Paul Callewaert (Socialistische Mutualiteiten): ”Iedereen marchandeert met andermans budget’

Paul Callewaert © BELGA
Roeland Byl redacteur bij Trends

Aan de vooravond van de begrotingsopmaak roept ziekenfondsbaas Paul Callewaert op om de gezondheidszorg te ontzien. “Ons was een stabiel budgettair kader beloofd. Daar is weinig van te merken”, zegt de topman van de Socialistische Mutualiteiten.

Er zit opnieuw een gat in de begroting. En dus moet er gezocht worden naar besparingen. De regering-Michel keek bij vorige besparingsrondes telkens in de richting van de sociale zekerheid, en vooral naar de ziekteverzekering. De verlaagde groeinorm van 1,5 procent in de terugbetaalde gezondheidszorg was een van de belangrijkste motoren voor de jongste besparingsambities. Tijdens het begrotingsconclaaf in juni hernieuwde de regering dat zuinigheidsvoorschrift voor de zorgsector. Het gevolg was 284 miljoen euro aan bijkomende besparingen.

Dat klimaat maakt de gesprekken over de Riziv-uitgaven in 2016 er niet makkelijker op. Paul Callewaert leidt al bijna vier jaar de landsbond van Socialistische Mutualiteiten en is scherp in zijn bewoordingen. “Zou deze regering geen maatregelen nemen om de sociale zekerheid te redden? Ik kan u verzekeren dat zoiets niet lukt door aan de inkomstenzijde miljarden weg te snijden en tegelijk bij de kwetsbare groepen koopkracht weg te halen.”

Callewaert waarschuwt dat minister van Sociale Zaken Maggie De Block (Open Vld) en de regering-Michel de deur van de privatisering in de ziekteverzekering steeds verder openzetten. Volgens hem zijn er bij de jongste besparingsrondes al zoveel middelen geput uit de ziekteverzekering dat nog verder snijden niet zonder gevolgen kan blijven. “Begrijp me niet verkeerd. We vinden wel degelijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet opnemen”, benadrukt hij. “We hebben als ziekenfonds meegaand opgesteld en we blijven meewerken aan maatregelen die ingegeven zijn door een moeilijke budgettaire context. We willen vooral bekomen dat de patiënt zo weinig mogelijk geraakt wordt. We staan dan ook niet te popelen om een budgettair kader goed te keuren waarvan iedereen weet dat het niet volstaat om de kwaliteit en de toegankelijkheid die er nu nog is, te blijven vrijwaren.”

Nochtans staan die doelstellingen in het regeerakkoord: een toegankelijke en betaalbare zorg.

Callewaert: “Juist daarom benadrukken we dat het nu wel genoeg is geweest. Je moet niet wachten tot er doden vallen om verkeerslichten te plaatsen. Je moet anticiperen.”

Bedoelt u nu dat de groeimarge in de ziekteverzekering niet volstaat? Minister De Block heeft toch al eerder verduidelijkt dat u niet moet klagen. Een groeinorm van 1,5 procent is nog steeds groei.

Callewaert: “Internationale en historische tendensen tonen dat er 3 procent nodig is om de kwaliteit van de zorg op peil te houden. Dat is te wijten aan de vergrijzing en technologische evoluties in de zorg. Maar goed, de regering heeft een groeinorm van 1,5 procent opgelegd. Concreet betekent dat dat over de hele legislatuur voor 2,8 miljard euro noodzakelijke groeiruimte wordt weggesneden. In juni kwamen daar nog eens voor 284 miljoen extra besparingsmaatregelen op die anderhalve procent bij. Daardoor is de groeimarge intussen al teruggebracht naar 0,69 procent. Er is dus geen sprake meer van 1,5 procent groei in de ziekteverzekering.

“Dat wil eigenlijk zeggen dat er geen enkele ruimte meer is om de kwaliteit te verbeteren of bijkomende verzekeringsnoden in te vullen. Bij die extra besparingen die al in juni zijn beslist, zitten bovendien voor 66 miljoen euro besparingen op beleid dat al was goedgekeurd, maar nog niet uitgevoerd. Dat beleid komt er nog wel, maar de centen moeten we elders gaan zoeken. Het is alsof je een cadeau krijgt, maar je moet wel vragen aan een collega of hij het wil betalen.”

Maakt u dat eens concreet?

Callewaert: “Een goed voorbeeld is de problematiek van borstreconstructie. De supplementen die vrouwen met borstkanker moeten betalen als ze een reconstructie overwegen, zijn veel te hoog. De tegemoetkoming in de verplichte ziekteverzekering is te laag. We onderhandelen al lang met de artsen om de terugbetaling te verbeteren in ruil voor het inperken van de supplementen. Er lag zelfs een budget van 1,2 miljoen euro klaar om dat mogelijk te maken. Dat geld is weggesaneerd. De keuze is dus: ofwel veranderen we de situatie niet, of wel gaan we elders 1,2 miljoen wegsnijden.

“We vinden het onze plicht middelen weg te halen als ze ondoelmatig gebruikt worden, maar het is wel problematisch als dat vrijgekomen geld niet langer naar nieuwe noden gaat. Zeker als het gaat om beslist beleid. Dat staat trouwens haaks op het voornemen om in de ziekteverzekering gezondheidsdoelstellingen in te voeren. Het is duidelijk dat de koek om normale groei te financieren steeds kleiner wordt. De groeimarge in het regeerakkoord wordt stilaan hypothetisch.”

Hoezo?

Callewaert: “Een wijziging in het consumptiegedrag door de introductie van een nieuw geneesmiddel of een griepepidemie volstaat om de marge voor nieuwe initiatieven volledig te laten verdwijnen. Vorige week bleek in het verzekeringscomité al dat er daarom nog eens 20 miljoen extra moet worden bezuinigd boven op de cijfers van juni. De regering had ons een stabiel budgettair kader beloofd, maar eerlijk gezegd komt daar niet veel van in huis.”

Uiteindelijk kunnen ziekenfondsen, ziekenhuizen en artsen toch in de clinch gaan over wie de rekening gaat betalen?

Callewaert: “Ik denk dat we dat moeten vermijden. Maar om een compromis te sluiten heb je budget nodig. Dat wordt moeilijk nu de index voor de artsen weer op de wip zit. De zorgverstrekkers hebben vorig jaar ook een indexsprong moeten slikken. Ik vermoed dat ze niet happig zijn om die aderlating opnieuw zomaar te incasseren.”

Dus als er geen compensatie komt voor de 82 miljoen euro aan besparingen op de index, zijn meer niet-geconventioneerde artsen het gevolg?

Callewaert: “Vermoedelijk. Ik voeg daar nog aan toe dat ik de jongste tijd in het overleg het gevoel krijg dat iedereen met andermans budget aan het marchanderen slaat. Maar uiteraard kun je het geld geen twee keer uitgeven. Uiteindelijk dreigt daardoor een gevaarlijke impasse waarbij het afsluiten van een tariefakkoord met de zorgverstrekkers zijn doel voorbij dreigt te schieten. En daarvan worden patiënten de dupe. Als meer artsen het tariefakkoord niet erkennen en weigeren de conventietarieven toe te passen, betalen de patiënten meer. Bij niet-geconventioneerde artsen is het remgeld gemiddeld dubbel zo hoog.

“Bovendien is het niet de eerste keer dat deze regering het niet zo nauw neemt met de bescherming van de patiënt. Denk aan de harmonisering van de remgelden bij de specialisten. Dat werd verkocht als een positieve maatregel, maar uiteindelijk betalen de patiënten wel 32 miljoen euro meer remgelden. Vooral voor mensen met een chronische aandoening is dat een ramp.”

Aan de andere kant zijn er nu eenmaal besparingen nodig. Op een budget van meer dan 28 miljard moeten zorgverstrekkers en ziekenfondsen toch een compromis kunnen bereiken?

Callewaert: “Een akkoord sluiten over budgettair kader lukt slechts als er ruimte is om tot een compromis met de zorgverstrekkers te komen. Die onderhandelingsruimte lijkt niet meer voorhanden, en daarom moeten we een signaal geven. Vergeet niet dat er ook in de vorige regeerperiode al voor 1,1 miljard netto bespaard is. Als sector hebben we bovendien bewust ruimte proberen te creëren voor nieuwe initiatieven. De lijst met nieuwe initiatieven voor de komende jaren was al aangegroeid tot 1,4 miljard euro. Die ruimte wordt nu niet enkel gerecupereerd, bovendien worden de groeiramingen voor het volgende jaar op dat verlaagde budget toegepast. Men probeert hier stenen te stropen.”

Er is toch weinig op tegen structureel doelmatigheid in te bouwen in de ziekteverzekering?

Callewaert: “Dat is zelfs een plicht. Maar het is een politieke keuze te investeren in onvervulde behoeften en te maken dat bij nieuwe noden ook vrij snel boter bij de vis komt. En dus dat er geld op tafel komt voor nieuwe initiatieven. Dat gaat nu niet langer omdat de groeiruimte consequent wordt weggesneden. Dat is niet verstandig en het heeft een grote impact op de onderhandelingsmarge in het overleg met de zorgverstrekkers. Je kunt die onderhandelingsruimte bestempelen als het afkopen van akkoorden, maar aan de andere kant kun je ook niet hopen dat een akkoord zomaar op tafel komt te liggen.

“Neem de grote pot van de ziekenhuisfinanciering die steeds verder wordt vooruitgeschoven. Iedereen denkt dat de hervorming van de ziekenhuisfinanciering snel veel geld zal opleveren. Quod non. In het begin zal ze zelfs geld kosten. En dus zeg ik: het wordt wel moeilijk zoeken naar doelmatigheidsmaatregelen die snel geld opleveren. Daar staat tegenover dat de minister met de farmasector een pact heeft gesloten waarin een besparingsmarge is vastgelegd zonder aan de grote taboes als volumecontracten en het verplicht voorschrijven op stofnaam te raken. Misschien heeft de regering daar kansen laten liggen.”

U suggereert dat er in de ramingen voor 2016 geen ruimte meer is voor nieuwe besparingen?

Callewaert: “Op macroniveau niet. Met dit budget kun je onmogelijk een lijst met 1,4 miljard euro aan nieuwe noden realiseren. En dus blijven die noden maar in de wachtzaal en moeten patiënten ze uit eigen zak betalen. Wij hebben twee jaar geleden al gezegd dat we met dit budgettaire kader tegen de muur knallen. Het valt te hopen dat de beleidsmakers dat ook inzien. Voor nieuwe besparingen opnieuw de gezondheidszorg viseren heeft geen zin meer. Er is al heel veel geld gehaald bij de sociale zekerheid om de begroting te laten kloppen. Met nog meer besparingen red je de sociale zekerheid niet. Integendeel, je snijdt in zekerheid en in het sociale.”

Dus de groeinorm moet op de schop?

Callewaert: “De regering stelt toch zelf de groeinorm ter discussie? Ze had ons 1,5 procent beloofd, maar in juli heeft ze de marge ingeperkt tot 0,69 procent. De groeinorm an sich interesseert ons niet. Maar als je naar de noden kijkt, dan weet je wel dat we er met deze cijfers nooit geraken. Wie de 4,5 procent van de vorige jaren ruimhartig vindt, vergeet dat we bezig waren aan een inhaalbeweging. En als we echt de kwaliteit van de zorg willen handhaven, dan zal die groeinorm opnieuw moeten stijgen. Anders is een grotere privatisering van de zorg onvermijdelijk. Voor zover ik weet, is dat niet het uitgangspunt van de minister, maar helaas dreigt de situatie wel onvermijdelijk in die richting te gaan.”

Zolang de groei lager dan 1,5 procent is, is dat toch consistent beleid?

Callewaert: “Als je die norm als een maximum ziet wel. Maar het is beter die norm te zien als marge om de zorg te verbeteren. En dan is het een ander verhaal. Wij steken niet onder stoelen of banken dat in de zorg soms creatief wordt gefactureerd. Maar dat wordt nu het alibi om niet langer te investeren en om drastische maatregelen te nemen die het budget terugdringen. Op die manier kun je de zorg niet verbeteren. Dat is de bevolking een rad voor de ogen draaien. Ik begrijp dat iedereen zijn steentje aan de besparingen moet bijdragen, maar in de ziekteverzekering hebben we stilaan al een heel centraal massief bijgedragen aan de besparingen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content