Digitalisering maakt lokale belastingheffing moeilijker

© iStock
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Amerikaanse internetbedrijven verdienen fors in Europa, maar betalen enkel winstbelasting aan Washington. Een poging van de OESO om tot een eerlijke fiscale verdeling te komen, is vorige maand mislukt. Amerika weigert mee te werken. Axel Smits, de Europese topman van de fiscale poot van PwC, voorspelt dat Europese landen daarom eenzijdig taksen op internetverkeer zullen invoeren.

“De OESO maakte vorige maand op verzoek van de G20 haar voorstellen rond Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) bekend. Die moeten vermijden dat multinationals artificieel winsten versluizen naar landen met een lage belasting. “Dat is mooi, maar naïef”, reageert Axel Smits, Managing Partner Tax & Legal Services EMEA van de consultant PwC. “De OESO voert een achterhaalde strijd, gebaseerd op het fiscale systeem van het interbellum. Belastingplichtigen droegen via de lokale overheid bij aan de nationale welvaart. Dat is de voorbije decennia volledig scheefgetrokken door de virtualisering en de digitalisering van de wereldeconomie. Het begrip lokaal verliest stilaan aan betekenis.”

Verdwijnende belastingbetaler

Unilaterale maatregelen kunnen de hefboom zijn voor een correcte belasting.

Smits wijst erop dat de digitalisering van de economie de allocatie van winsten in een bepaald land bemoeilijkt. “Niet alleen de winsten, maar de belastingbetalers zelf verdwijnen.” Al in 1997, toen e-commerce furore begon te maken, verwees The Economist naar the disappearing taxpayer. Omdat heel wat handel op het internet gebeurde, verloor de fiscus de greep op de winsten. Tegelijk daalde de omzet van de klassieke winkels, dus ook de vennootschapswinst die de fiscus kon opstrijken.

“De virtuele bedrijfsactiviteiten zijn intussen sterk toegenomen”, weet Smits. De financiële sector digitaliseerde. Het internet nam al de plaats in van speelgoed-, boeken- en platenwinkels. Bakstenen winkels verkopen minder door de Zalando’s en de Coolblue’s van deze wereld. Internetbedrijven puren inkomsten uit reclame voor hun Europese klanten. Wanneer 3D-printing doorbreekt, zal ook de productie van wisselstukken en andere materialen virtueel gebeuren. Meestal betalen bedrijven voor die internetactiviteiten enkel winstbelasting in hun thuisbasis.”

In 1963 creëerde de OESO een model voor belastingverdragen met als doel ondernemingen correct belastingen te doen betalen op winsten die ze buiten hun thuisland maken. Als ze daar een ‘vaste inrichting’ hebben, gebeurt de belastingheffing in dat derde land, zonder dat ze voor die activiteit nog eens worden belast in het thuisland. België kan bijvoorbeeld belasting heffen bij een buitenlandse groep met een kantoor of tewerkstelling in België.

Maar het OESO-modelverdrag bepaalt ook negatieve voorwaarden, die belastingheffing uitdrukkelijk uitsluiten. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het buitenlandse bedrijf in België enkel goederen opslaat. “En laat net dat nu dikwijls het enige zijn dat internetbedrijven nodig hebben om dicht bij de klant actief te zijn”, stelt Smits. “Vroeger werden buitenlandse groepen hier belast omdat ze winkels hadden. De internetbedrijven aan de Westkust betalen netjes hun winstbelasting aan de Amerikaanse overheid, maar geen euro aan Europese overheden. Ook de fiscus voelt dus de ontwrichtende kracht van het internet. E-commerce is de zwarte zwaan van de Europese ministers van Financiën.”

VS versus Europa

Een OESO-werkgroep heeft de voorbije jaren gezocht naar een oplossing om het concept ‘vaste inrichting’ te herbekijken. De Amerikaanse en de Franse covoorzitters stonden echter lijnrecht tegenover elkaar, zodat de OESO vorige maand geen oplossing kon voorleggen. “De Verenigde Staten bewegen niet, omdat elke uitbreiding van het begrip ‘vaste inrichting’ hun geld kost”, verklaart Smits.

Europa moet toelaten dat er wat minder belastingen binnenkomen en de VS moeten begrijpen dat een nulbelasting niet haalbaar is.

“Omdat de OESO geen fundamentele aanpassing biedt, staat de deur wagenwijd open voor unilaterale maatregelen. Landen als Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk pikken het echt niet dat de Amerikaanse belastingdienst als enige profiteert van e-commerce. Lokale belastingdiensten worden almaar agressiever. Het Verenigd Koninkrijk heeft al nieuwe regels geformuleerd en de rest zal volgen om een deel van de in hun land gemaakte winsten binnen te halen. De maatregelen kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met het volume van het dataverkeer (zie De bittaks heruitgevonden) of een indirecte belasting zijn (zie Btw-verhoging).”

De consultant is geen voorstander van unilaterale maatregelen, omdat die leiden tot een dubbele belasting: een op de winst in de VS en een andere met dezelfde belastbare basis in Europa. “Unilaterale maatregelen kunnen wel de hefboom zijn voor een correcte belasting. De voornamelijk Amerikaanse internetbedrijven zullen na een Europese escalatie van fiscale reparatiemaatregelen in Washington aandringen op een oplossing”, voorspelt hij. “De Amerikaanse overheid moet dan wel om de tafel zitten met haar Europese partners. Er zal een compromis moeten komen. Europa moet toelaten dat er wat minder belastingen binnenkomen en de VS moeten begrijpen dat een nulbelasting niet haalbaar is.”

Het is geen eenvoudige opdracht een belangrijk verlies aan inkomstenbelasting tegen te gaan. “Het gaat niet alleen om de typische internetretailers”, zegt Smits. “Een steeds groter aantal bedrijven drijft internationaal handel zonder lokale fysieke aanwezigheid. Onze politici moeten zich geen illusies maken. Het volledige belastingverlies kunnen ze niet recupereren. De moeilijkheid is dat er maar één koek te verdelen is en dat elk land er een groter stuk van wil.”

Verhoog de btw

Overheden zoeken nieuwe fiscale mogelijkheden om greep te krijgen op de vennootschapswinsten uit e-commerce. Als er geen oplossing gevonden wordt in het kader van de vennootschapsbelasting, zullen ze alternatieven zoeken in de indirecte belastingsfeer. Al in 1997 stelde The Economist een verschuiving voor van de vennootschapsbelasting naar de btw om winsten op het internet te belasten. Zo’n taxshift kan het verlies aan vennootschapsbelasting door e-commerce compenseren.

Axel Smits (PwC): “De vennootschapsbelasting is een zeer dure belasting. De overheid, die een administratie moet opzetten, en voor de privésector, die ook een apparaat moet inzetten. Toch is die belasting maar goed voor amper 10 procent van de belastinginkomsten op. Vervang die belasting door een hogere btw, en er valt een zware administratieve last weg. Zo zou de overheid bij e-commerce bijvoorbeeld behalve 21 procent btw ook een solidariteitsbijdrage van 5 procent kunnen toepassen. Zo’n verhoging gebeurt natuurlijk het best in een Europees kader, anders dreigt een massale verschuiving van aankoopgedrag van hoge naar lage btw-stelsels.”

De vennootschapsbelasting afschaffen zal niet eenvoudig zijn. “Er zijn al landen die geen vennootschapsbelasting innen, maar die krijgen dan van de OESO het etiket van belastingparadijs”, klinkt het. “Daarom wordt er het best een internationale oplossing geformuleerd.”

De bittaks heruitgevonden

Niet alleen de winsten, maar de belastingbetalers zelf verdwijnen”

Axel Smits (PwC) voorspelt dat Europese landen snel de lokale winsten van (vooral Amerikaanse) e-commercebedrijven fiscaal zullen afromen. Als hoofd van de Europese fiscale praktijk van PwC heeft een goede kijk op de manier waarop dat kan gebeuren.

“In het Verenigd Koninkrijk gebeurt dat op basis van de diverted profits tax. Die simuleert de lokale aanwezigheid van een onderneming zonder vaste inrichting in het Verenigd Koninkrijk en heft op de zogenoemde ‘afgeleide winsten’ een lokale belasting van 25 procent.

“Een andere groep maatregelen is specifiek gericht op de nieuwe digitale wereld. Die zijn vergelijkbaar met een bittaks op het internetgebruik, die professor Luc Soete in 1996 al voorstelde. Belastingverdragen laten al vijftien jaar toe dat landen servers als een (belastbare) vaste inrichting beschouwen, op voorwaarde dat het e-commercebedrijf er zelf eigenaar van is of de server least. Die belasting is evenwel eenvoudig te vermijden via webhosting (het aanbieden van digitale ruimte voor het opslaan van informatie). Frankrijk bekeek dan weer de mogelijkheid data van individuele gebruikers te capteren en te belasten, maar dat is in strijd met de privacyregels. Spanje trachtte websites te belasten, maar dat werkte evenmin.

“Een derde groep landen, zoals Japan en Zuid-Korea, zoekt heil in de invoering van een belasting op digitale transacties in hun land. Smits stelt dat het ook in Europa mogelijk is de nationale omzet te bepalen op basis van de btw die het internetbedrijf betaalt op zijn verkoop op afstand in Europese landen. Het betalen van btw is verplicht bij de verkoop aan particulieren vanaf 35.000 euro per land. “Op basis van de omzetcijfers kan de fiscus perfect de winst inschatten als een belastbare basis”, klinkt het.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content