‘Tijdperk van goedkope olie komt niet terug’

© istock

De olieprijs is de voorbije weken met ongeveer 10 procent gedaald, ondanks de toenemende geopolitieke spanningen. Hoe komt dat eigenlijk? En wordt olie nog goedkoper of duurder? We vragen het aan Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes.

Het geweld in Irak, Libië, Oekraïne en Gaza in combinatie met een wereldwijd economisch herstel zou moeten leiden tot hogere olieprijzen. Maar dat gebeurt niet. Hoe komt dat?

Daan Killemaes: “Niet de geopolitieke spanning, maar de ijzeren wet van vraag en aanbod heerst op de oliemarkt. Dit jaar kan het aanbod de vraag naar olie gemakkelijk volgen. Het Internationaal Energie Agentschap heeft zijn prognoses over de vraag neerwaarts herzien, vooral omdat het wereldwijde economisch herstel licht onder de verwachtingen blijft. Maar terwijl de vraag dit jaar met slechts 1 procent groeit, dikt het aanbod met 1,5 procent aan. Dat is de sterkste groei in vier jaar. En als het aanbod de vraag overtreft, dan dalen de prijzen.”

“Bovendien daalt ook de geopolitieke risicopremie. Er is altijd wat aan de hand in de wereld, maar toch blijft de olie stromen. Waarom dan nog een risicopremie betalen, redeneren handelaren. De licht gedaalde productie in Irak bijvoorbeeld is gemakkelijk op te vangen via een hogere productie in Saoedi-Arabië. De meeste leden van de Opec (olieproducerende en exporterende landen) gedragen zich opvallend gedisciplineerd en beperken hun productie. Mocht de Opec de kraan helemaal opendraaien, dan zouden de prijzen nog een grotere duik nemen.”

Zes jaar geleden bereikten de olieprijzen in de VS nochtans een piek door onrust in Iran in combinatie met een stevige economische groei. Wat is er sindsdien veranderd waardoor vandaag precies het omgekeerde gebeurt en de olieprijzen dalen?

Daan Killemaes:“In 2008 was de wereld in de ban van de peak-oil-theorie, die voorspelde dat de wereldwijde olieproductie dicht bij zijn piek zat, en dat een stagnerende aanbod de stijgende vraag niet meer zou kunnen volgen. Vrees voor schaarste joeg de olieprijs naar recordniveaus, maar ook jaren van veel te soepel monetair beleid hadden toen een hand in de hoge olieprijzen. Vandaag spreekt bijna niemand nog over deze theorie, niet het minst dankzij de schaliegas- en schalieolie-revolutie in de VS, die er voor een forse stijging van de productie van fossiele brandstoffen zorgde. In 2011 produceerden de VS ongeveer 6 miljoen vaten olie per dag, tegenover 8,5 miljoen per dag nu. Deze oliebonanza in de VS voegt 3 procent toe aan de wereldwijde productiecapaciteit. De markt heeft die game changer nog niet verteerd.

Kunnen de prijzen nog dalen of is het tijdperk van dure olie nog niet voorbij?

Daan Killemaes:“De olieprijs zal de eerstkomende jaren blijven schommelen in een band tussen 80 en 110 dollar per vat. Op deze relatief korte termijn zal het aanbod de vraag vrij gemakkelijk kunnen volgen, tenzij het conflict in het Midden-Oosten escaleert natuurlijk. Saoedi-Arabië speelt daarbij de rol van de centrale bankier van de oliemarkt om de olieprijs binnen deze bandbreedte te houden: bij een stijgende vraag produceert het wat meer, bij een dalende vraag wat minder. De vrij hoge reservecapaciteit laat Saoedi-Arabië, en bij uitbreiding de Opec, toe die rol te spelen. Dat is een groot verschil met 2008, toen een heel beperkte reservecapaciteit de vrees voor schaarste nog versterkte.”

“Op langere termijn lijken structureel lagere olieprijzen weinig waarschijnlijk. De aanhoudend stijgende vraag zal het aanbod weer inhalen. Want schalierevolutie of niet, zonder nieuwe investeringen neemt het aanbod op natuurlijke wijze met ongeveer 4 procent per jaar af. Dat betekent dat élk jaar een schalie-olierevolutie uitdooft. Het vergt enorme investeringen om én die natuurlijke achteruitgang te compenseren én daar een productiestijging met minstens 1 procent aan toe te voegen. Bovendien moet de olie op steeds moeilijker plaatsen ontgonnen worden, zoals in de diepzee, wat de productiekosten en dus ook de prijs omhoog jaagt. Aan de vraagkant hebben de groeilanden de sleutel in handen, omdat hun economie niet alleen sneller groeit, maar ook nog energie-intensiever is dat die van het Westen. Fossiele brandstoffen, en zeker olie voor de transportsector, zullen nog voor lange tijd een cruciale rol blijven spelen in de energiebevoorrading. Het tijdperk van goedkope olie zal daarom niet meteen terug keren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content