Door het coronavirus lijkt het Rafaëljaar, 500 jaar na zijn dood, wat een valse start te kennen. Deze week opent in Rome de meest prestigieuze Rafael-expo in de Scuderie del Quirinale met een honderdtal werken van de meester. Er is al commotie, want het bruikleencomité van het Uffizi Museum in Florence stapte op, omdat het museum – tegen zijn advies in -toch Rafaëls portret van paus Leo X uitleent aan de Romeinse tentoonstelling. Een principekwestie na de restauratie van het werk, maar ook een interne strijd tussen Florence en Rome, de twee Italiaanse steden waar Rafaël kunstgeschiedenis schreef. In de Sixtijnse Kapel in Vaticaanstad was onlangs al de set van tien wandtapijten te zien, die Rafaël ontwierp en die zijn gemaakt in het Brusselse atelier van tapijtwever Pieter van Aelst.
Samen met Michelangelo en Leonardo Da Vinci is Rafaël het summum van de Italiaanse hoogrenaissance. Zijn genie zit niet alleen in zijn schilderijen en zijn fresco’s, hij was ook een slimme zakenman die zijn atelier op volle toeren deed draaien. Al vroeg besliste hij niet de uitvoerder te zijn van alle werken die het atelier verlieten. Hij was ook actief als architect en ontwerper en liet prenten drukken van zijn kunstwerken, zodat zijn naam overal in Europa resoneerde. Wie niet in Rome geraakt, kan in het najaar naar een grote Rafael-show in de Londense National Gallery.
Rafaël, van 5 maart tot 2 juni in de Scuderie del Quirinale in Rome
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier