Redactie Trends

De onmogelijke slogan van Hollande

De fundamentele contradictie van de fantaisie hollandaise: minder besparen, meer investeren.

Erg opvallend hoe winnaar François Hollande in zijn overwinningsspeech al probeerde te veranderen van nadruk. Plots had hij het over “la justice” en “la jeunesse” als de items waar men hem mocht op afrekenen. Slechts en passant kwam er nog een verwijzing naar wat hij de voorbije periode voortdurend als slogan hanteerde, namelijk “Minder besparen, meer investeren”.

Allicht begint het de nieuwe Franse president en zijn omgeving te dagen dat ze met deze slogan opgezadeld zitten met een fundamentele contradictie.

Meer investeringen kunnen er grosso modo op twee manieren komen, ofwel van de private ondernemingen en van de gezinnen inzake vooral woningbouw. Ofwel van de overheid. Om private ondernemingen aan te zetten tot investeringen is er vooral vertrouwen nodig in het investeringsklimaat. Met zijn retoriek van, onder meer, hogere belastingen en een grotere greep van de overheid op de economie werkt Hollande, om het eufemistisch uit te drukken, niet echt vertrouwenswekkend.

Wat zeker ook niet bijdraagt aan de neiging tot meer investeringen vanwege Franse privé-bedrijven is het feit dat Hollande het thema van het gebrekkige internationaal concurrentievermogen van de Franse economie altijd van tafel geveegd heeft. De Franse loonkosten zitten 15 tot 20 procent uit koers ten opzichte van de Duitse.

Nog twee andere element werken drukkend op het vertrouwen van ondernemers en investeerders. Ten eerste, de mogelijke nieuwe heisa op Europees vlak als gevolg van Hollande’s stellingname over het fiscal compact en aanverwante. Ten tweede, hoe zwaar wegen de extremere linkse krachten binnen het Hollande-kamp (de groep rond Melonchon)?

Moeten die investeringen dan maar van de overheid komen? Theoretisch kan dat, in de realiteit van vandaag niet. Frankrijk zit op de radars van de financiële markten al dicht in de buurt van de gevarenzone. Een korte blik op de evolutie van de publieke financiën van het land leert dat er goeie redenen zijn voor achterdocht ten opzichte van Frankrijk, zeker als men vergelijkt met Duitsland. Over de periode 1996-2005 presteerden beide landen erg gelijkmatig: met een gemiddeld begrotingstekort gelijk aan 2,9 procent van het BBP voor Frankrijk en 2,6 procent voor Duitsland. Het gemiddelde niveau van de overheidsschuld situeerde zich voor dezelfde periode op 60 procent voor Frankrijk en 62 procent voor Duitsland.

Sedert 2006 haalt Frankrijk evenwel systematisch grotere deficits dan Duitsland, zowel nominaal als wanneer uitgezuiverd voor de effecten van de economische conjunctuur op het begrotingstekort. Tegen eind van dit jaar zal Frankrijk volgens het IMF een overheidsschuld hebben gelijk aan 89% van het BBP terwijl Duitsland zal uitkomen op 79%. Onder meer door de erfenis die Sarkozy achterlaat, beschikt Frankrijk dus helemaal niet over de ruimte om aan bijkomende deficit spending te gaan doen, ook al zou het voor investeringen zijn. Het is immers ook algemeen bekend dat uit alle ernstige projecties voor de Franse publieke financiën blijkt dat deze op de langere termijn op een echte ramkoers zitten.

Er kleven dus fundamenteel contradictorische elementen aan de hele aanpak van François Hollande. Hoe lang gaat het duren vooraleer de nieuwe Franse president ontdekt en toegeeft dat de weg naar bijkomende investeringen in de Franse economie onder meer langs het pad van de besparingen op het overheidsapparaat loopt?

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content