Het laatste taboe bij familiebedrijven

© belga

Het binnenlaten van een vreemde kapitaalverschaffer blijft het laatste taboe bij familiebedrijven. Toch zijn die familiebedrijven doorgaans tevreden over private equity. Dat blijkt uit de eerste studie over familiebedrijven en private equity.

De jaarlijkse “Dag van het Familiebedrijf” in de Gentse Handelsbeurs stelde dinsdagavond het eerste Belgische onderzoek voor naar private equity in familiebedrijven.

Familiebedrijven doen steeds vaker een beroep op externe financiering door private equity investeerders – die stellen risicokapitaal ter beschikking aan niet-beursgenoteerde ondernemingen. “Meer dan de helft van de private equity deals in België gebeurt bij familiebedrijven,” zegt Jozef Lievens van het Instituut voor het Familiebedrijf. “Toch blijft het binnenlaten van een “vreemde” in het kapitaal een laatste taboe voor familiale ondernemingen. Die koudwatervrees is vooral het gevolg van een gebrek aan kennis over private equity – onbekend maakt onbemind.”

Om die kenniskloof te helpen dichten, gaven het Instituut voor het Familiebedrijf (IFB) en de Gimv aan het Studiecentrum voor Ondernemerschap van Hogeschool-Universiteit Brussel de opdracht om een onderzoek te doen naar de ervaringen van familiale ondernemers met private equity partners. Het onderzoek gebeurde onder de leiding van professor Johan Lambrecht.

Waarom trekken familiebedrijven private equity aan? De redenen zijn uiteenlopend: financiering van de groei door schaalvergroting, internationalisering of overnames, is een vaak voorkomend motief. Of de gedeeltelijke uitkoop van familiale aandeelhouders. Ook conflicten tussen familiale aandeelhouders worden aangehaald als reden om private equity kapitaal aan te trekken. In sommige gevallen kiest men dan weer voor private equity om externe expertise en een frisse, kritische kijk in huis te halen. “Een familiebedrijf met een professioneel management, een helder businessplan, een transparante rapportering en een degelijk bestuur met bijvoorbeeld onafhankelijken in de Raad van Bestuur, maakt meer kans op een private equity investering,” aldus Jozef Lievens. “Als een private equity speler merkt dat het familiale belang primeert op dat van de onderneming, of dat het bedrijf een “one man” of “one woman” show is, dan is dat daarentegen een afknapper.”

Tevreden investeerders

Over het algemeen blijken de bevraagde familiebedrijven overigens tevreden over hun samenwerking met private equity investeerders. Zij weten ook wel dat een private equity investeerder instapt met de expliciete bedoeling om na 5 tot 7 jaar weer uit te stappen. Maar de private equity belangen in familiebedrijven zijn een zeer dynamisch gegeven. Het gebeurt dat spelers hun belangen verhogen of verminderen, of dat nieuwe spelers aan boord komen.

Karin Eeckhout

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content