Europees Commissaris Mariya Gabriel en digital champion Saskia Van Uffelen: ‘We mogen de trein van 5G niet missen’

MARIYA GABRIEL EN SASKIA VAN UFFELEN "We mogen de trein van 5G niet missen. Dat is cruciaal voor onze competitiviteit." © Karel Duerinckx
Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

De Europese Unie maakt er een prioriteit van de lidstaten klaar te stomen voor de digitale transformatie. Europees Commissaris voor Digitale Economie Mariya Gabriel en digital champion Saskia Van Uffelen breken een lans voor meer digitale vaardigheden en meer ambitie, ook voor 5G.

Het interview met Europees commissaris voor Digitale Economie Mariya Gabriel en Saskia Van Uffelen vond plaats de dag voordat bleek dat het dossier van het mobiele 5G-netwerk in België politiek compleet vastzit. Beiden hoopten op een akkoord. Ze wilden het potentieel van de verdere digitalisering benadrukken. “We mogen de trein van 5G niet missen”, zegt de Bulgaarse. “Daarom hebben we over heel Europa al 39 testen met 5G gesteund. Daarnaast liepen nog andere experimenten door Europese bedrijven. Dat is cruciaal voor onze competitiviteit.”

“Als België niet tot een akkoord komt over 5G, is dat bijzonder spijtig”, zegt Van Uffelen. Ze verliet onlangs Ericsson Belux en maakt van die gelegenheid gebruik om haar activiteiten als digital champion op te voeren. Die eretitel is door de Europese Unie in het leven geroepen, zodat de digitale kampioenen in de lidstaten met voldoende gezag aan de kar van de digitalisering kunnen trekken. “We beslissen eigenlijk die kans niet met beide handen te grijpen. We kunnen nu al beginnen met nieuwe projecten. We hebben 5G nodig voor zaken zoals het grootschalige gebruik van slimme meters.”

“5G is heel belangrijk. Het is een veel sneller mobiel netwerk, dat bijna zonder vertraging veel meer gegevens verwerkt. Dat maakt nieuwe toepassingen mogelijk. Daarmee kunnen bedrijven hun marges herstellen. Die marges slinken nu doordat de digitalisering hun oude businessmodel onder druk zet.”

De Europese Unie kan ambitieuze doelstellingen formuleren, maar het zijn de lidstaten die ze moeten halen.

MARIYA GABRIEL. “De Europese Commissie heeft de lidstaten de voorbije jaren op het hart gedrukt niet dezelfde fouten te maken als bij de introductie van 3G en 4G. Ze moeten deze keer wel zorgen voor voldoende dekking en genoeg onderlinge afspraken maken over de frequenties en de regulering.”

Met 5G moeten we ook kiezen wiens infrastructuur we gaan installeren. Er is steeds meer wantrouwen tegen de Chinese producenten van telecominfrastructuur Huawei en ZTE.

SASKIA VAN UFFELEN. “Het is maar normaal dat we zeker willen zijn van onze infrastructuur en dat producenten zich schikken naar onze wetten. Vergeet ook niet dat in de toekomst miljarden toestellen met het internet verbonden zullen zijn. Daaronder zijn kritische toestellen zoals pacemakers.”

GABRIEL. “Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker zei in een speech dat Europa open is, maar niet voor het grijpen. Onze regels en waarden zijn te respecteren. We werken aan een Europese cybersecurityact. Een van de kernpunten is certificering en controle op de veiligheid en de betrouwbaarheid. In een eerste fase zal dat vrijwillig zijn, maar ik verwacht dat dat voor sleutelsectoren verplicht wordt.”

De Europese Unie heeft met de invoering van de GDPR-privacyregels al een ingrijpende hervorming achter de rug. Volgens critici kunnen Europese techbedrijven daardoor niet internationaal concurreren.

GABRIEL. “De GDPR is in nog geen twee jaar tijd dé goudstandaard geworden voor de bescherming van persoonsgegevens. Buiten de Europese Unie wordt nagedacht over soortgelijke hervormingen. Vertrouwen is cruciaal in de digitale economie. Dat vertrouwen komt er omdat mensen toestemming moeten geven en geïnformeerd moeten worden over welke data er worden verzameld en hoe die worden gebruikt.

“Er zijn inderdaad weinig Europese b2c-platformen, maar op de zakelijke markt is dat heel anders. Europa is bij de koplopers als het gaat om de infrastructuur achter het internet, robotica en artificiële intelligentie. We hebben veel troeven. 30 procent van het beste wetenschappelijk onderzoek gebeurt in Europa. Om onze positie nog te versterken werken we aan een betere eengemaakte markt voor digitale diensten. Daarnaast geven we ook veel Europese steun. Het budget voor alle projecten voor het digitale Europa in de nieuwe Europese begroting zal 9 miljard euro bedragen. Dat is een duidelijk signaal dat het ons menens is met de digitalisering, maar ze moet ten dienste staan van de mens.”

Het is ons menens met de digitalisering, maar ze moet ten dienste staan van de mens” – Mariya Gabriel

Digitalisering zal ook banen kosten, zeker nu artificiële intelligentie doorbreekt.

GABRIEL. “Niemand kan het precies voorspellen, maar het is duidelijk dat de technologie een enorme kans is om de last van repetitieve taken en fysieke arbeid te verlichten. Op Europees niveau rust het beleid voor artificiële intelligentie op drie pijlers: onze technische expertise versterken, afspraken maken over het ethische gebruik en de sociale impact onderzoeken. Er zijn dus uitdagingen. Maar als we ons daar goed op voorbereiden, kunnen we maximaal genieten van de voordelen.”

VAN UFFELEN. “Met hulp van Agoria heb ik de impact van artificiële intelligentie gedetailleerd in kaart gebracht voor België. Er gaan net meer, maar andere banen zijn. Om dat wantrouwen weg te nemen, zullen we een tool lanceren om per sector en per niveau de impact te simuleren. Een verpleger kan dan opzoeken welke vaardigheden hij nodig heeft om zijn baan te blijven doen. Het is een manier om het bewustzijn te vergroten. Mensen kunnen via een onlinequiz, Digital Duel, zien hoeveel digitale vaardigheden ze al hebben. Dat wordt ook in andere landen uitgerold.”

U bent al jaren een voorstander voor meer digitale vaardigheden in het onderwijs.

VAN UFFELEN. “Er is al veel gebeurd. Onderwijs is een bevoegdheid van de gemeenschappen, zij hebben programmeren opgenomen in de eindtermen van het middelbaar onderwijs. Maar ik hoop dat de volgende federale regering ook blijft benadrukken dat digitale vaardigheden een prioriteit moeten zijn. En niet alleen in het onderwijs: de mensen die werken, moeten ook worden bijgeschoold. En ten slotte zijn er de ICT-specialisten zelf, daar hebben we er nog te weinig van. Het hoger onderwijs heeft al veel gedaan, maar we kunnen studenten daar nog meer internationale ervaring en praktische kennis laten opdoen.”

GABRIEL. “De Europese Unie heeft daar een specifiek programma voor, digital opportunity traineeships. Meer dan 1500 studenten hebben al zo’n digitale stage gevolgd in het buitenland. Er zijn nog veel andere Europese initiatieven en het is hoopgevend dat er zo veel lokale projecten zijn. De bevoegdheden zijn misschien verdeeld, maar de neuzen staan in dezelfde richting.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content