Geen fondsen zonder belastingen

© iStock
Roel Van Espen medewerker Trends

Beleggers die investeren in fondsen, dragen daar belasting op af. Kapitalisatiefondsen zijn fiscaal doorgaans interessanter dan distributiefondsen.

De hervormingen van de regering-Michel hebben ook gevolgen voor fondsenbeleggers. De fiscale behandeling van beleggingsfondsen verschilt naargelang u kiest voor een distributie- of een kapitalisatievariant. Distributiefondsen keren elk jaar een dividend uit. De belasting daarop is vrij eenvoudig: u betaalt op de dividenden 25 procent roerende voorheffing.

Drie op de vier verkochte fondsen in ons land zijn kapitalisatiefondsen. De dividenden en de intresten van de aandelen en de obligaties in de portefeuille worden automatisch herbelegd. Er is geen dividend dat de fiscus kan afromen. Maar als u het product verkoopt, betaalt u beursbelasting. Die bedroeg tot eind vorig jaar 1 procent van de netto-inventariswaarde. Sinds 1 januari is de beursbelasting op de verkoop van kapitalisatiefondsen opgetrokken tot 1,32 procent. Ook het maximum per verrichting is verhoogd van 1500 naar 2000 euro. Distributiefondsen blijven gespaard van die heffing.

De verhoogde beursbelasting heeft ook gevolgen als u van een bepaald compartiment van een beleggingsfonds wilt overstappen naar een ander compartiment. Wisselt u een kapitalisatiedeelbewijs in voor een ander kapitalisatiedeelbewijs of voor een distributiedeelbewijs, dan is voortaan 1,32 procent verschuldigd op de netto-inventariswaarde (met een maximum van 2000 euro). Stapt u over van een distributiedeelbewijs naar een ander distributiedeelbewijs of naar een kapitalisatiedeelbewijs, dan draagt u geen beursbelasting af.

De meerwaardebelasting

Verkoopt u beleggingsfondsen – zowel distributie- als kapitalisatievarianten – die meer dan 25 procent van hun portefeuille in vastrentende producten beleggen, dan wordt 25 procent belasting afgehouden van de meerwaarde. Kan de beheerder aanwijzen welk deel van de meerwaarde voortkomt uit obligaties en andere vastrentende producten, dan betaalt u slechts belasting op dat deel. Bij de verkoop van aandelenfondsen is geen meerwaardebelasting verschuldigd.

Verkoopt u dus een obligatiefonds of een gemengd fonds waarvan de portefeuille bestaat uit meer dan 25 procent vastrentende producten, dan verliest u een kwart van de brutomeerwaarde die voortkomt uit de vastrentende effecten. Kocht u een obligatiefonds voor 100 euro en verkoopt u het tegen 125 euro, dan betaalt u (125 – 100 euro) x 25 procent = 6,25 euro belasting op de meerwaarde. Netto houdt u dus 118,75 euro over.

Sommige distributiefondsen vermelden uitdrukkelijk in hun statuten dat ze alle netto-inkomsten uit vastrentende producten uitkeren aan de belegger. Zulke beleggingsfondsen ontsnappen aan de meerwaardebelasting.

Kapitalisatie of distributie

Ondanks de recente verhoging van de beursbelasting van 1 naar 1,32 procent blijven kapitalisatiefondsen die beleggen in aandelen op lange termijn fiscaal meestal interessanter. Daarmee vermijdt u nog altijd de 25 procent roerende voorheffing, omdat er geen jaarlijkse dividenden worden uitbetaald. Na enkele jaren is het bedrag aan uitgespaarde roerende voorheffing groter dan de verschuldigde beursbelasting bij de verkoop van distributiebewijzen.

We illustreren dat met een voorbeeld. Stel dat u 100 euro belegt in een aandelenfonds dat u jaarlijks een brutodividend van 3 euro oplevert. Na vijf jaar besluit u het te verkopen.

Kiest u voor de distributievariant, dan leveren de jaarlijkse dividenden (5 jaar x 3 euro) – 25 procent = 11,25 euro netto op. Is de waarde van het fonds na vijf jaar gestegen tot 110 euro, dan bedraagt uw nettowinst (110 – 100) + 11,25 = 21,25 euro. We houden in dit voorbeeld geen rekening met de andere kosten.

Kiest u voor de kapitalisatievariant, dan worden de dividenden niet jaarlijks uitgekeerd, maar herbelegd. Daardoor zijn de kapitalisatieaandelen na vijf jaar minstens 110 euro + (5 jaar x 3 euro) = 125 euro waard.

Bij de verkoop betaalt u 1,32 procent beursbelasting op 125 euro, waardoor u 123,35 euro overhoudt. Uw netto-opbrengst bedraagt uiteindelijk 123,35 – 100 = 23,35 euro.

Partner Content