De globalisering van het voetbal heeft het Europese model eindelijk ingehaald (video)

Eden Hazard tijdens een CL-wedstrijd tussen Real Madrid en Club Brugge. (01/10/2019) © Belga Image
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Het Europese voetbal lijkt zijn ziel te verkopen aan de markt. Toch is de oprichting van een Super League een logisch gevolg van de mondialisering van het voetbal. De kijkers in Azië willen dat de beste ploegen van de wereld het elke week tegen elkaar opnemen.

Het is theoretisch nog altijd mogelijk dat Waasland-Beveren zich volgend seizoen plaatst voor de Champions League. Theoretisch is het daarom nog altijd mogelijk dat het fiere Real Madrid over twee jaar op bezoek moet naar de Freethiel, waar de verf van de poorten bladdert en vrijwilligers vol-au-vent serveren aan de vips. Die kans op een affiche Waasland-Beveren versus Real Madrid is de historische ziel van het open Europese voetbal, maar je kunt het clubs als Real Madrid of Manchester United niet kwalijk nemen dat ze hun businessmodel niet langer willen bouwen op nostalgie en historie. De Europese topclubs spelen liever elke week tegen elkaar, om hun mondiale bereik optimaal te verzilveren.

Dit is een logische evolutie van een voetbalindustrie die al decennia groeit.

De aankondiging dat twaalf Europese topclubs een eigen supercompetitie oprichten, kwam gisteren dan ook niet als een donderslag bij heldere hemel. Drie andere clubs zouden zich daar nog bij aansluiten. De supercompetitie is de grootste transformatie van het Europese voetbal sinds de oprichting van de Champions League aan het begin van de jaren van de jaren negentig. Waarnemers nemen het initiatief heel ernstig. De voorzitters van de topclubs hebben zich publiekelijk achter de competitie geschaard. De zakenbank JP Morgan heeft 6 miljard dollar verzameld, om in de reeks te investeren.

(Lees verder onder de video)

De Super League zou bestaan uit twintig clubs, met vijftien vaste deelnemers die niet kunnen dalen. De deelnemende clubs zouden volgens Financial Times 100 tot 350 miljoen euro krijgen voor hun deelname. Die clubs blijven ook spelen in hun nationale competities. De Super League zou jaarlijks 4 miljard euro aan inkomsten moeten genereren.

Logische evolutie

“De oprichting van een Super League stond in de sterren geschreven”, zegt Bert Van der Auwera, strategisch adviseur sport en ethisch ondernemerschap, en tot vorig jaar algemeen raadgever van RSC Anderlecht. “Dit is een logische evolutie van een voetbalindustrie die al decennia groeit. Die topclubs opereren op wereldschaal. De eigenaars en de supporters komen van overal ter wereld, en de sponsors mikken op wereldmarkten. In de supercompetitie strijden de besten van de wereld tegen elkaar. Daar gaat het om in een wereldsport als voetbal. De topclubs willen daarbij zijn. De optelsom van mondiale clubeigenaars, een mondiale markt en mondiale technologie levert logischerwijs een mondiale clubcompetitie op.”

Voorlopig zijn de twaalf stichtende clubs de topclubs uit het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Italië. Normaal sluiten ook Duitse topclubs als Bayern München en Borussia Dortmund zich bij hen aan, maar door hun andere bestuursmodel hebben zij een langer beslissingsproces. “Wellicht sluiten ook topclubs uit de Verenigde Staten en Azië zich aan. Het mondiale voetbal organiseert zich naar het voorbeeld van de formule 1, waar de beste 24 van de wereld het tegen elkaar opnemen. De jonge supporters in Azië en de VS willen topentertainment. Ze hebben er geen boodschap aan dat bijvoorbeeld Rode Ster Belgrado een Europese traditieclub is”, zegt Bert Van der Auwera.

Machtsstrijd

De UEFA, de Europese voetbalbond, heeft er de voorbije jaren alles aangedaan om deze afscheuring te vermijden. De UEFA controleert op dit ogenblik de Champions League. Ze bepaalt het format, sluit de sponsordeals en de tv-contracten, en ze herverdeelt het geld tussen de deelnemende clubs.

Tussen de topclubs en de UEFA is al jarenlang een machtsstrijd aan de gang over de controle over de Champions League en de bijbehorende geldstromen. “De Champions League is al uitgebouwd tot een product voor de wereldmarkten. De geldstromen zijn al stevig in het voordeel van de rijkere clubs”, zegt Wim Lagae, sporteconoom aan de KU Leuven. Er liepen gesprekken over een nieuwe joint venture tussen de UEFA en de topclubs, die de Champions League nog meer zou afstemmen op de behoeften van de grote clubs, maar tot een akkoord kwam het niet. Dat mag niet verbazen, omdat mondiale clubs als Real Madrid toch gevangen zouden blijven in het Europese keurslijf van de UEFA.

Verrassende timing

Europa is dus te klein geworden voor Real Madrid & co. Toch is de timing van de afscheuring vrij verrassend. De UEFA dacht nog respijt te hebben tot 2024. Het format van de Champions League wordt in cycli van drie jaar vastgelegd, en de huidige cyclus loopt nog tot 2024. Het is niet vanzelfsprekend om de lopende sponsor- en tv contracten aan te passen aan de nieuwe realiteit van een supercompetitie. “De topclubs dreigen al jaren met de atoombom van de afscheuring, om meer gedaan te krijgen van de UEFA. Het is heel opmerkelijk dat die atoombom in een grote sport als het voetbal toch op tafel komt, en dat het tot oorlog komt tussen de topclubs, die gedreven worden door een marktlogica, en de regulatoren, die in het voetbal heel machtig zijn”, zegt Wim Lagae.

‘De topclubs zouden kunnen besparen, maar dat zit niet in hun DNA.’

Dat de Super League vandaag toch op tafel ligt, heeft volgens Wim Lagae veel te maken met de coronacrisis: “Die doet de clubs zwaar bloeden. In het Europese voetbal loopt de schade op tot 2 miljard euro. De topclubs zouden kunnen besparen, maar dat zit niet in hun DNA. Dus zoeken ze meer inkomsten, die ze vinden in deze Super League. Die competitie zou hen ook verlossen van de vervelende Europese fair-playregels, die hen kunnen verplichten om te snoeien in de lonen. “

BeneLiga

De gevolgen op de lange termijn zijn nog onduidelijk, behalve dat de deelnemers aan de topcompetities hun dominantie verankerd zien. “Rijk zal nog rijker worden. Dit is de introductie van het wilde kapitalisme in het voetbal”, zegt Wim Lagae. Het mag duidelijk zijn dat de Super League straks het grote geld, en dus ook de grote talenten zal aantrekken. Voor de Belgische clubs liggen geen tickets meer klaar voor de Super League, maar in de praktijk was de Europese droom, waarbij ook relatief kleine clubs kunnen dromen van grote Europese successen, al een tijdje dood door het enorme overwicht van de clubs uit de grotere competities, aangevuld met de geldstromen van de Champions League.

Toch hoeft de Super League geen fataliteit zijn voor de rest. Mogelijk kan onder die topgroep een nieuw evenwicht ontstaan. “Voor het Belgische voetbal is dit een kans”, zegt Bert Van der Auwera. “We mogen geen defensieve strategie volgen, door bijvoorbeeld compensaties te eisen. We moeten vooruitkijken en onze plaats zoeken in de nieuwe realiteit, bijvoorbeeld door een BeneLiga op te richten, eventueel met een hybride model, met een nationale voorcompetitie en een nacompetitie met clubs van beide landen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content