Slaaponderzoek biedt minder hinder voor patiënt

© istock

Slaaponderzoek bij patiënten met de chronische longziekte COPD of andere slaap- en ademhalingsproblemen is altijd een heikele kwestie geweest.

Het is immers niet makkelijk om de slaper op een efficiënte manier op te volgen en een diagnose te stellen, en hem of haar ondertussen niet te hinderen in de slaap. Nieuwe slaapdiagnose- en behandelproducten verlichten de taak voor zowel patiënt als zorgverlener.

Het onderzoeksproject NXT_SLEEP van de dienst pneumologie, het slaapcentrum van het UZA en een reeks Vlaamse toptechnologiebedrijven heeft tot doel sensoren te ontwikkelen om patiënten tijdens hun slaap op te volgen zonder hen te hinderen. Via chiptechnologie monitoren de sensoren het hart en de ademhaling van de patiënt zonder dat die er veel van merkt. De gegevens worden doorgestuurd naar de behandelende arts, zodat de patiënt thuis kan worden opgevolgd.

Vier soorten sensoren

Steeds meer patiënten worden thuis beademd met een beademingstoestel. Ze hebben daarbij nood aan slaapmonitoring, maar de kabels en elektroden die hieraan verbonden zijn maken het lastig om te slapen. Bovendien geeft een klassiek slaaponderzoek maar informatie over één nacht en komen de gegevens van een beademingstoestel vaak pas na weken of zelfs maanden bij de arts. Met eenvoudige sensoren die patiënten thuis kunnen gebruiken, kunnen ze een hele week of langer worden opgevolgd. Het systeem meet continu en stuurt de gegevens meteen door.

Concreet worden er binnen het project vier soorten sensoren ontwikkeld:

  • Sensoren in de vorm van een kabel worden ingeweven in een matrashoes. Uit de op- en neergaande bewegingen haalt de sensor informatie over de ademhaling .
  • Een sensor in een kleine, draadloze patch die op de borst wordt gekleefd, maakt een elektrocardiagram (ECG) van het hart.
  • Een microsensor in een beademingsmasker meet het CO2-gehalte in de uitgeademde lucht. Te veel CO2 wijst op onvoldoende beademing.
  • Een sensor in de matras meet de vochtigheid en temperatuur en geeft zo een beeld van het autonome zenuwstelsel van de patiënt.

Slaapapneu is een veel voorkomende aandoening. Ruim 300.000 Belgen leiden aan obstructief slaapapneu. Daarbij sluit de bovenste luchtweg minstens vijf keer per uur langer dan tien seconden af, waardoor de patiënt telkens wakker wordt. Meer dan 80 procent van de patiënten beseft niet eens dat ze aan de ziekte lijden, maar de gevolgen zijn er wel: van zuurstoftekort, vermoeidheid en concentratiestoornissen tot een grotere kans op hart- en vaatziekten. De toegenomen mogelijkheden van monitoring en gerichtere behandeling voor deze aandoening betekent in vele gevallen een enorme verlichting voor de patiënt.

Barbara Vandenbussche

Partner Content