie. Onder die voorwaarden sluit een rationele ondernemer een deal met die individuen in plaats van de wet na te leven. Vervolgens probeert hij, met die deal achter de hand, de concurrentie opzij te zetten” (zie kader).

Economisch beleid is niet voldoende om het tij te keren, schreef Poetin verderop in zijn bijdrage. “We moeten de staat zelf transformeren.” Dat is al op het terrein zichtbaar, zo getuigt Christan Leysen, de CEO van Ahlers. De Antwerpse logistieke groep heeft in drie Russische steden in totaal 43.000 vierkante meter aan magazijnen voor opslag en distributie. “Ondanks het lage democratische gehalte van Rusland beschikt de administratie over betere en competentere mensen”, zegt Leysen. “De kwaliteit van de overheid stijgt, al zijn we nog niet waar we moeten zijn.”

Dat zegt ook Bruno Deboutte, directeur Centraal en Oost-Europa van de West-Vlaamse pvc-profielenproducent Deceuninck, die een productievestiging heeft niet ver van Moskou. “Het is geen cowboyland, maar het blijft Rusland”, zegt Deboutte. “Vestig je nooit op een bedrijfsterrein zonder vooraf te checken of je aansluiting hebt op water en elektriciteit. Een aansluiting krijgen is zeer ingewikkeld in Rusland.” Een goed lokaal management helpt veel. “De CEO is een Duitser die al heel lang in Rusland woont”, zegt Deboutte. “Hij heeft een sterk team van Russen om zich heen gebouwd, dat de weg kent bij de overheid.”

Extra groei

Door de WTO-regels zal de overheid zich minder kunnen permitteren. “Het land zal niet meer zo autocratisch kunnen optreden als vroeger”, zegt Rusland-specialist en economieprofessor Koen Schoors. “De buitenlandse investeerders zullen dat afdwingen en dat is goed voor de economie.”

De Wereldbank heeft berekend dat het WTO-lidmaatschap op termijn zal leiden tot een jaarlijkse extra groei van 11 procent voor Rusland. “Slechts een tiende van die extra groei zal komen van de stijgende handel via de lagere invoertarieven”, zegt Schoors. “Het leeuwendeel zal afkomstig zijn van productiviteitsgroei. Onder de gestegen concurrentiedruk gaan de slechte bedrijven eruit en worden de goede sterker. De buitenlandse bedrijven zullen niet meestappen in de corruptie. Ze zullen nieuwe technieken introduceren en kwaliteit eisen van hun leveranciers. Zulke effecten verspreiden zich door de hele economie.”

JOZEF VANGELDER

Door hun energie-inkomsten voelen de Russen zich te rijk om zelf producten te maken, ze kopen ze in het buitenland. Zo investeren ze te weinig in lokale productie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content