10 tips om uw spaargeld te laten renderen

Met een basisrente van 1,5 % heeft het spaarboekje stilaan meer weg van een verroest spaarvarkentje. Dan maar alles uitgeven? Dat hoeft niet. Trends toont hoe u het onderste uit de kan kunt halen.

Uw spaarboekje is risicovrij, biedt een fiscaal voordeel (vrijstelling van de roerende voorheffing van 15 % tot 1500 euro aan interesten per jaar) en is praktisch, maar stilaan begint het er uit te zien als een verroest spaarvarkentje. De vier grote banken ( Fortis, Dexia, KBC en ING) – samen goed voor driekwart van de 18 miljoen boekjes – hebben hun basisrente teruggeschroefd van 1,75 naar 1,5 %. Een povere opbrengst, waaraan we weliswaar nog de getrouwheidspremie en de aangroeipremie moeten toevoegen, maar die toch maar net de inflatie van 1 % dekt. Gedaan dus met de formule 2 % + 2 %.

Wat nu? “Besteden,” zeggen sommigen. Of: “Zoek een beter spaarboekje dan het boekje van je bank.” Dat is een mogelijkheid. Op onze website (www.trends.be) vindt u de tarieven van de spaarboekjes die in België in omloop zijn.

Voor wie huivert bij het vooruitzicht om al zijn spaargeld op een spaarboekje te plaatsen, hebben we hieronder de belangrijkste beleggingsmogelijkheden op de Belgische markt op een rijtje gezet.

1. De Orange-rekening bij ING Direct France

Hoe kunt u tot het einde van het jaar 5 % bruto (4,25 % netto) halen? Door een Orange-rekening te openen bij ING Direct France. Hoe dan wel? Een eerste voorwaarde is dat u een rekening-courant opent bij een bank in Frankrijk. Dat kan BNP Paribas zijn of de Société Générale, dat doet er niet toe, als de bankinstelling maar gevestigd is in Frankrijk. Daarna gaat u gewoon naar de site van ING – www.ingdirect.fr – en downloadt het formulier om een rekening te openen. U vult het in en stuurt het terug naar ING Direct, die dan meteen voor u een Orange-rekening opent. U moet dan vóór eind juli uw spaargeld op die rekening storten om te kunnen genieten van het aanbod dat op 1 juni gelanceerd werd voor elke storting tot 15.000 euro. Daarboven bedraagt de opbrengst 3,6 % bruto (3,06 % netto). Daarna moet u alleen nog uw rekening voeden vanuit uw rekening bij uw Franse bank.

En de belastingen? Als buitenlands ingezetene zijn uw interesten in Frankrijk vrijgesteld van de roerende voorheffing (25 %). Wel krijgt u van ING Direct een fiscaal attest om toe te voegen aan uw belastingaangifte, zodat u de roerende voorheffing kunt betalen in 2004.

2. Overheidsobligaties van rijke landen

Een Belgische staatsobligatie op vijf jaar brengt op dit ogenblik minder dan 2,5 % netto op. Alleen de obligaties op lange termijn zijn nog enigszins interessant. Maar zelfs op tien jaar brengt een Belgische staatslening nog amper een brutojaarinterest van 3,8 % op. Toegegeven, met zo’n belegging bent u voor tien jaar gerust, maar mochten de interesten stijgen, dan zou die lange termijn wel eens in uw nadeel kunnen spelen. Ofwel mist u dan de kans om al die jaren een hogere interest te genieten, ofwel levert u uw obligatie met zwaar verlies in. Hoe meer de interesten stijgen, hoe groter uw verlies.

Onze raad: een belegger die in de eerste plaats zijn spaargeld wil beschermen, moet kiezen voor obligaties in de munt waarin hij ook zijn uitgaven doet. In ons geval is dat de euro.

3 en 4. Kasbons en verzekeringsbons

De bruto-interesten van de kasbons op één jaar vegeteren tussen 1,5 en 1,75 %. Voor de bons met een looptijd van drie, vijf en zeven jaar liggen de rendementen respectievelijk rond 2, 2,7 of 3 % gemiddeld. Als het over interesten gaat, zijn de middelgrote bankinstellingen doorgaans beduidend guller.

Hoe dan ook, de huidige tarieven zijn allesbehalve aanlokkelijk. Hoed u bovendien voor te lange looptijden, anders mist u een mogelijke heropleving op middellange termijn. Op de korte termijn zouden de interesten nog verder kunnen inkrimpen, wat ertoe kan leiden dat de spaarders hun kasbons op één jaar aanhouden. Geef daarom, bij gebrek aan beter, de voorkeur aan de middellange termijn (drie jaar) of aan bons die wat uit de band springen, zoals de klimmersbons (interesten die van jaar tot jaar groter worden).

Vergeet ook niet dat kasbons aan toonder uitgeschreven kunnen worden. Dat is een fiscale troef (anonimiteit) die niet geldt voor de verzekeringsbons (die verplicht op naam zijn, door een levensverzekeringscontract). Qua rendement zijn de kasbons en de verzekeringsbons evenwaardig, maar met de verzekeringsbons kunt u ontsnappen aan de roerende voorheffing van 15 %. Dan moet de looptijd wel minstens acht jaar en een dag bedragen of er moet een overlijdensdekking zijn voor 130 % van de oorspronkelijke inbreng.

5. Levensverzekering Tak 21

Tak 21 omvat de levensverzekeringsproducten met een gegarandeerd rendement. Enige nuancering is hier op zijn plaats. U hebt twee mogelijkheden.

a. de basisrente wordt gegarandeerd tot de einddatum van het levensverzekeringscontract. Dit soort verzekering wordt gekenmerkt door hoge inlegkosten (soms tot 20 % van de gestorte premies), de mogelijkheid om er andere dekkingen aan te hechten (overlijden, ziekte, ongeval) en de lage rendementen, die de fiscale administratie door haar gulheid echter aanzienlijk optrekt. Omdat dit type van levensverzekering gericht is op de heel lange termijn (tot de pensioenleeftijd) staat de fiscus immers toe dat de onderschrijver elk jaar 30 tot 40 % van de gestorte premies recupereert in de vorm van een belastingkrediet. De keerzijde van de medaille is dat het kapitaal op de vervaldatum belast wordt tegen 10 %, ook al trekt u de premies gedurende de hele looptijd van het contract slechts één keer af.

b. het rendement wordt slechts gegarandeerd op de gestorte premies, niet op de toekomstige premies. We zitten dan in het stelsel van de flexibele levensverzekeringscontracten ( universal life in het jargon) met contracten zoals First ( Omob), Crest ( Axa), Diamond Invest ( Federale Verzekeringen) en Afer ( Afer Europe). Met andere woorden: bij de flexibele formule wordt het rendement dat aangegeven wordt bij de inschrijving niet gewaarborgd. De verzekeraar kan de rentevoet naar believen wijzigen.

Op dit ogenblik bedraagt het gewaarborgd rendement zowel voor de flexibele als de klassieke formule 3,25 % (het wettelijk maximum is 3,75 %). Daarbij komt nog een jaarlijkse winstdeelname (die op dit ogenblik verdacht dicht bij het nulpunt ligt). Axa kondigde enkele weken geleden echter aan dat het de basisrente terugbracht op 2,75 %, en dat heeft inmiddels navolging gevonden. Op dit ogenblik moet de voorkeur gaan naar de flexibele levensverzekering, omdat daar het rendement minder aangetast wordt door de kosten (tussen 4 en 6 % van de gestorte premies) en omdat de investeringsfilosofie van dergelijke beleggingen meer toegespitst is op sparen op de middellange termijn (vijf tot tien jaar).

6. Vastgoed

Bij Argenta is de interest voor een hypotheeklening op twintig jaar met vijfjaarlijkse herziening teruggevallen tot 3,85 %. Voor de eerste tien jaar werd de interest teruggeschroefd naar 4,25 % en voor twintig jaar zonder herziening bedraagt hij nog 5,2 %. Het is door die lage interestvoeten dat de prijzen van de huizen relatief hoog blijven. Dat geldt echter niet voor de dure, grote woningen (vanaf 250.000 euro). Daarvan staan de prijzen tegenwoordig onder druk.

De aankoop van dure huizen wordt doorgaans deels gefinancierd met eigen middelen. Maar dat roerend patrimonium is gedeeltelijk platgewalst door de beurscrisis. Bovendien bestaat het risico van een overaanbod van grote huizen die eigendom zijn van babyboomers wier kinderen het huis uit zijn. Die eigenaars gaan dan vaak op zoek naar een comfortabel appartement in de stad. Stadswoningen vormen dan ook een interessante categorie om in te investeren. Beleggen in vastgoed heeft echter ook een aantal nadelen. Zo is het niet bepaald een liquide belegging en moet u over een aanzienlijk kapitaal beschikken om de risico’s voldoende te kunnen spreiden.

En hoe zit het met het papieren vastgoed? Op Euronext Brussel staan heel wat vastgoedbedrijven genoteerd waarin u zelfs voor een miniem bedrag kunt participeren. Dat geldt zowel voor de vastgoedbeveks als voor de vennootschappen zonder speciaal statuut. Ze bieden over het algemeen een dividendrendement van 7 à 8 %, wat vergeleken bij effecten met een vast rendement aantrekkelijk kan lijken. In het huidige economische klimaat moeten die vennootschappen natuurlijk rekening houden met het gevaar op leegstand van hun goederen en vooral met het risico dat de huurprijzen onder druk komen te staan. De marge lijkt evenwel voldoende groot.

Zoals op elke markt dienen zich ook hier interessante aankoopmogelijkheden aan. Neem bijvoorbeeld Immobel, dat gecontroleerd wordt door de Franse nutsgroep Suez (30 %). Suez wil dringend zijn schulden afbouwen en is daarom van plan een deel van zijn activa van de hand te doen. De jongste jaren werd Immobel opgemaakt om in de etalage te zetten. Als die operatie doorgaat, zal de reële waarde van de vastgoedmaatschappij aan het licht komen. Voorzichtige schattingen gewagen van een minimale intrinsieke waarde van 50 euro, terwijl de huidige beurskoers rond 40 euro schommelt (opgepast: dat is vóór de cashuitkering van 9,86 euro).

7. Goud en aandelen in goudmijnen

Goud biedt bescherming tegen de inflatie, maar ook bij een lage intereststand is goud het overwegen waard. Als de coupons niet veel meer opleveren, is het goedkoper om een positie in goud aan te houden en dat zou de vraag en de prijs moeten aanzwengelen. Goud vormt ook letterlijk en figuurlijk een stabiel alternatief voor de papieren effecten van het financiële systeem. Het vertrouwen in de wereld van de papieren effecten is duidelijk afgenomen en dat verklaart de hernieuwde belangstelling voor goud en de stijgende vraag naar het gele metaal.

Beleggen in goudmijnen kan ook een alternatief zijn, maar dan gaat het om aandelen en bent u natuurlijk blootgesteld aan de specifieke risico’s van die bepaalde onderneming. Bovendien schommelen de koersen van de goudmijnaandelen sterker dan die van het goud zelf. Een kleine fysieke positie in goud kan wel een oordeelkundige diversificatie vormen, die u moet bekijken als een verzekering tegen een mogelijke catastrofe in de economische en financiële wereld. Een bijkomende investering in goudmijnen kan u bijvoorbeeld plaatsen bij het gespecialiseerde fonds van Merrill Lynch ( IIF World Gold Fund) dat van ons zusterblad Cash! een prijs kreeg voor het beste goudmijnfonds op één jaar en drie jaar.

8. Obligaties met hoog rendement (high yield)

Met obligaties die uitgegeven worden door ondernemingen kunt u een veel hogere vergoeding krijgen, terwijl het risico beduidend lager ligt dan wanneer u aandelen van dezelfde onderneming zou kopen. Zolang de economie blijft slabakken, zonder te vervallen in een dramatische malaise, kunnen hoogrenderende obligaties een aantrekkelijk alternatief voor aandelen vormen. Wij raden u aan om hier, meer nog dan bij overheidsobligaties, uw belegging te spreiden over een groot aantal verschillende obligaties. Beleggingsfondsen bieden hier een geschikte oplossing. Bijna alle financiële instellingen bieden een fonds aan dat belegt in hoogrenderende obligaties. Dexia Bonds International kreeg de Cash! Award voor het beste obligatiefonds in 2002.

Hoe interessant zo’n belegging wel is, kunnen we met een voorbeeld illustreren. Midden mei gaf Delhaize een euro-obligatie uit die vervalt in 2008 en met een coupon van 8 % (!). Delhaize beschikt over een zwakke solvabiliteitsratio, maar toch zijn maar weinig analisten van oordeel dat Delhaize zijn schulden niet zal kunnen terugbetalen. In die optiek vormt zo’n belegging nog steeds een uitstekende zaak.

9. Levensverzekeringen van Tak 23

Wanneer de levensverzekering gekoppeld wordt aan beleggingsfondsen van welke aard ook (obligaties, aandelen, vastgoed enzovoort), vallen ze onder de zogenaamde Tak 23. De levensverzekering is er dan nog alleen voor de vorm: wie zo’n contract onderschrijft, moet beseffen dat hij met een voet de beurs binnenstapt. In tegenstelling tot de levensverzekeringen onder Tak 21 hebben de fondsen onder Tak 23 geen enkele resultaatgarantie.

In principe lijken de levensverzekeringen van Tak 23 als twee druppels water op een bevek, ook wat de instapkosten betreft (tussen 2 en 6 %). Toch zijn er enkele opmerkelijke verschillen: geen taks op de beurstransacties, geen belasting bij materiële levering, geen voorheffing op de eventuele meerwaarde die de fondsen zouden realiseren. Op dit ogenblik lijken alleen de Tak 23-fondsen die een gegarandeerd kapitaal opleveren en vooral belegd hebben in aandelen (meer dan in obligaties) bij de spaarders in de smaak te vallen. De aandelenfondsen zelf lijken er ook weer bovenop te komen. Als het aan ons ligt, geven we de voorkeur aan gemengde fondsen met 40 % aandelen en 60 % obligaties.

10. Aandelen

Sinds midden maart is de Bel20 al met 40 % gestegen. Dat wil wat zeggen voor een index die bestaat uit aandelen voor “goede huisvaders”. Onder de meer speculatieve effecten zijn een verdubbeling of zelfs een verdrievoudiging van de koersen niet uitzonderlijk. Om maar te zeggen: aandelen bieden alles bij elkaar nog de grootste winstvooruitzichten, op voorwaarde dat uw timing klopt. Ondanks de enorme koersstijging van de jongste maanden heeft de beurs uiteindelijk slechts de instorting aan het begin van het jaar kunnen goedmaken. Alleen als u op het hoogtepunt gekocht hebt en tegen de laagste koers verkocht, hebt u nu het nakijken.

In deze woelige economische tijden is het noodzakelijk om het hoofd koel te houden en is een zekere ervaring als belegger nooit weg. Met een correcte timing kunt u voordeel halen uit de grote koersschommelingen. Met overleg en ervaring is een winst van 5 % in enkele maanden tijd geen onhaalbare doelstelling. Met een spaarboekje heeft een spaarder grosso modo drie jaar nodig om dezelfde opbrengst te halen.

De wispelturigheid van de koersen kan natuurlijk ook in uw nadeel spelen. U moet daarom een actieve strategie volgen en geen genoegen nemen met louter aankopen en afwachten. Om de risico’s te beperken, raden we u aan om de voorkeur te geven aan goedkope acties. Kies dus voor aandelen of aandelenmarkten die een relatief lage koers-winstverhouding en solide fundamentals vertonen. De beurs van Brussel is dan een van de meest aantrekkelijke markten.

Een goed voorbeeld is de holding Solvac. Via het aandeel met verlaagde voorheffing investeert u rechtstreeks in de grote Belgische groep Solvay en krijgt u ook nog een nettorendement van meer dan 4 % voorgeschoteld. U kunt ook kiezen voor een fonds zoals Osiris High Yield van Bank Degroof, een fonds dat belegt in aandelen met hoog dividend in België. Ook dat fonds kreeg overigens een Cash! Award voor zijn uitstekende prestaties in 2002.

eXtra informatie op www.trends.be

Een overzicht van de rentetarieven voor de meeste spaarboekjes die in België in omloop zijn.

Jan Reyns / Sebastien Buron / François Mathieu

TIP 1

Open een Orange-rekening bij ING Direct France.

TIP 2

De belegger die zijn spaargeld wil beschermen, kiest best voor obligaties in de munt waarin hij ook zijn uitgaven doet.

TIP 3

De interesten op kasbons van de middelgrote bankinstellingen zijn doorgaans beduidend hoger dan die van de grootbanken.

TIP 4

Geef de voorkeur aan bons op de middellange termijn (drie jaar) of aan bons die wat uit de band springen, zoals de klimmersbons.

TIP 5

Op dit ogenblik moet de voorkeur gaan naar de flexibele levensverzekering, omdat daar het rendement minder aangetast wordt door de kosten.

TIP 6

Stadswoningen vormen een interessante vastgoedcategorie om in te investeren.

TIP 7

Een kleine positie in goud moet u bekijken als een verzekering tegen een mogelijke catastrofe in de economische en financiële wereld.

TIP 8

Zolang de economie blijft slabakken, kunnen hoogrenderende bedrijfsobligaties een aantrekkelijk alternatief voor aandelen zijn.

TIP 9

In Tak 23 moet u de voorkeur geven aan gemengde fondsen die voor 40 % in aandelen en voor 60 % in obligaties beleggen.

TIP 10

Kies voor aandelen of aandelenmarkten die een relatief lage koers-winstverhouding en solide fundamentals vertonen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content