‘Brusselse winkels veren weer op’

De Mapic-winkelvastgoedbeurs in Cannes © belga
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Het was een wat surrealistisch beeld, de voorstelling van Brussel als winkelstad op de winkelvastgoedbeurs Mapic. Negen sprekers vooraan, die een bijna even groot publiek toespraken over de omwenteling van de Brussel na de vele werken.

“Het is nochtans een mooi verhaal”, zegt Boris van Haare Hejmeijer, international partner en winkelvastgoedspecialist van de vastgoedadviseur Cushman & Wakefield. “Na de domme aanpak van de totaal onbereikbare voetgangerszone kenden de Brusselse winkels heel veel miserie. Nu horen we dat de omzetten eindelijk weer toenemen door de betere toegankelijkheid. De Brusselse winkels veren weer op.”

E-commerce

Voor de vastgoeddeskundige staat deze Mapic symbool voor de slechte toestand van de retailsector: “Er zijn amper nieuwe projecten, dus veel minder investeerders, promotoren en bezoekers tout court. Er was heel wat lege ruimte in het paleis. Ook wij verminderden onze aanwezigheid met 20 procent om kosten te besparen. Dat neemt niet weg dat Mapic zijn waarde behoudt. Hier wordt in een informele sfeer gewerkt. Op de Mipim-vastgoedbeurs wordt meer gefeest. En die beurs doet het wel goed, want vastgoed in het algemeen draait op volle toeren.”

Het verminderde enthousiasme voor winkelvastgoed heeft alles te maken met de moeilijkheden die de sector kent door de e-commerce. “Verwacht wordt dat die binnen vijf tot tien jaar 30 procent van de omzet zal uitmaken”, zegt Van Haare Hejmeijer. “Grosso modo betekent dat je slechts 70 procent van de gebouwen nodig hebt. In zo’n situatie stamp je geen nieuw project uit de grond. In België betekent dit dat enkele grote steden zoals Brussel, Antwerpen en Gent zich kunnen uitbouwen als winkelcentrum. Kleinere centrumsteden zullen het moeilijk hebben.”

Antwerpse problemen

Dat de mobiliteit rond Antwerpen zal lijden onder de werken aan de Oosterweelverbinding, hoeft geen zwaar probleem te zijn. “Zodra de werken aan de Leien achter de rug zijn, kan de binnenstad weer opveren”, verwacht hij. “Antwerpen heeft het grote voordeel dat het in tegenstelling tot Brussel een aaneengesloten winkelcentrum is. Dat maakt winkelen aangenaam. De werken rond Antwerpen zijn vervelend, maar de mentaliteit van de consument verandert. Twee op de drie bezoekers nemen vandaag het openbaar vervoer naar Docks Bruxsel. Dat was ooit ondenkbaar. Zolang Antwerpen zijn openbaar vervoer in orde houdt, hoeft de winkelsector zich geen grote zorgen te maken. Keerzijde van de medaille is dat de consumenten minder zullen kopen.”

Kiezen op tablets

Het internet hoeft niet de doodssteek voor de winkelketens te betekenen. De adviseur wijst op het ‘halo-effect’, waarbij de inplanting van een winkel de internetverkopen in een regio doet stijgen. “Internet en stenen hebben elkaar nodig”, voorspelt hij. “Maar de relatie moet herdacht worden. Ik was onlangs in een nieuwe klerenwinkel, zonder kinderafdeling. Heel de collectie stond op tablets, waarmee die jonge mensen druk in de weer waren. De prijs van die tablets is niets in vergelijking met de jaarlijkse huur van 2000 euro per vierkante meter op de betere winkellocatie. Dan huur je beter een magazijn in de rand voor jaarlijks 65 euro per vierkante meter. Met het verschil kan je heel wat camionettes laten rondrijden.”

Wel verwacht hij dat de gratis levering en teruggave van goederen geen lang leven beschoren zijn. “Dat verhaal kan je ecologisch niet meer verkopen”, denkt hij. “Ik verwacht dat de mensen de op het internet gekochte spullen zullen afhalen in kleinere logistieke punten rond de stad.”

Partner Content