Vijf tips voor een correcte belastingafrekening

© Thinkstock

De afrekening van uw personenbelasting kan fouten bevatten. U doet er verstandig aan die te controleren. We geven u enkele tips.

De fiscale afrekeningen van de personenbelasting – de zogenoemde aanslagbiljetten – worden steeds vroeger opgestuurd. Zeker voor wie geld terugkrijgt van de fiscus, is dat goed nieuws. Maar op de fiscale afrekening kunnen fouten staan.

Controleer onmiddellijk uw aanslagbiljet

Zodra u uw aanslagbiljet hebt ontvangen, doet u er verstandig aan dat te controleren of het te laten verifiëren door uw fiscale raadsman. Vergelijk de belasting die u had laten berekenen met het bedrag dat op het aanslagbiljet staat. Als er een verschil in uw nadeel is, kunt u overwegen een bezwaarschrift in te dienen.

Soms volstaat een telefoontje of brief

Bent u niet akkoord met de fiscale afrekening van uw inkomsten, dan kunt u overwegen een bezwaarschrift in te dienen bij de fiscus. Maar zo’n officiële klacht is niet altijd nodig. Gaat het om zogenoemde materiële vergissingen, dan kunt u opteren voor de negatieve inkohiering, waarbij de fiscale controleur de fout eenvoudig rechtzet. Een telefoontje of een gewone brief volstaat.

Materiële vergissingen zijn eenvoudige schrijffouten, rekenfouten of vergissingen die te wijten zijn aan onoplettendheid en waarover geen discussie mogelijk is. Het maakt niet uit of die fouten te wijten zijn aan de belastingplichtige of aan de fiscus. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat rekening wordt gehouden met een onjuist aantal personen ten laste, of dat een onjuist bedrag aan intresten van een hypothecair krediet werd afgetrokken.

Dien tijdig een bezwaarschrift in

Een betwisting die verder gaat dan een eenvoudige vergissing, kan enkel worden rechtgezet door een bezwaarschrift in te dienen. Zodra u uw aanslagbiljet hebt ontvangen, hebt u zes maanden de tijd om een bewaarschrift in te dienen bij de gewestelijke directeur ‘in wiens ambtsgebied de aanslag is gevestigd’. Enkel in geval van overmacht kan de termijn van zes maanden worden verlengd. De naam en het adres van de gewestelijke directeur staan op het aanslagbiljet. Gebruik bij voorkeur een aangetekend schrijven, omdat u dan over een bewijs beschikt.

Volg uw bezwaarschrift op

Zodra uw bezwaarschrift bij de gewestelijke directeur is aangekomen, krijgt u een ontvangstbewijs. Dat is een administratieve formaliteit en dus geen erkenning van de geldigheid van uw bezwaarschrift. Het wil ook niet zeggen dat u de klacht binnen de wettelijke termijn hebt ingediend.

Er is geen wettelijke termijn waarin de gewestelijke directeur uitspraak moet doen over een bezwaarschrift. Toch hoeft u niet bij de pakken te blijven zitten als een antwoord uitblijft. Als de gewestelijke directeur binnen de zes maanden geen beslissing neemt, kunt u het fiscale geschil voor de rechter brengen en een vordering inleiden bij de fiscale kamer van de rechtbank van eerste aanleg.

Maak gebruik van een noodoplossing

Er is nog een noodoplossing als de bezwaartermijn van zes maanden is verstreken en u onder meer door materiële vergissingen – zoals eenvoudige schrijf- of rekenfouten – te veel belastingen (‘overbelasting’) hebt betaald. U kunt dan alsnog een zogenoemd verzoek tot ontheffing van ambtswege bij de fiscus indienen. U moet zo’n verzoek doen binnen de drie jaar vanaf 1 januari van het jaar dat de aanslag is gevestigd. Als de aanslag bijvoorbeeld gevestigd is op 14 december 2013, hebt u tijd tot 31 december 2015 om bij de fiscus een verzoek tot ontheffing van ambtswege in te dienen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content