Smeerolie lekt weg uit economie

© istock

Een beetje inflatie is als smeerolie voor de economie. Maar nu de inflatie tot praktisch nul is herleid in België, dreigt de economische motor stil te vallen. Vier vragen over het dreigende deflatiegevaar aan Daan Killemaes, hoofdredacteur van Trends.

Lagere prijzen betekenen toch goed nieuws voor de consument?

Daan Killemaes: “Een algemene daling van het prijspeil betekent een stijging van de koopkracht, toch voor wie zijn inkomen kan behouden. Voor België is de huidige desinflatiegolf ook heel lucratief omdat de daling van de inflatie voor een groot stuk te danken is aan lagere energieprijzen. Vermits België een netto-invoerder is van olie- en aardgas, betekenen lagere energieprijzen een daling van onze invoerkosten en dus een stijging van ons beschikbaar inkomen, wat uiteraard een goede zaak is voor de Belgische economie. “

Waar ligt het kalf dan gebonden?

Daan Killemaes: “Deflatie heeft enkele heel gevaarlijke nevenwerkingen. Ten eerste hebben consumenten de neiging om hun aankopen uit te stellen als ze lagere prijzen verwachten. Dat kan de economische activiteit afremmen en de werkloosheid doen oplopen. Maar een tweede en nog gevaarlijker gevolg van deflatie is dat de omvang (gemeten in koopkrachttermen) van de bestaande schulden toeneemt. Vermits heel wat Europese overheden, bedrijven en gezinnen nog te diep in de schulden steken, kan deflatie ertoe leiden dat zij hun schulden niet meer kunnen afbetalen, met een nieuwe schuldencrisis als gevolg. Een spiraal van deflatie, faillissementen en schuldvernietiging lag aan de basis van de Grote Depressie in de jaren 30. Bedrijven zullen ook minder snel investeren als het moeilijker wordt om de bestaande schulden af te bouwen en als ze dalende prijzen verwachten, terwijl de Europese economie een grote behoefte heeft aan nieuwe bedrijfsinvesteringen om de groeimotor aan de praat te krijgen. Deflatie is dus goed voor de consument, op voorwaarde dat die zijn inkomen behoudt.”

“Een beetje inflatie is als smeerolie voor de economie. Een inflatie van 2 procent geeft wat extra zuurstof aan bedrijven omdat ze die inflatie als bonus opsteken in de tijd die steekt tussen hun aankopen en verkopen. Consumenten denken dat ze rijker worden als hun geïndexeerd loon of geïndexeerde uitkering met 2 procent stijgt, zelfs al verandert hun koopkracht niet. Deze geldillusie stimuleert de consumptie. Bestaande schulden worden vanzelf wat ontwaard, waardoor er sneller ruimte komt voor nieuwe investeringen. En landen of bedrijven die hun concurrentiepositie moeten verbeteren, staan voor een gemakkelijkere opdracht als er wat inflatie is. Dan volstaat een bevriezing van de lonen om snel aan concurrentiekracht te winnen. Bij deflatie moeten deze landen of bedrijven overgaan tot een verlaging van de lonen, wat psychologisch meer schade toebrengt aan de economie. Wat inflatie is dus voor de economie wat olie is voor een motor is: zonder loopt die vast.”

De Europese Centrale Bank streeft op middellange termijn naar een inflatie van net onder de 2 procent. Faalt ze in haar beleid?

Daan Killemaes: “De Europese Centrale Bank heeft lang volgehouden dat de desinflatie in de eurozone een tijdelijk fenomeen zou zijn, dat er geen groot gevaar was deflatie, en dat in de loop van het najaar de inflatie opnieuw wat zou aantrekken. De ECB heeft daarom altijd de boot afgehouden om, zoals de Amerikaanse Centrale Bank al jaren doet, de geldhoeveelheid te verruimen door activa op te kopen (de zogenaamde kwantitatieve versoepeling). De ECB ondersteunde de economie vooral via bijzonder lage beleidsrentes en via het toekennen van goedkope leningen aan de Europese banken. Tot voor kort wou de ECB ook het effect van de laatste ronde van leningen aan de banken, en van de negatieve depositorente (waarbij de banken rente betalen aan de ECB als hun overtollig geld daar parkeren) afwachten vooraleer tot nieuwe actie over te gaan.”

Gaat de ECB meer doen om het deflatiegevaar te bezweren?

Daan Killemaes: “Wellicht wel. De ECB laat haar afwachtende houding varen omdat ze opmerkt en erkent dat de inflatieverwachtingen in de eurozone aan het dalen zijn. Als bedrijven en consumenten deflatie verwachten, dan handelen ze daar ook naar, en dan roepen ze op die manier deflatie over zichzelf af. Om die mechaniek te voorkomen, is de ECB klaar om het geweer van schouder te veranderen. In een opgemerkte speech in Jackson Hole afgelopen weekend zei ECB-voorzitter Mario Draghi: “We zullen alle beschikbare instrumenten binnen ons mandaat gebruiken om de prijsstabiliteit te garanderen.” Hieruit leiden waarnemers af dat de ECB van plan is om in het najaar het deflatiegevaar te lijf te gaan door de geldhoeveelheid te verruimen, en dit door bedrijfsobligaties op te kopen.”

“Deze nieuwe uitspraak van Draghi doet denken aan de intussen befaamde uitspraak die hij in de zomer van 2012 in London deed. “De ECB zal er, binnen haar mandaat, alles zal aan doen om de euro te redden. En geloof me, het zal genoeg zijn.” Deze uitspraak was toen een ‘game changer’ en haalde de lont uit de eurocrisis. De nieuwe uitspraak kan dat ook zijn en de lont uit het deflatiegevaar halen, als de ECB inderdaad overgaat tot een kwantitatieve versoepeling via het opkopen van bedrijfsobligaties. Geen woorden maar daden, aan die realiteit zal de ECB niet meer kunnen ontsnappen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content