Exportbarometer: waar liggen Belgische bedrijfsleiders van wakker?

De Antwerpse haven © ID
Christophe De Caevel redacteur Trends-Tendances

De Belgische bedrijven maken zich opvallend weinig zorgen over de handelsspanningen, de brexit of de aanslepende regeringsvorming. Ze vragen wel dat de overheden hen ondersteunen in hun inspanningen om de klimaatverandering aan te pakken.

90 procent van de Belgische bedrijfsleiders zegt dat bedrijven moeten optreden tegen de klimaatverandering. Bijna evenveel vindt dat bedrijven nu hun strategische beslissingen en opties moeten nemen “rekening houdend met klimaatrisico’s”. De vierde exportbarometer, opgesteld door de kredietverzekeraar Credendo en Trends, toont duidelijk aan dat er geen plaats is voor klimaatscepticisme in de economische wereld. “Ik ben blij te zien dat onze bedrijven actie willen ondernmen”, zegt Bénédicte Wilders, International Strategy Advisor bij Hub Brussels, het gewestelijke exportagentschap.

Nog verrassender is dat 83 procent van de exporterende bedrijven de regeringen oproept maatregelen te nemen om de klimaatverandering te bestrijden, “ook al heeft dat gevolgen voor mijn bedrijf”. “Toch heb ik nog altijd de indruk dat die cijfers worden opgeblazen door een emotionele reactie”, zegt Pieter Timmermans, de baas van de werkgeversorganisatie VBO. “De dag dat ze geconfronteerd worden met de concrete gevolgen van milieumaatregelen, trappen burgers, bedrijfsleiders en politici allemaal op de rem. Iedereen pleit voor hernieuwbare energie en windturbines, maar als je ze wilt installeren, zijn er bijna altijd juridische problemen.”

Behoefte aan Europese normen

De plaatsvervangende CEO van Credendo, Nabil Jijakli, is ook verrast. “Ik denk dat het een zeer gezonde redenering is”, zegt hij. “De klimaatuitdaging houdt in dat we onze productie- en consumptiepatronen veranderen. Maar gewoontes veranderen gebeurt zelden op een natuurlijke manier. Vandaar de oproep aan de regeringen en de Europese Unie om actie te ondernemen. Bedrijven willen een gelijk speelveld.”

Geen wonder dus dat een meerderheid (87%) van de bedrijven erop aandringt dat de Europese Unie klimaat- of milieunormen voor ingevoerde producten oplegt. “Onze bedrijven zijn gewend aan concurrentie”, zegt Willy Borsus (MR), de Waalse minister van Economie en Buitenlandse Handel. “Maar ze moeten deze strijd met gelijke wapens kunnen voeren. Als wij zeer strenge normen invoeren, maar tegelijkertijd producten uit andere continenten toelaten die niet aan dezelfde sociale, milieu- of traceerbaarheidsnormen voldoen, dan is dat geen eerlijke concurrentie.”

De antwoorden lijken er ook op te wijzen dat de klimaatuitdaging nog altijd een vaag begrip is. Onze exporteurs beschouwen de klimaatverandering als een “grote bedreiging” voor de economische sectoren (71%), maar ze zeggen ook dat ze “geen invloed” zal hebben op hun eigen bedrijf. 62 procent denkt dat milieunormen de export slechts marginaal zullen beïnvloeden.

Misschien nog zorgwekkender is dat slechts 15 procent van de bedrijfsleiders denkt dat de klimaatverandering ook economische kansen creëert. “We moeten onze boodschap over dit onderwerp duidelijker maken”, zegt Pieter Timmermans. “De klimaatuitdaging biedt veel kansen die onze bedrijven moeten grijpen. Al onze gesprekspartners zijn daarvan overtuigd.” Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA), bevoegd voor buitenlandse handel, vertrouwt op innovatie en technologie om antwoorden te geven op de klimaatuitdaging. “Dankzij innovatie en technologie kunnen en zullen wij de klimaatuitdagingen aanpakken zonder de welvaart af te breken die onze ouders en grootouders opgebouwd hebben. Bovendien is de klimaatopwarming een wereldwijd probleem. Daarom moeten we de Vlaamse innovatie en technologie exporteren naar de rest van de wereld.”

De klimaatuitdaging biedt veel kansen die onze bedrijven moeten grijpen” Pieter Timmermans, VBO

Tevreden

Hoe kijken onze exporteurs naar de economische ontwikkelingen? Het vertrouwen in het economische klimaat is voor het derde jaar op rij gedaald. “Met de Amerikaans-Chinese spanningen en de brexit is het onvermijdelijk dat het vertrouwen van de exporteurs een beetje afneemt”, zegt Pieter Timmermans. “Ook de politieke onzekerheid in ons land speelt een rol. De stilstand kan niet eeuwig duren zonder concrete gevolgen voor de economie en het bedrijfsleven.”

Al lijken de bedrijven zich voorlopig relatief weinig zorgen te maken. Een kleine 70 procent van de Vlaamse bedrijven heeft een gemiddeld tot goed vertrouwen in het economische klimaat, 14 procent heeft een groot vertrouwen. Zijn de krantentitels te pessimistisch, of zijn de bedrijven te optimistisch? “Ik kan alleen maar tevreden zijn met dit resultaat”, reageert Jan Jambon. “Vlaamse bedrijven laten zich niet afschrikken door onheilsberichten. Vlaanderen haalde in 2018 een exportrecord van 328 miljard euro. Het was de negende uitvoerstijging op rij, en een van de hoogste groeipercentages sinds 2010.”

Het toenemende protectionisme is een van de redenen voor de voorzichtigheid van de bedrijven. Vorig jaar dacht 17 procent van de respondenten dat de opkomst van het protectionisme negatieve gevolgen zou hebben voor zijn bedrijf. Dat aandeel is in een jaar meer dan verdubbeld tot 37 procent. “De handelsoorlog wordt voelbaar in de realiteit en dat beïnvloedt de mentaliteit van de exporteurs”, zegt Nabil Jijakli. Dat is geen goede zaak voor een open economie als de onze. Dat ontgaat ook Jan Jambon niet. “Vlaanderen is de meest open economie van de wereld en de vijftiende grootste uitvoerder. Een op de drie banen in Vlaanderen is verbonden aan internationale handel. Export is de levensader van onze economie. Daarom werk ik aan een toekomstbestendig handelssysteem.”

Exportbarometer: waar liggen Belgische bedrijfsleiders van wakker?

Leve de buurlanden

Uit de enquêteresultaten blijkt dat onze bedrijven de buurlanden en de rest van de EU als voornaamste exportbestemmingen beschouwen. Op de derde plaats komt Azië, met 37 procent van de respondenten. De VS en Canada zijn pas vierde, met 31 procent. Moet het Vlaamse exportbeleid meer focussen op Azië? “Als bevoegde minister kijk ik naar de hele wereld, en dus ook naar Azië”, zegt Jambon. “Vlaanderen heeft flink wat economische vertegenwoordigers en technologieattachés in Azië, die daar Vlaamse bedrijven begeleiden. Maar er is meer. Op 1 februari trad het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Japan in werking, en eind november zal dat ook het geval zijn voor het vrijhandelsakkoord met Singapore. Hopelijk zal het vrijhandelsakkoord met Vietnam snel volgen. De EU onderhandelt ook nog met Indonesië. Met China wordt nog onderhandeld over een investeringsakkoord, waarbij we wel moeten beseffen dat dit land tegelijk onze partner, concurrent en rivaal is.”

Merkwaardig is dat amper een op de vijf bedrijven exportsteun heeft gevraagd bij een van de drie regionale organisaties. Dat is ook zo voor FIT (Flanders Investment and Trade), het Vlaamse overheidsagentschap voor exportpromotie. Vindt Jambon dat een goed resultaat? “Ik vind dat een mooi cijfer, maar FIT moet daarin blijven investeren. We blijven aandacht hebben voor begeleiding van ondernemers die zaken willen doen in landen waarmee de EU handels- of investeringsakkoorden afgesloten heeft, of zal afsluiten. Overigens hebben niet alle bedrijven de hulp van FIT nodig, en dat is maar goed ook.”

Geen verzekering

De hoge loonkosten blijven de belangrijkste moeilijkheid waarmee onze exporteurs kampen. De administratieve formaliteiten zijn blijkbaar vereenvoudigd, want ze zijn ingehaald door het risico van niet-betaling (25%). Een op de twee ondernemingen zegt al schade te hebben geleden door onbetaalde facturen. Paradoxaal genoeg dekt 23 procent van hen zich niet in tegen dit risico, via een kredietverzekeraar, een bankgarantie of een verplichting tot vooruitbetaling. “Dat is verrassend”, besluit Nabil Jijakli. “Het bevestigt dat de grootste concurrent van een kredietverzekeraar niet de andere verzekeraars zijn, maar de keuze van sommige ondernemingen om dat risico niet te dekken.”

‘Onderschat een brexit niet’

15 procent van de exporterende bedrijven denkt nog altijd dat de Britten gewoon in de Europese Unie zullen blijven. En 44 procent denkt dat de termijn opnieuw zal worden verlengd.

De bedrijfsleiders zijn iets voorzichtiger geworden over de mogelijke impact van een brexit. Een meerderheid gelooft nog altijd dat er geen effect zal zijn, maar hun aandeel daalt van 61 naar 52 procent. Minder dan 10 procent vreest een sterk negatief effect. In Vlaanderen is dat amper 5,6 procent. “In de voorbije maanden zagen we een golfbeweging in de bezorgdheid over de brexit”, zegt Vlaams minister-president. “Als ondernemers de impact van de brexit relativeren, kan dat het gevolg zijn van de al getroffen voorbereidingen. Ik denk aan de sensibiliserings- en informatiecampagnes, de rondetafelgesprekken, de helpdesk en de mogelijkheid van financiële steun voor getroffen bedrijven. Maar opgepast. De potentiële impact van een brexit op Vlaanderen blijft enorm. Het Verenigd Koninkrijk is de vierde exportmarkt van Vlaanderen. De Vlaamse exporteurs nemen 86 procent van de Belgische uitvoer naar het VK voor hun rekening.”

Een brexit zonder akkoord met de EU is nog altijd niet van de baan, waarschuwt Jambon. Dat maakt de onderhandelingen over de toekomstige handelsrelatie met het VK des te belangrijker. “Studies tonen aan dat een klassiek vrijhandelsakkoord een negatieve impact van 1,8 procent op het Vlaamse bbp heeft. We hebben dus alle belang bij een zo ambitieus mogelijk partnerschap met het VK.”

Dat neemt niet weg dat we ons moeten blijven voorbereiden op een brexit zonder akkoord, anders wordt de tol erg zwaar, volgens Jambon. “Volgens een studie van de KU Leuven verliest Vlaanderen dan 28.000 banen en 2,5 procent van zijn economie.”

Exportbarometer credendo/trends

De exportbarometer werd opgesteld op basis van een enquête bij 1371 mensen, van wie 36 procent CEO’s. De vragen werden online gesteld tussen 15 september en 15 oktober 2019.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content