Accountants en revisoren begraven de strijdbijl

TOM MEULEMAN "We leggen elkaar geen strobreed meer in de weg. Elk heeft zijn wettelijke bevoegdheden." © K.Van der Biest

De accountants en de bedrijfsrevisoren probeerden jarenlang de wettelijk opgelegde opdrachten van elkaar af te snoepen. Een nieuw protocolakkoord lijnt hun bevoegdheden af. Ze werken ook aan gemeenschappelijke auditprocedures.

De concurrentiestrijd tussen de accountants en de bedrijfsrevisoren laaide enkele jaren geleden op. Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) deed een poging om de wettelijke opdrachten van de accountants in te palmen voor haar leden. Accountants aasden dan weer op de audits, die de wet voor de bedrijfsrevisoren reserveerde. “Er was een open oorlog”, zegt Bart Van Coile, de voorzitter van het Instituut voor de Belastingadviseurs en de Accountants. “Maar we hebben de strijdbijl begraven.” IBR-voorzitter en partner bij PwC Tom Meuleman bevestigt dat: “We leggen elkaar geen strobreed meer in de weg. Elk heeft zijn wettelijke bevoegdheden. We zullen die wederzijds respecteren.”

Wij zijn de klokkenluiders, die de insolvabiliteit van ondernemingen aankaarten’ Bart Van Coile, Instituut voor de Belastingadviseurs en de Accountants

Elk zijn ding

De tweespalt tussen de bedrijfsrevisoren en de accountants bereikte vier jaar geleden een hoogtepunt, toen het erop leek dat het Instituut der Bedrijfsrevisoren de International Standards on Auditing (ISA) wilde uitbreiden naar alle audits, ook de vrijwillige, die vooral door accountants worden uitgevoerd, op verzoek van een onderneming. Die uitbreiding was onaanvaardbaar voor de beroepsverenigingen van de accountants en belastingadviseurs, ook al omdat de ISA-procedures veel te omslachtig en te duur zijn voor kmo’s. Beide organisaties zijn vorig jaar na een overgangsperiode gefuseerd tot het Instituut voor de Belastingadviseurs en de Accountants, (ITAA), met 14.500 leden.

We wijzen soms met het vingertje als het al te laat is’ Tom Meuleman, Instituut van de Bedrijfsrevisoren

Het ITAA en het IBR sloten vorig jaar een protocolakkoord, waarin ze plechtig verklaren elkaars wettelijke taken te respecteren. “We wilden de overeenkomst bekendmaken op een gezamenlijke bijeenkomst, maar de coronamaatregelen maakten dat soort manifestaties onmogelijk”, aldus Bart Van Coile.

De bedrijfsrevisoren zullen focussen op de 25.000 commissarismandaten en hun eigen wettelijke opdrachten. “Ze mogen voor andere bedrijven wel de boekhouding voeren, fiscaal advies geven of vrijwillige audits doen, maar dat is niet de hoofdbrok van onze activiteit”, legt Meuleman uit.

De accountants en de belastingadviseurs leggen zich toe op die drie activiteiten en hun specifieke wettelijke opdrachten. De vrijwillige audits gebeuren volgens kwaliteitsnormen die het IBR en het ITAA samen hebben uitgewerkt. “Ze zijn geschreven op de maat van onze kmo’s”, aldus Meuleman. Momenteel werken beide organisaties ook aan gemeenschappelijke procedures voor een aantal nieuwe taken die ze hebben gekregen door het nieuwe Wetboek Vennootschappen, zoals de doorlichting bij een fusie of een splitsing.

Krachten bundelen

Beide organisaties huren samen een kantoor in de Brusselse Jacqmainlaan en zullen op termijn verhuizen naar een gerenoveerd Proximus-complex in de Strostraat. Ze werken ook aan voorstellen om de gevolgen van de coronacrisis te temperen, die ze zullen voorleggen aan de regering.

De cijferberoepen liggen bijvoorbeeld mee aan de basis van het voorstel om de procedure van de gerechtelijke reorganisatie te versoepelen. “Die procedure is nu veel te formalistisch”, stelt Van Coile. Een onderneming die de gerechtelijke reorganisatie wil laten opstarten, moet eerst een door de accountant of bedrijfsrevisor opgesteld herstelplan neerleggen. Er wordt snelsnel iets op papier gezet, om tijd te winnen voor het bedrijf in moeilijkheden. Wij hebben voorgesteld om het mogelijk te maken dat dat herstelplan ook na de start van de procedure nog kan worden voorgelegd aan de rechtbank.”

Van Coile wil het insolventierecht verder aanpassen: “Het collectieve akkoord over het herstelplan wordt soms bemoeilijkt omdat een meerderheid van de schuldenaars niet akkoord gaat, uit vrees dat ze bij een mislukte herstructurering meegezogen worden in de problemen.” Daarom legden de accountants en bedrijfsrevisoren het plan op tafel om de overname van de schulden door een overheidsinstelling mogelijk te maken. Bij een geslaagde doorstart moet het bedrijf dat bedrag dan terugbetalen. “Daardoor verloopt een gerechtelijke reorganisatie vlotter en wordt het sneeuwbaleffect van bedrijven in financiële moeilijkheden vermeden”, oordeelt Van Coile.

Meuleman: “Revisoren zijn verplicht bij de jaarlijkse controle de raad van bestuur in te lichten als de continuïteit van een onderneming in gevaar dreigt te komen. Die moet binnen een maand met een herstelplan komen. We wijzen soms met het vingertje als het al te laat is. Onze waarschuwing wordt dan een selffulfilling prophecy. Een gewijzigde insolventiewetgeving moet bedrijven de mogelijkheid geven om veel vroeger aan hun problemen te werken.”

Boeken neerleggen

Ook accountants hebben de plicht hun klanten zo vroeg mogelijk op financiële problemen te wijzen. Dan kunnen ze eventueel mee een doorstart organiseren. Ze moeten hun klanten ook aansporen om tijdig de boeken neer te leggen. Het foutief voortzetten van een onderneming in moeilijkheden of wrongfull trading maakt bestuurders aansprakelijk voor het passief van een failliet bedrijf.

Een gezamenlijke aanbeveling adviseert de accountants en de bedrijfsrevisoren zelfs naar de rechtbank te stappen als de continuïteit van een bedrijf in het geding is en er geen werkbaar herstelplan is. Van Coile: “Wij zijn dus de klokkenluiders, die de insolvabiliteit van ondernemingen aankaarten, zodat het gerecht kan optreden en hen uit het economische verkeer haalt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content