Frank en Stijn Helsen: ‘Veel familiale bedrijven gaan stuk door ruzies of geldgeschillen, maar daar doen we niet aan mee.’

Hun gedeelde passie voor mooie, stijlvolle kleding kregen ze met de paplepel mee. “Van kindsbeen gingen we naar modebeurzen.”

We vleien ons neer in de zetels van de statige bar van Helsen Tailors, een van hun drie prestigieuze kledingzaken in hartje Hasselt.

Het modehuis werd in 1939 opgericht door grootvader Albert en overgenomen door diens zoon Roland. Aan de muur hangen foto’s van beroemdheden zoals The Jacksons, Mick Jagger en Robbie Williams. Maar ook het filmpersonage Spiderman. Allen lieten ze zich kleden door modeontwerper Stijn Helsen.

In België verkoopt het bekendste gezicht van de familie zijn collectie in de Stijn Helsen Concept Store. De zaak bevindt zich op een boogscheut van Helsen Ladies en de herenzaak Helsen Tailors.

Die laatste is zeer populair bij politici en zakenlui. Frank: “We bieden maatpakken aan in een gezellige sfeer. Marc Coucke is klant. Hij laat zich graag adviseren omdat een verzorgde kledij een visitekaartje is. Een auto laat je staan op de parking, maar met je kledij kom je overal binnen. Mannen zijn vrij trouw aan een modehuis.” Helsen richtte zelfs een aparte vennootschap op voor bedrijfskleding.

“We mikken op middelgrote en grote bedrijven. Denk aan een kunstgalerij die haar personeel minimalistisch wil kleden, een verkoopploeg in de autosector of het personeel van een luxehotel. Wat je draagt, bepaalt mee de uitstraling van je bedrijf.”

Italiaanse numero uno

Sinds Albert Helsen in 1939 een kledingwinkel opende op de Luikersteenweg in Hasselt, is er heel veel veranderd. Van ambachtelijk vakmanschap naar massaproductie, van lokaal naar internationaal, van enkel maatpakken naar diversifiëring.

Stijn: “Onze grootvader en vader maakten kostuums op maat. Vader hing zijn eigen maatpakken in de winkel, zodat hij meer prototypes aan de klanten kon tonen. Hij liet alles nog in een eigen atelier in België maken. Vandaag laten we onze hoofdkleding maken bij Europese producenten. Het merendeel van onze stoffen is Italiaans. Italianen blijven de nummer één in het weven van stoffen. Een stukje van onze business is nog altijd ambachtelijk, in ons eigen atelier, waar we ook retouches doen.”

Geleidelijk stapten de vier kinderen in het modebedrijf. Bert kwam erbij in 1987, Frank drie jaar later. Zij namen de leiding van Helsen Tailors. In 1994 startte hun zus Liesbeth de dameszaak op.

Drie jaar later opende couturier Stijn, die in Italië aan de Modeacademie studeerde, zijn eerste winkel.

Frank: “Een van de vereisten van onze vader was dat we alle vier de basis moesten kennen van hoe een maatpak in elkaar zit. We werden dan ook al op zeer jonge leeftijd meegenomen naar modebeurzen.”

Vandaag heeft elk zijn eigen job in het familiebedrijf. Frank reist ook veel voor de productieopvolging en is verantwoordelijk voor de inplanting van de winkels.

“We tellen nu drie eigen winkels in Hasselt, één in Antwerpen en één in Maasmechelen. Daarnaast worden in België onze hemden, jeans en maatpakken in 35 winkels verkocht.”

Stijn werkte jarenlang freelance, voornamelijk in het buitenland, maar is nu ook voor 25 procent aandeelhouder.

Stijn: “Zo wou onze vader het ook (hij stierf in 2010 onverwacht in Oostenrijk, toen hij achter het stuur van zijn wagen een beroerte kreeg, nvdr). Hij wilde ons alle vier sterker maken, via meer duidelijkheid in het aandeelhouderschap. Elkeen heeft nu een kwart van de aandelen.”

Langzame en gestage groei

“Veel familiebedrijven gaan stuk door ruzies of geldgeschillen, maar daar doen we niet aan mee”, vindt Stijn. “We zien elkaar zeker niet elke dag, maar we vergaderen wekelijks en zien elkaar ook na de werkuren vaak. Eigenlijk zijn we altijd samen bezig, onze job stopt nooit.”

Frank (valt in): “Nu, er kan maar één kapitein op het schip zijn, en dat is Stijn. Stijn (neemt meteen weer over): “Goh, dat weet ik niet. Je moet als familie vooral heel goeie afspraken maken. Via mijn connecties maken we nu nieuwe klanten in het buitenland, maar omgekeerd hebben mijn broers en zus mijn modelijn ook altijd gepromoot toen ik nog freelancer was. We reizen trouwens allemaal veel. Het is cruciaal dat je als familiebedrijf ook letterlijk je horizonten verlegt.”

Nog een voordeel van het relatief klein familiebedrijf is de wendbaarheid. Frank: “We sturen elkaar voortdurend in de juiste richting.”

Stijn: “In de filmwereld leerde ik hoe log en ingewikkeld een systeem kan zijn, terwijl wij met vier aan tafel zitten. Als we een nieuwe winkel willen openen, doen we dat gewoon. Maar niet overhaast. We groeien liever langzaam en gestaag.”

Boksers in driedelig maatpak

Het modebedrijf diversifieert de jongste jaren steeds meer, en verkoopt nu ook jeans, T-shirts, sportschoenen. Dat is nodig, want tussen 2013 en 2015 beleefde Helsen financieel enkele moeilijke jaren.

Frank: “Het koopgedrag veranderde. Zeker mannen besparen in crisistijd liever eerst op zichzelf dan op hun familie en hun bedrijf.”

Stijn: “We hebben ons sowieso aangepast aan de markt en een tweede, goedkopere lijn ontwikkeld, waardoor we nu een groter publiek bereiken. Jongeren zijn onze toekomstige klanten. Daarom ontwerpen we ook voor tv-reeksen zoals Spitsbroers. Zo creëer je hypes. Maar ook maatpakken zijn weer in. Zelfs boksers dragen nu driedelige maatpakken.”

Helsen produceert en verkoopt, van fabriek tot eindconsument, zonder tussenspelers. In België staan er dertig mensen op de payroll, in het buitenland werken zo’n 200 arbeiders zeven maanden per jaar voor hen. Enkel op die manier kun je overleven volgens Stijn.

“Zo kun je voldoende marge nemen. De volgende vijftien jaar zullen niet veel familiale modezaken overeind blijven. Enkel degene met een eigen merk, productie én winkels.”

Is de opvolging verzekerd? “Neen”, klinkt het unisono bij de nog jonge en kwieke veertigers.

“We leggen onze kinderen geen enkele druk op. Wie weet ontwikkelen ze wel een eigen modemerk. Dat kan binnen of buiten Helsen zijn. En wij willen nog lang niet stoppen. In de mode kun je heel lang actief zijn. Zolang je maar wordt omringd door jonge mensen, zodat je nieuwe invloeden kunt oppikken.”