De poging tot staatsgreep van 15 juli heeft de Turkse economie ongeveer 90 miljard euro gekost. De Turkse minister van Douane en Handel Bülent Tüfenkci somt de verliezen op.
In zijn toelichting, waarover het dagblad Hurriye bericht, brengt Bülent Tüfenkci behalve de schade aan gebouwen en militair materieel ook de daling van het aantal buitenlandse bestellingen van goederen, en de terugval van het toerisme in rekening.
Volgens de minister kan de economische schade nog oplopen, want ‘de putschisten hebben Turkije het imago gegeven van een derdewereldland met tanks in de straat’.
Het toerisme was al hard getroffen door terroristische aanslagen, toegeschreven aan terreurorganisatie IS, en de instabiliteit in het land door het conflict met de Koerdische rebellen.
In juni 2016 zakte het aantal buitenlandse bezoekers in Turkije met 41 procent tegenover dezelfde periode vorig jaar.
Na de coup heeft het Turkse regering overigens het verlof ingetrokken van drie miljoen ambtenaren om het hoofd te bieden aan de zuiveringsoperaties, en om mensen die verdacht worden van betrokkenheid bij de putsch te verhinderen naar het buitenland te vluchten.
De minister verheugt zich er wel over dat Turkije snel is kunnen terugkeren naar de normaliteit. De beurs bleef niet lang gesloten, en de wisselkoers van de Turkse lira is relatief stabiel gebleven. Ook de prognoses voor export en het bbp bleven behouden.
In 2015 registreerde Turkije een toename van het bbp met 4 procent, een cijfer dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voor de coup eveneens haalbaar achtte voor het volledige jaar 2016.
Het ratingbureau Standard and Poor’s verlaagde zijn rating voor Turkije wel na de coup, niet enkel uit economische overwegingen, maar ook als gevolg van de politieke onzekerheid. In Turkije heerst nog steeds de noodtoestand na de poging tot staatsgreep. (Belga/BO)
