Europees Hof: ‘Sperperiode om consument te beschermen nationale zaak’

© belga

Als dat inderdaad het geval is, dan is het algemeen verbod in strijd met de Europese regels.

Dat is de beslissing van het Europese Hof van Justitie donderdag in de zaak van Wamo, de exploitant van de keten van kledingwinkels ZEB, tegen JBC en Modemakers Fashion.

Nationale rechter beslist

Volgens het Europese Hof is het aan de nationale rechter om uit te maken of de nationale wet over de sperperiode de bescherming van de consument beoogt.

Zo ja, dan valt de bepaling binnen de werkingssfeer van een Europese richtlijn over oneerlijke handelspraktijken en dan staat vast dat een algemeen verbod op de aankondiging van prijsverminderingen in strijd is met de Europese regels.

Consumentenbelangen beschermen

De Europese richtlijn is volgens een persmededeling van het Hof echter niet van toepassing op nationale wetten die alleen economische belangen van concurrenten schaden of betrekking hebben op transacties tussen handelaren. De richtlijn dient immers om consumentenbelangen te beschermen.

Het Hof sprak zich in een beschikking uit over een vraag van de Rechtbank van Koophandel van Dendermonde over de verenigbaarheid van het Belgische verbod op de aankondiging van prijsverminderingen in de sperperiodes met de Europese richtlijn.

Privéverkoop tijdens sperperiode

De rechtbank in Dendermonde richtte haar vraag aan de Europese rechters nadat Wamo was opgekomen tegen de beslissing om dwangsommen op te leggen bij inbreuken op de wet.

Eind 2009 hadden JBC en Modemakers Fashion verzet aangetekend tegen de uitnodiging die ZEB aan klanten had verstuurd voor een privéverkoop met sterk verlaagde prijzen tijdens de sperperiode. (Belga/SD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content