Genderkloof bij de werkzoekenden weggewerkt

(Belga) Sinds 2000 is het aantal werkzoekende mannen en vrouwen in België naar elkaar toegegroeid. In 2013 was 7,65 procent van de vrouwen onder de actieve bevolking werkloos, tegenover 7,58 procent van de mannelijke bevolking, zo heeft de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) bekendgemaakt. Bij de hooggeschoolden blijft de kloof wel nog bestaan.

Het aandeel van vrouwen in de werkloosheid is sinds het begin van het millennium gedaald onder dat van de mannen. In 2000 was 58,6 procent van de werklozen een vrouw. Dertien jaar later zijn 53,7 procent van de werklozen van het mannelijk geslacht. De VDAB wijt de gedichte genderkloof aan meer vrouwen op de arbeidsmarkt die beter geschoold zijn en ook nog eens een betere studiekeuze maken, waardoor ze in minder conjunctuurgevoelige sectoren (tertiaire en quartaire sector) aan de slag gaan. Bij de jonge werkzoekende mannen bedraagt de werkloosheidsgraad nu 19 procent tegenover 16 procent bij de vrouwen. Ook in de middengroep (25-50 jaar) ligt de werkloosheid bij de mannen met 6,5 pct hoger dan de 6,3 pct bij de vrouwen. Deze omgekeerde genderkloof is het best merkbaar bij de groep laaggeschoolden. Laaggeschoolde mannen zijn vooral actief in de bouw- of industriesector, beide conjunctuurgevoelig zoals de economische crisis sinds 2008 aantoonde. Vrouwen kiezen daarentegen voor een job in de zorg of het onderwijs. Omdat er veel meer vrouwen de schoolbanken verlaten met een hoger diploma op zak, steeg het aandeel werkloze mannen ook bij de middengeschoolden voorbij dat van de vrouwen. De kloof bij de hoogopgeleiden blijft wel bestaan aangezien hoogopgeleide mannen wegens hun keuze voor wetenschappen veel minder getroffen worden door een economische crisis. De VDAB denkt daarom dat deze kloof niet snel zal verdwijnen tenzij vrouwen in de toekomst meer voor technologie en wetenschap kiezen. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content