Hoe vermijden dat de rijken vluchten?

© iStock
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Er was dit weekend heel wat te doen rond de verhuizing van een van de rijkste Belgen, Alexandre Van Damme, naar Zwitserland. We spraken erover met Luc De Broe, een Belgische autoriteit in internationaal belastingrecht, en andere specialisten.

Lees het volledige verhaal in de volgende editie van Trends.

Voelde Alexandre Van Damme de bui hangen? Verhuisde de nakomeling van een van de bekende brouwersfamilies achter AB InBev naar Zwitserland uit vrees voor een of andere vermogensbelasting in eigen land? Ondernemer Fernand Huts deed het hem voor met de Kaaimantaks. Of is de verhuizing van Van Damme eerder ingegeven door een onveiligheidsgevoel? We zullen het wellicht nooit zeker weten.

Een meerwaardebelasting moet je gewoon nooit invoeren zonder er meteen een exit-taks aan te koppelen

Het is in ieder geval koren op de molen van de tegenstanders van een meerwaardebelasting op aandelen, zoals CD&V die wil. “Wat ik onbegrijpelijk vind, is dat in het zeer gedetailleerde voorstel van CD&V, twee pagina’s voor- en achterkant volgeschreven met tal van uitzonderingen, nergens sprake is van een exit-taks. Een meerwaardebelasting moet je gewoon nooit invoeren zonder er meteen een exit-taks aan te koppelen”, zegt Luc De Broe, professor aan de KU Leuven, vennoot bij advocatenkantoor Laga, en specialist in internationaal belastingrecht.

Exit

De Broe hamert erop dat je belastingen op vermogen altijd in een internationale context moet bekijken. Volgens De Broe mag je de mobiliteit van rijke particulieren niet onderschatten. Herinner u dat vermogende Fransen en Nederlanders plots naar ons land vluchtten, toen Frankrijk en Nederland als een van de eerste landen een soort meerwaardebelasting invoerden. Sindsdien hebben Frankrijk en Nederland aan dat euvel verholpen met een exit-taks. Alle andere landen die daarna een of andere vorm van meerwaardebelasting invoerden, trokken lessen uit het verleden en combineerden die belasting van bij de start met een exit-taks.

Hoe werkt zo’n exit-belasting? “Als u verhuist, dan wordt gekeken naar de aanwas van de aandelen tussen de datum van aankoop en de datum van vertrek naar het buitenland”, legt De Broe uit. “Als u verhuist naar een niet-EU-land, dan moet u gewoon belasting betalen op de meerwaarde gerealiseerd in de periode dat u in ons land woonde. Als u verhuist naar een land binnen de Europese Unie, ligt het iets moeilijker. Er wordt dan een ‘conserverende’ heffing op die meerwaarde bepaald bij uw vertrek. Die heffing wordt wel pas geïnd op het moment dat u – in het buitenland – uw aandelen verkoopt.”

De Broe: “Het Europese Hof van Justitie heeft al verschillende keren geoordeeld dat zo’n belasting, niet in strijd is met het vrije verkeer van kapitaal of het vrije vestigingsrecht in de Unie, op voorwaarde dat ze niet onmiddellijk bij het vertrek moet worden betaald. Het is moeilijk op te volgen, maar in de EU is er een uitwisseling van gegevens en administratieve bijstand bij de inning van belastingen. In pakweg Frankrijk zal dat wellicht iets vlotter verlopen dan in landen zoals Cyprus en Griekenland. In ieder geval houd je met zo’n exit-belasting ontwijkingsgedrag tegen.”

Andere maatregelen

De overheid en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben de voorbije jaren nog maatregelen uitgedokterd om de multinationals en de grote vermogens te dwingen hun faire deel van de belastingen te betalen. Werken die maatregelen? “Er zijn op internationaal niveau een aantal zaken in beweging gezet”, zegt De Broe. “De uitwisseling van rulings zal wellicht de grootste impact hebben op vermogende Belgen met holdings in het buitenland. Vanaf 2017 worden die rulings of akkoorden met de fiscus uitgewisseld, en kunnen landen dus van elkaar nagaan welke winsten worden vrijgesteld en welke kosten afgetrokken mogen worden van winsten. Zo kan stateless income, of inkomsten die in geen enkel land belast worden, gedetecteerd worden en kunnen landen eventueel ook een claim doen op hun belastingdeel van die inkomsten.”

Landen kunnen zich wel snel engageren bij de OESO, maar ze moeten de afspraken vervolgens ook omzetten in wetgeving

Een andere belangrijke maatregel is de automatische uitwisseling van gegevens tussen landen over rekeningen en verzekeringen. “Een honderdtal landen heeft zich geëngageerd om via de common reporting standard (CRS) van de OESO gegevens uit te wisselen. Zelfs financiële centra met een notoire reputatie als belastingparadijs, zoals Singapore, Hongkong, de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar, hebben zich onlangs aangesloten”, weet De Broe.

“De vraag is natuurlijk of die landen ook daadwerkelijk die gegevens aan onze fiscus zullen bezorgen. Neem nu een Belg met een rekening in Hongkong op naam van een trust. Zolang Hongkong de noodzakelijke internationale instrumenten niet tekent en/of geen lokale wetgeving heeft die toelaat na te gaan wie uiteindelijk de begunstigde is van die trust, zal die uitwisseling van gegevens niet werken. Landen kunnen zich wel snel engageren bij de OESO, maar ze moeten de afspraken vervolgens ook omzetten in wetgeving. Je kunt die gegevens ook niet handmatig verzamelen en doorsturen. Er moet dus geïnvesteerd worden in IT, in personeel, enzovoort. Pas dan zal die internationale uitwisseling in de praktijk ook werken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content