Erik Bruyland

Eerst gezonde staten, dan meer Europa

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Naarmate de crisis dieper snijdt, neemt de aversie tegen Europa toe. Populisten spelen een gevaarlijk spel door te sneren naar ‘Duitse dictaten’, terwijl stuurloze politieke en economische elites ijveren voor meer Europees federalisme tegen de volkswil in. Zo dreigen we tussen twee stoelen terecht te komen.

De problemen in de eurozone zijn in eerste instantie veroorzaakt door slordige overheden in slecht bestuurde lidstaten. Niet door de financiële markten, ook al reageren ze vaak irrationeel. Het door elkaar halen van oorzaak en gevolg of foeteren tegen kredietbeoordelingsagentschappen – al waren die ook niet onschuldig – komt neer op het negeren van de realiteit: schuldenbergen die onze welvaart ondermijnen en ons systeem doen vastlopen.

Het teruggrijpen naar hefboomeffecten in een Europees steunfonds houdt risico’s in, want precies die multiplicatoreffecten hebben het financiële en bancaire stelsel op hol gebracht. Berlijn vreest dat hoe gemakkelijker ontsporende lidstaten zich aan een noodfonds kunnen laven, hoe minder ze geneigd zijn orde op zaken te stellen. Hopen op blanco cheques van Peking is ook illusoir, evenzeer als denken dat China bereid zou zijn op korte termijn zijn munt op te waarderen.

Terwijl de politici rondjes blijven draaien, zodat kostbare tijd verloren gaat voor noodzakelijke saneringen en correcties, spelen populisten stokebrand met het uit de kast halen van het schrikbeeld van Duitse overheersing. Anderen gaan er dan weer van uit dat datzelfde Duitsland de rekening maar moet betalen. De ultieme oplossing ten slotte, lijkt meer technocratisch toezicht vanuit sterk gecentraliseerde Europese instellingen. Dat is een mooi ideaal. Europa moet die weg op, maar is er nog niet klaar voor. We zijn niet de Verenigde Staten van Amerika, India of Brazilië waar natuurlijk aanvoelende federale instellingen geldtransfers verrichten van rijke naar armere deelgebieden. Hooguit kan een economisch, budgettair en fiscaal beleid vanuit Brussel afdwingbaar worden gemaakt.

Om het Europese project niet vroegtijdig helemaal te discrediteren, is de allereerste prioriteit dat elk van de lidstaten door de zure appel bijt. Ze moeten de verantwoordelijkheid voor saneringen niet afschuiven op Europa. De Brusselse instellingen hebben daarvoor bij de bevolking nog niet de nodige legitimiteit. Tegelijk is messenslijperij tegen de financiële markten – zonder geloofwaardige hervormingen die economische groei aanzwengelen – vechten tegen de bierkaai.

De nationale overheden moeten prioritair verantwoordelijkheid opnemen; moedig en pedagogisch duidelijk maken waarom structurele bijsturingen onvermijdelijk zijn. Pas daarna kunnen politici de bouwstenen aanbrengen voor een sterke Europese Unie, gedragen door volkeren die er de noodzaak van inzien. Zodat we op termijn niet ondergeschikt worden aan bestaande, opkomende en nieuwe grootmachten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content