Deflatie is het echte gevaar

© reuters

Dalende prijzen, kwakkelende vraag, slabakkende orders, slappe activiteit, lonen onder druk… Het deflatiespook waart door Europa. Een spiraal met verwoestend effect dreigt.

Over de definitie van deflatie bestaat naar goede gewoonte geen eensgezindheid, maar over het mechanisme wel. Zodra de gezinnen verwachten dat de prijzen zullen krimpen, stellen ze hun aankopen uit. Dat doet de voorraden van de ondernemingen zwellen en dwingt hen ertoe hun productie hun verkoopprijzen te verlagen. Dat brengt een vicieuze spiraal op gang.

In de hedendaagse economische geschiedenis is dat geen zeldzaam fenomeen. Zou het kunnen dat de wereld stilaan overschakelt naar een nieuw model, een weinig aantrekkelijke mengeling van zwakke groei en onbestaande inflatie? De jonge Franse econoom Pierre Sabatier, die een uitvoerige studie wijdde aan de kwestie, denkt van wel. De vergrijzing is volgens hem de voornaamste reden. “Deflatie is de overwinning van de rentenier en de nederlaag van de investeerder.”

Zijn collega Véronique Riches-Flores komt op basis van honderden statistische reeksen tot dezelfde conclusie. Van de tachtig grootste landen hebben er veertig een inflatie tussen 0 en 2 procent. Een jaar geleden waren dat er nog maar dertig. Vooral Europa ziet de inflatie wegsmelten. In de eurozone zakte de inflatie in februari naar amper 0,8 procent, het laagste peil sinds de winter van 2009, in het diepst van de crisis. In Griekenland en Cyprus, twee landen die nog altijd aan de zuurstoffles liggen, dalen de consumptieprijzen en in Spanje neigt de inflatie naar de fatale nul.

Toenemende druk

Op het eerste gezicht is dat goed nieuws voor de consument. Nu zijn loon nog nauwelijks stijgt, zorgt een nauwelijks bestaande inflatie ervoor dat zijn koopkracht op peil blijft. Beter nog: in verschillende sectoren is een prijzenslag uitgebroken.

Denk aan de distributiesector, die met al dan niet tijdelijke kortingen zo veel mogelijk mensen naar zijn winkels probeert te lokken. In haar wedloop naar lagere prijzen heeft de grootdistributie al een deel van de landbouw- en voedingsnijverheid platgewalst.

Niet alleen de diensten worden goedkoper. Ook de industrie voelt de deflatoire druk toenemen. Heel wat onderaannemers, die nochtans gewend zijn aan de muggenzifterij van hun opdrachtgevers, zitten op de knieën. “De autoconstructeurs hebben de druk nog opgevoerd door in hun leveringscontracten kortingen van 1,5 tot 3 procent per jaar in te schrijven. We hebben geen andere keuze dan die druk af te leiden naar onze leveranciers”, klaagt een kaderlid van een grote fabrikant van onderdelen.

Draghi moet wel liegen

De Europese Centrale Bank (ECB) doet ondertussen of haar neus bloedt. Nieuwe monetaire versoepelingen blijven uit, en voorzitter Mario Draghi blaakt van zelfzekerheid. Hij noemt de eurozone een “oase van stabiliteit”. Ontkenning van de realiteit of publieke bekentenis van onmacht om te handelen?

Véronique Riches-Flores, hoofdeconoom van Société Générale, schatert het uit: “De inflatievooruitzichten van de ECB voor 2014 zijn buitensporig optimistisch, om niet te zeggen uit de lucht gegrepen. Om ze te halen, moet het maandelijkse stijgingstempo van de prijzen in de eurozone praktisch tien keer sneller verlopen dan verleden jaar.” Haar collega bij Barclays, Philippe Gudin de Vallerin, voegt eraan toe: “Mario Draghi is ervan overtuigd dat de uitgangshypothese voor de inflatie nog positief is. Dat is fout: zowat overal haakt de inflatie af.” Als de dreiging nog groter wordt, kan de ECB natuurlijk een negatieve depositorente opleggen aan de banken. Zo bestraft ze de banken die hun liquide middelen veilig wegbergen op de rekeningen van de ECB, in plaats van kredieten te verlenen. Tot nu toe is daar echter geen sprake van.

“De enige doeltreffende is geld pompen in de economie door massaal openbare schulden op te kopen, zoals de Federal Reserve of de Bank of England dat gedaan hebben”, betoogt Patrick Artus, directeur economische studies bij Natixis. Het probleem is dat de ‘wijzen’ van het Duitse Grondwettelijk Hof daar hoogstwaarschijnlijk hun veto zullen over uitspreken. Misschien weigert Draghi daarom zo hardnekkig te spreken van deflatie, simpelweg omdat hij niet over de middelen beschikt om de rechters van repliek te dienen. Een gedwongen ontkenning, met andere woorden.

Franck Dedieu, Béatrice Mathieu

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content