Lessen van rasondernemer Willy Naessens: ‘Als je rijk wilt worden, moet je veel mensen kennen’

WILLY NAESSENS "Mijn werk is ervoor te zorgen dat de bedrijven onderling goed overeenkomen." © JONAS LAMPENS
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Willy Naessens zet zijn privéleven zonder schroom in de kijker, met één doel: gratis publiciteit winnen voor de uitdijende bedrijvengroep die zijn naam draagt. Maar weg van de schijnwerpers bereidt Naessens vooral de toekomst van het familiale bouwimperium voor.

Sommige topondernemers bespelen de media als de beste. Marc Coucke doet het achteloos. Willy Naessens doet het doelbewust, met ludieke en mediagenieke fratsen in televisieprogramma’s zoals The Sky is the Limit. Dat doet hij al dan niet in tandem met zijn vrouw Marie-Jeanne, die een moeilijk te overschatten rol speelt in de regie van het leven van de 82-jarige Naessens. Dat hij ten bate van de goede commerciële zaak graag zijn bezittingen etaleert, trekt de aandacht weg van het professionele pad dat Naessens heeft bewandeld. Dat liep lang niet alleen over rozen. “De mensen vergeten gemakkelijk de voorgeschiedenis”, stelt Naessens. Zo zag de geboren Oost-Vlaming als jonge ondernemer zwarte sneeuw, flirtte hij begin jaren tachtig met het faillissement en werd hij in de jaren negentig meermaals hard getroffen door lymfeklierkanker. “Ik was er zeker van dat het met mij gedaan was”, zei Naessens daarover ooit al in Trends.

Zolang ik leef, verkoop ik niet. Ik heb enkele maanden geleden een bod gehad van een zeer groot bedrijf. Ik heb geweigerd

Waaruit bestaat Willy Naessens Group vandaag?

WILLY NAESSENS. “We tellen een veertigtal vennootschappen, met 21 fabrieken. Samen zijn ze goed voor een omzet van 640 miljoen euro en meer dan 2.000 werknemers. Elk bedrijf wordt geleid door een algemeen directeur. Alleen als er abnormale dingen gebeuren, mogen ze bellen en komen we helpen. Om de drie maanden moeten ze verantwoording afleggen en bespreken we de resultaten in het directiecomité. Daarboven staat een raad van bestuur, waarvan ik de voorzitter ben. Daarin zit ook mijn CEO, Dirk Deroose, Marie-Jeanne, mijn zoon Sem en dochter Veerle, en mijn schoonzoon Filip Van Hautegem. Tot voor enkele maanden zaten er twee externen bij.”

Wie zit er naast de familie nog in het aandelenkapitaal?

NAESSENS. “Alleen Dirk Deroose. Hij heeft 4 à 4,5 procent.”

Hoe ziet u de toekomst?

NAESSENS. “Ik heb ervoor gezorgd dat er na mij geen ruzie kan zijn. Ik had tegen mijn kinderen gezegd: ‘Jullie hebben twee jaar de tijd om overeen te komen.’ En ze zijn overeengekomen. Daarna heb ik gevraagd: ‘Wat als na mij de ene wil verkopen en de andere niet?’ Ik heb zelf de oplossing gegeven: de ander heeft altijd het recht van voorkoop, en wie wil verkopen, kan maximaal 1 procent per jaar van de hand doen. Diegene die verkoopt, kan met dat ene procent heel goed leven, en de andere kan dat betalen. De ene kan de andere dus niet doen bloeden. Ik vind dat een goed systeem. Ik kan het aanraden aan iedereen met een opvolgingsprobleem. Er is nog een voorwaarde: zolang ik leef, kan ik aandelen kopen, verkopen of verschuiven. Dat is een goede stok achter de deur. Maar voorspellen wat na mijn dood gebeurt, is uiteraard onmogelijk. Je leeft ook een beetje bij de goesting van je partner. Daarmee bedoel ik dat de aangetrouwden ook op iets kunnen aandringen. Ik weet niet wat mijn schoondochter en schoonzoon zullen doen.”

Toen ik als berooide jonge ondernemer naar samenkomsten van verenigingen ging, wilde niemand met mij praten. Ik was dat ventje dat tot aan de nek in de schulden zat. Dat ben ik nooit vergeten

Vreest u dan dat het bedrijf toch wordt verkocht?

NAESSENS. “Zolang ik leef, verkoop ik niet. Ik heb enkele maanden geleden een bod gehad van een zeer groot bedrijf. Ik heb geweigerd. Maar stel dat mijn kinderen een bedrijf willen overnemen dat bijna even groot is als het onze, en ze daarvoor extern kapitaal nodig hebben, dan zou ik daar niet tegen zijn. Een externe die er als minderheidsaandeelhouder bij komt: als dat nodig is om zot te groeien, kan het zeker.”

Hebt u ooit gedacht aan een beursgang?

NAESSENS. “Een tiental jaar geleden. Ik kreeg de kans om mee te gaan met Montea. Ze hadden iemand nodig met een vastgoedportefeuille. We zouden onze eigendommen hebben samengesmolten. Ik heb eraan getwijfeld. Als ik het gedaan had, was dat goed geweest. Montea heeft sindsdien al serieus wat meerwaarde gecreëerd via de beurs.”

U hebt daarover spijt?

NAESSENS. “Als we het gedaan hadden, was het misschien beter geweest. Maar we hebben het niet gedaan. Dan moet je geen spijt hebben. We zijn tevreden met wat we hebben.”

U bent meermaals ernstig ziek geweest. Is de Willy Naessens van voor de ziekte anders dan die van erna?

NAESSENS. “Daar moet je niet aan twijfelen. Toen ik terugkwam na die ziekte, genoot ik van het leven. Ik zag het gras groeien, hoorde de vogeltjes fluiten en zag de bomen groeien. Alles was ook geregeld en niemand van de klanten heeft ooit geklaagd. Sindsdien hoef ik me dus niet meer op te jagen. Als ik morgen onbekwaam ben door een ongeval, een ziekte of dementie, blijft alles draaien. Het enige nadeel was toen dat ik van niets meer wist. Ze moesten het me allemaal weer vertellen.”

Weet u nu wel alles?

NAESSENS. “Van de grote contracten wel, en naar oudere klanten word ik nog meegevraagd, omdat het helpt om te verkopen. Maar ik kan niet meer met iedereen meegaan. Dirk Deroose moet dat dan in mijn plaats doen, maar ook hij heeft vaak geen tijd. Voor de contracten met onze grootste tien klanten zetten we daarom onze verkoopdirecteur Luc Ysebaert in. Die klanten vertegenwoordigen 65 procent van onze omzet. We moeten ze dus soigneren, helpen met vergunningsproblemen en zo. En Luc kent God en klein Pierke.

“Het is echt zot. De vraag naar logistieke gebouwen is ontploft. Voor een klant die nu koopt, kunnen we ten vroegste in augustus of september volgend jaar beginnen bouwen. En toch kopen ze. Het geld is goedkoop en ze weten dat ze zelf werk hebben. Bovendien vragen we voor een gebouw in beton dezelfde prijs als voor een in metaal. Vroeger was metaal goedkoper, maar de prijs van ijzer is enorm gestegen. Beton heeft nu ook de voorkeur, omdat het brandgevaar kleiner is. Klanten krijgen daarvoor ook gemakkelijker centen van de banken. Maar we kunnen niet iedereen tevredenstellen, en dat is een groot probleem. Zo wou Ignace De Paepe (de oprichter van het Gentse vastgoedontwikkelingsbedrijf MG Real Estate, nvdr) drie gebouwen kopen, maar we wilden niet verkopen wat we niet kunnen plaatsen. Dus haakte hij af.”

WILLY NAESSENS
WILLY NAESSENS “Alleen als er abnormale dingen gebeuren, mogen ze bellen.”© JONAS LAMPENS

U bent een van de winnaars in coronatijden?

NAESSENS. “Zoals iedereen die met logistiek bezig is. Voor zwembaden is dat hetzelfde verhaal.”

Vroeger heette het dat zwembaden een goede indicator waren voor crisissen. In moeilijke tijden daalde de vraag. Klopt dat niet meer?

NAESSENS. “Nee. Wat moet een particulier doen, als hij wat geld heeft? Op de bank verliest hij eraan en aandelen zijn risicovol. Dus wat wordt nu veel gekocht? Mooie auto’s, boten of zwembaden. Bij de zwembaden kwam er nog bij dat de mensen tijdens de coronacrisis niet naar het buitenland op vakantie konden gaan. Nu hebben ze thuis vakantie.”

Ziet u ook donkere wolken?

NAESSENS. “Er is er een oververhitting. Ik ben geen universitair, maar wel al zestig jaar ondernemer. En ik weet dat als het zeer goed gaat, het gewoonlijk nadien zeer slecht gaat. We zitten op de top van de curve. Het kan niet anders dan zwaar naar beneden gaan. Die donkere wolk hangt over enkele jaren boven ons allemaal. Ik houd dus mijn hart vast en zeg constant tegen mijn medewerkers: ‘Pas op, zorg verdomme dat je liquide middelen hebt.’ Ze mogen investeren, maar we moeten cash hebben. Liquide geeft macht.”

U hebt sinds 2007 gediversifieerd in voeding. Dat was geen onverdeeld succes.

NAESSENS. “De voedingstak draaide lang in de rode cijfers. We hebben intussen twee vleesproductiebedrijven met verlies verkocht, maar drie distributiebedrijven behouden. We zullen er zeker nog in investeren. Zo hebben we een productiebedrijfje voor bereide gerechten overgenomen, dat zeker een succes zal zijn. We moeten gewoon iets hebben dat toekomstgericht is. Ik kreeg zopas van mijn dochter Veerle, die de voedingsdivisie leidt, te horen dat we dit jaar winst zullen maken. We blijven dus in voeding, tenzij er een gouden verkoopkans opduikt.”

Zult u nog verder diversificeren?

NAESSENS. “Nee, we werken gewoon verder aan de verticale integratie in de bouw en aan de uitbreiding daarin. Dat noem ik ook diversificatie. Zo voeren we onder meer zelf grondwerken uit en hebben zelf een studiebureau, montage, vervoer, een aluminiumbedrijf, een glasbedrijf en een dakbedekkingsbedrijf. Allemaal voor de industriebouw en grote vastgoedprojecten welteverstaan. Zo plaatsen we alle terrassen voor een appartementenblok van de groep Degroote in Oostende. We zouden ook kunnen inzetten op wegenbouw. We hebben daarvoor alle materialen, maar we doen dat niet omdat we te veel werk hebben.”

U hebt wel hotels gekocht.

NAESSENS. “Dat is wat à côté. Die hebben het heel goed gegaan en heel veel opgebracht, zeker ons hotel in Frankrijk. Maar plots kwam de lockdown en kregen we ervanlangs. Het heeft twee jaar leeg gestaan. Het kostte 125.000 euro om het weer in orde te brengen. In Oudenaarde hebben we een hotel op de Markt dat een jaar heeft stilgelegen. We verliezen er nog altijd geld aan. Ik wilde het ook verkopen, maar ik mocht niet van mijn dochter, want ze wil erin gaan wonen. Ik heb ook een hotel-restaurant in Geraardsbergen gekocht en 2 miljoen geïnvesteerd in de vernieuwing ervan. En ik heb vijf eetcafés en restaurants in Frankrijk en in het Oudenaardse. Van de vijf stonden er drie leeg tijdens corona, nu nog twee. Als ze allemaal bezet zijn, verkoop ik ze. Horeca kaka! ( lacht) Onthoud dat! Ik heb er alleen maar geld aan verloren.”

Ik ben een attractie in het klein. Niemand hier zegt daar iets over. Ze weten dat hun baas een flamboyante is

Hoe ziet u uw rol nu in het bedrijf?

NAESSENS. “Mijn werk is ervoor te zorgen dat de bedrijven onderling goed overeenkomen. Slechts sporadisch zal ik zelf nog iets operationeels aanpakken. Zo is er een plantmanager die een zotte loonsverhoging vraagt. Dat wil ik zelf oplossen, omdat ze voor mij nog meer respect hebben. Ik zal zeggen dat hij ook kon blijven terwijl zijn bedrijf vijf jaar verlies maakte, en dat het nu zijn beurt is.

“Voorts wil ik de naam Willy Naessens nog verspreiden zolang ik dat kan. Maar het allerbijzonderste is de portemonnee controleren, balansen lezen. Daar ben ik altijd bij, want dat moet ik altijd weten. Ik heb hard gewerkt voor de centen. Onze bedrijfsleiders mogen doen wat ze willen, op één voorwaarde: ze moeten geld verdienen. Als ze het goed doen, komen we hooguit twee keer per jaar langs, om een koffie te drinken. Maar zodra er geen geld verdiend wordt, zetten we ons bed in hun bedrijf tot het probleem is opgelost. Ze weten dat. En als dat niet lukt, zetten we er iemand naast die carte blanche krijgt. Aan de wedde van zo’n CEO raken we niet, maar we zeggen dan wel dat hij in de plaats van met een Mercedes met een Volkswagen zal rijden.”

Hoe haalt u contracten binnen?

NAESSENS. “Ik ga zelf nog veel naar evenementen. Bovendien zijn mijn medewerkers, en zeker mijn topmensen, verplicht om naar seminars, voordrachten en andere samenkomsten te gaan. Ze moeten mensen leren kennen. Mijn nonkel André, een televisiefabrikant, zei altijd: ‘Als je rijk wilt worden, moet je veel mensen kennen.’ Dat is helemaal waar. Mijn mensen zijn ook verplicht om vakbladen te lezen. Ik lees er meer dan twintig. Mijn dochter of Marie-Jeanne duiden de artikels aan die mij kunnen interesseren. Elke zaterdagochtend sta ik op om 5 uur, om dan doorgaans om half zes te gaan zwemmen. Daarna lees ik vakbladen tot 13 uur.”

WILLY NAESSENS
WILLY NAESSENS “Onze bedrijfsleiders mogen doen wat ze willen, op één voorwaarde: ze moeten geld verdienen.”© JONAS LAMPENS

Is uw netwerk de sleutel tot uw succes?

NAESSENS. “Zonder twijfel. Maar zonder publiciteit gaat het ook niet. Je moet publiciteit maken waar je kunt. Ik heb nogal veel lawaai gemaakt. In het begin was dat misschien een nadeel, maar nu is het een groot voordeel. Ik ben een attractie in het klein. Niemand hier zegt daar iets over. Ze weten dat hun baas een flamboyante is.

“We hebben laten berekenen hoeveel we hadden moeten betalen voor al die tijd dat we op tv zijn geweest: 3 miljoen euro. Dat is het bewijs dat we moesten proberen de media mee te krijgen. Dat kan alleen door zot te doen. Hoe ik tot dat besef kwam? Ik heb ooit het wereldrecord mennen met een gespan van 72 trekpaarden gevestigd. VTM kwam de trainingen filmen. Er brak chaos uit, met paarden die steigerden. VTM zond dat uit, en we zijn toen 27 keer in de media geweest. Ik besefte toen dat domme dingen doen opvalt. En dat kost mij niks.”

Dat de business ervan moet profiteren, is altijd de achterliggende gedachte?

NAESSENS. “Anders doe ik niet mee. Dat zeg ik ook aan Peter Boeckx (de maker van The Sky is the Limit, nvdr). Mocht ik een gewone baan hebben, dan zou hij me nooit zien. Maar het heeft me enorm veel naambekendheid bijgebracht, onder meer voor de zwembaden. Na die reeks regende het prijsaanvragen. De verkoop van zwembaden steeg met 18 procent en die van industriële bouwwerken met bijna een kwart. Ik had ook een kasteel getoond dat ik had gekocht. In Frankrijk koop je zulke kastelen courant voor 500.000 tot 1 miljoen euro. Ik heb er nu twee. Maar dat ene dat op tv was, Château de l’Epine, is nu verhuurd tot in 2023. Gewoon omdat de zwembadspecialist Willy Naessens toen zo dom was om de afdekking van dat zwembad met veel gezwoeg manueel te willen oprollen. Nu gaat dat uiteraard automatisch.”

We zitten op de top van de curve. Het kan niet anders dan zwaar naar beneden gaan. Die donkere wolk hangt over enkele jaren boven ons allemaal

Beleeft u eigenlijk plezier aan al die dingen?

NAESSENS. “Zeker. Marie-Jeanne is de op één na oudste van elf kinderen en ze is graag onder het volk, net zoals ik. Dat er soms lacherig op wordt gereageerd, stoort me allerminst.”

Zult u dat pr-werk zo lang mogelijk blijven doen?

NAESSENS. “Mijn dochter moet dat doen, en dat begint. Het heeft lang geduurd. Ze is intussen 54 jaar. Ze heeft een handvol keren alleen op het podium gestaan, en ze doet dat goed. Maar ik moet er een beetje aan sleuren. Mijn schoonzoon zou het misschien ook kunnen, maar die is niet mediageil” ( lacht).

Uw dochter kan onmogelijk een carrière als de uwe uitbouwen?

NAESSENS. “Dat klopt, maar de situatie is nu totaal anders dan toen ik begon. Ik had geen geld en geen naambekendheid. Nu rijdt de trein. Zij moet ervoor zorgen dat hij blijft rijden. De business moet elk jaar met 5 procent groeien, en als het even kan met 10 procent. Dus moeten we cash hebben. Dat is al wat ze moeten doen. Het is niet zo moeilijk meer.”

Waar haalde u de gedrevenheid vandaan?

NAESSENS. “Als ondernemer moet je vooral goesting hebben. Anders moet je er niet aan beginnen. Wat je graag doet, doe je goed. Toen ik, met twintig mensen, zag dat een ander er vijftig had, moest ik er ook vijftig hebben. Daarnaast moet je zoeken naar een goede sector, zoals de petrochemie, de farma of de verhuur van aannemersmateriaal. Het derde is hard werken en berekende risico’s nemen, en je laten omringen door specialisten. Het liefst universitairen, als je ze kunt betalen.

“Wat ook heeft gespeeld: toen ik als berooide jonge ondernemer naar samenkomsten van verenigingen ging, wilde niemand met mij praten. Ik was dat ventje dat tot aan de nek in de schulden zat. Dat ben ik nooit vergeten. Tegen die vrouwen, die heel venijnig konden zijn, en die ondernemers spreek ik niet meer.”

Vindt u gemakkelijk mensen met goesting?

NAESSENS. “Dat is een voor mij heel gevoelig onderwerp. De tijden zijn veranderd, maar als ondernemer moet je je aanpassen aan elke generatie. Alleen zo word je aanvaard. Maar ik zie ze op vrijdag om 15 uur klaarstaan om op weekend te vertrekken, terwijl de partners in de auto wachten. Amper 30 procent van de jonge mensen is nog ouderwets, werkt extra uren, wil ergens geraken in het leven en zal het ver schoppen. 70 procent heeft het vooral over qualitytime. Als mensen solliciteren, is hun eerste vraag wanneer hier vakantie wordt genomen. De tweede is met welke auto ze mogen rijden. En de derde is of ze overuren moeten doen. Soit, daar kan ik niets aan veranderen.”

Hebt u ergens spijt van?

NAESSENS. “Talen. Ik ben maar tot mijn veertien jaar naar school geweest en heb later avondles balans lezen gevolgd. Frans kon ik goed, want ik was gelukkig naar een Franstalige school geweest. Ik ben begonnen met Engels en Duits te leren, maar heb dat opgegeven omdat ik te veel werk had. Ik kan mij redden, maar het is niet zoals ik het wil.”

Welke dromen koestert u nog?

NAESSENS. “Gezond zijn, en dat de zaken blijven draaien zoals nu. Meer niet. Ik heb het schoonste leven dat ik kan dromen. Ik doe wat ik graag doe en ben heel gelukkig. De kinderen doen hun best, de kleinkinderen hebben het goed gedaan op school. De medewerkers hebben respect voor elkaar. Er is hier tot nu toe weinig ruzie. We hebben geen geld te veel of te kort. Wat wil je nog meer?”

Welk folietje staat er nog op uw bucketlist?

NAESSENS. “Ik zou nog wat in vastgoed willen doen. Ik heb trouwens samen met Dirk Deroose een vastgoedvennootschap opgericht, ook omdat hij daarin graag actief wilde worden.”

Zelfs die ultieme wens is dus businessgerelateerd?

NAESSENS. “Ha ja. Het moet altijd iets te maken hebben met het werk.”

Bio

· 1939: geboren in Elsegem

· 1964: start een kippenkwekerij

· 1972: wordt handelaar in veevoeders, nadat de kippenpest heeft toegeslagen

· 1974: begint met het bouwen van stallen

· 1978: bouwt een eerste zwembad

· 1982: doet zijn eerste overname, van het betonbedrijf Megaton. Flirt met het faillissement

· 2007: start diversificatie in voeding met overname Franky Fresh Food

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content