9/11 in een roman: extreem ambitieus & ongelooflijk gefaald

In ‘Extreem luid & ongelooflijk dichtbij’ volgt Jonathan Safran Foer een knaap wiens vader omkwam bij de aanslag op het World Trade Center op 11 september 2001. Een ambitieuze roman, maar ook een grootse?

Jonathan Safran Foer, Extreem luid & ongelooflijk dichtbij. Anthos/Manteau, 346 blz., 19,95 euro.

Zelfs een jaar later had ik met bepaalde dingen nog extreem veel moeite, zoals onder de douche gaan, gek genoeg, en in een lift stappen, uiteraard. Er waren heel veel dingen waarvan ik in paniek raakte, zoals hangbruggen, bacillen, vliegtuigen, vuurwerk, Arabieren in de metro (ook al was ik geen racist), Arabieren in restaurants, cafés en andere openbare gelegenheden.” Echt vreemd zijn die fobieën niet voor de tienjarige Oskar Schell. Zijn vader kwam om bij de aanslag op het World Trade Center op 11 september 2001. Oskar, een hoogbegaafde maar emotioneel ontwrichte knaap, is het hoofdpersonage in Extreem luid & ongelooflijk dichtbij, de tweede roman van de Amerikaan Jonathan Safran Foer (1977). Van zijn debuutroman Alles is verlicht (2002) werden al 50.000 Nederlandstalige versies verkocht. Nog meer verkopen met zijn tweede wordt moeilijk.

Moeten wij helpen om de lezer te overtuigen? Liever niet, deel ons maar in bij het ongetwijfeld kleine kamp dat het tweede boek van Foer niet spontaan onthaalt op een instant zaligverklaring. Toegegeven, Foer creëert onvergetelijke personages, charmeert geregeld met stilistische acrobatie, bereikt zelfs een kundig evenwicht tussen pathos en ontroering en jongleert ook nog met literaire, historische en politieke knipogen. Maar hij vindt ook keer op keer het warm water weer uit. Met zijn jeugdige branie verliest hij zich in loze experimenten, die al gauw als déjà vu overkomen. Het nieuwe blijkt belegen en – vooral – het wordt te kwistig, te hijgerig, te betekenisloos aangewend. Zelfs de experimentele vormgeving, met een nukkige bladspiegel en foto’s op de koop toe, is een revolutie die opa al volbracht.

Met dit materiaal (en een beetje meer geduld en inspanning, allicht) had Foer een grootse klassieke roman kunnen scheppen. Nu heet het dat hij de roman kneedt op het hedendaagse, nerveuze ritme van het websurfen, zeg maar googelen. Het denken en handelen van zijn jonge protagonist is zelfs de personificatie van een zoektocht op internet: veelzijdig, aalvlug, onverschrokken, steevast een mening paraat, maar zonder waardevast anker. Al gauw doet een richtsnoer er ook niet meer toe, het gaat om het zoeken. Mooi, zeker als thema voor een roman, maar Foers trucjes zijn te gemakzuchtig.

Rode draad is een sleutel van de vader, die Oskar vindt in een vaas. Hij zwerft door New York, op zoek naar het juiste slot. De wat sprookjesachtige Oskar, losgelagen in een ontredderde wereld, herinnert aan de Oskar in De blikken trommel van Günter Grass, die ook ontredderd geraakt door de opkomst van de nazi’s en de oorlog. De verwijzing wordt nog groter, omdat de groot-ouders van Foers Oskar Duitsers zijn én omdat het bombardement op Dresden op 13 februari 1945 een cruciale rol speelt. Al die linken en referenties verraden de torenhoge ambitie van Foer. Mooi, maar de invulling is te zwak.

Luc De Decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content