De inflatie in de eurozone is sinds september voor het eerst opnieuw onder nul gezakt. ECB-voorzitter Mario Draghi komt hierdoor onder druk te staan om meer munitie af te vuren.
De prijzen van goederen en diensten in de eurozone zijn in februari met 0,2 procent gedaald op jaarbasis. De inflatie werd zo voor het eerst sinds september opnieuw negatief, blijkt maandag uit een eerste raming door het Europese statistiekbureau Eurostat.
Economen hielden rekening met een stabiel prijsniveau, na een stijging met 0,3 procent op jaarbasis in januari.
Uit de cijfers van Eurostat blijkt dat de terugval van de inflatie op rekening komt van de lage energieprijzen (-8 procent). Dat heeft te maken met de steeds goedkoper wordende olie, een gevolg van de wereldwijde overproductie.
In tegenstelling tot de energieprijzen, klokten de prijzen voor diensten (+1 procent), voedingsmiddelen, alcohol en tabak (+0,7 procent) en industriële goederen (+0,3 procent) in januari hoger af.
Opmerkelijk is dat de kerninflatie – energie- en voedselprijzen niet meegerekend – in februari toenam met 0,7 procent tegenover 1 procent in januari. Economen beschouwen de kerninflatie doorgaans als betekenisvoller, rekening houdend met de stevige schommelingen waaronder voedsel- energieprijzen onderhevig kunnen zijn.
De inflatiecijfers van Eurostat brengen in ieder geval weinig geruststellend nieuws voor de Europese Centrale Bank (ECB), die naar een inflatiecijfer van net onder de 2 procent streeft. Dat cijfer werd al in geen tijden behaald, waardoor de druk op ECB-voorzitter Draghi toeneemt om de inflatie via nieuwe stimulusmaatregelen op te krikken.
De ECB koopt intussen wel al maandelijks voor60 miljard euro aan obligaties van overheden in de eurozone aan om de economie aan te zwengelen, maar dat blijkt tot nader order niet te volstaan.
De volgende bijeenkomst van de Europese Centrale Bank is gepland op donderdag 10 maart. (BO)
