De ene fiscale aftrek sluit een andere soms uit

© istock

De belastingvermindering voor een individuele levensverzekering kunt u niet combineren met de woonbonus. Ook andere combinaties van fiscale voordelen zijn niet toegestaan.

In het fiscale wetboek komen heel wat belastingaftrekken en -verminderingen voor. Een aantal van die voordelen kunt u niet met elkaar combineren. We zetten de belangrijkste op een rij.

Hypothecaire lening en levensverzekering

De woonbonus geeft recht op een fiscaal voordeel als u een hypothecaire lening op minstens tien jaar hebt afgesloten om uw eigen en enige woning te kopen, te bouwen of te verbouwen. Per medelener of mede-eigenaar kunt u aanspraak maken op een belastingaftrek van maximaal 2280 euro (bedrag geldig voor het inkomstenjaar 2014) voor de kapitaalaflossingen en de intresten van de lening en de premies van de schuldsaldoverzekering.

Tijdens de eerste tien jaar van de lening wordt het basisbedrag van 2280 euro verhoogd met 760 euro. Die verhoging valt weg vanaf het jaar dat u een tweede woning zou verwerven. Heeft u drie of meer kinderen ten laste op 1 januari van het jaar nadat u de lening hebt afgesloten, dan wordt het basisbedrag de eerste tien jaar nog eens opgetrokken met 80 euro. Uw eigenlijke belastingbesparing hangt af van uw zogenoemde marginale aanslagvoet – maximaal 50 procent – verhoogd met de uitgespaarde gemeentebelasting.

De woonbonus kunt u niet combineren met het fiscale voordeel voor de premies van een individuele levensverzekering. Die stortingen komen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor de zogenoemde belastingvermindering langetermijnsparen. Zo kunt u 30 procent van de premies terugvorderen van de fiscus, met een maximum van 2280 euro (bedrag geldig voor het inkomstenjaar 2014). De fiscus geeft automatisch voorrang aan de woonbonus. Dat is ook in uw voordeel: de woonbonus levert u een fiscaal voordeel van maximaal 50 procent op, voor de premies van een individuele levensverzekering is dat slechts 30 procent.

De verhoging van de belastingvrije som

Voor kinderen die jonger zijn dan drie jaar op 1 januari van het aanslagjaar (dus op 1 januari 2015 voor het inkomstenjaar 2014), hebt u recht op een bijkomende verhoging van de belastingvrije som met 560 euro (bedrag geldig voor het inkomstenjaar 2014).

Een voorwaarde is dat u geen kosten voor kinderopvang hebt afgetrokken. Het bedrag van de aftrekbare kosten is beperkt tot 11,20 euro per kind en per opvangdag. U mag die uitgaven aftrekken tot het kind de leeftijd van drie jaar heeft bereikt.

Hebt u een of meer kinderen jonger dan drie jaar voor wie u kosten voor kinderopvang hebt betaald, dan moet u per kind een keuze maken tussen de aftrek van die kosten en de verhoging van de belastingvrije som. Meestal hebt u er belang bij de kinderopvangkosten in te brengen. Die zijn aftrekbaar en leveren een fiscale winst van maximaal 45 procent op, te verhogen met de uitgespaarde gemeentebelasting. De verhoging van de belastingvrije som met 560 euro levert een veel lager fiscaal voordeel op, tenzij u alleen kosten voor opvang hebt betaald gedurende enkele dagen per jaar – bijvoorbeeld in november en december.

Kosten voor dakisolatie en beroepskosten

De belastingvermindering voor energiebesparende investeringen is in 2012 aanzienlijk afgebouwd. Enkel voor dakisolatiewerken aan woningen die minstens vijf jaar oud zijn, geldt nog een fiscaal voordeel van 30 procent van de uitgaven in het inkomstenjaar 2014, met een maximum van 3040 euro. Die belastingvermindering geldt niet als een belastingplichtige kosten voor dakisolatie inbrengt als werkelijke beroepskosten. Denk bijvoorbeeld aan een dokter die zijn huis voor een deel als praktijkruimte gebruikt en het dak van dat deel van de woning laat isoleren. De factuur die hij daarvoor betaalt, kan hij inbrengen als werkelijke beroepskosten. Dat is nog altijd interessanter dan de belastingvermindering voor dakisolatie, omdat hij met de aftrek van de beroepskosten een hoger belastingvoordeel heeft – maximaal 50 procent – en omdat de aftrek niet beperkt is tot 3040 euro.

Fiscaal pensioensparen

Ook voor het fiscale pensioensparen is er een beperking. U hebt per jaar recht op een belastingvermindering voor één pensioenspaarcontract, tot het fiscale maximum van 950 euro (bedrag geldig voor het inkomstenjaar 2014). De vermindering bedraagt 30 procent van de storting, plus de uitgespaarde gemeentebelasting. Banken en verzekeraars mogen per belastingplichtige maar één contract voor het pensioensparen afsluiten. U kunt per jaar meerdere keren 950 euro storten voor contracten bij verscheidene banken of verzekeraars, maar dan moet u kiezen voor welk contract u de belastingvermindering wilt krijgen.

De belastingvermindering voor het fiscale pensioensparen kunt u niet combineren met het fiscale voordeel voor de verwerving van werkgeversaandelen. Doet u niet aan pensioensparen en koopt u als werknemer bij de oprichting of een kapitaalverhoging aandelen van de vennootschap waarvoor u werkt, dan komt de aankoopprijs van die aandelen in aanmerking voor een belastingvermindering van 30 procent (plus uitgespaarde gemeentebelasting) met een maximum van 760 euro (bedrag geldig voor het inkomstenjaar 2014).

Johan Steenackers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content