De aardgasprijzen sinds de liberalisering: hoe wordt de prijs berekend?

© belga

Wie slim is, kan een aardige duit besparen op zijn gasfactuur. Sinds de vrijmaking van de gasmarkt in België zijn er steeds meer aanbieders en hun tarieven zijn veel minder gelijklopend dan wordt gedacht.

De prijzen in Vlaanderen schommelden bij de vrijmaking in januari 2007 tussen 4,75 en 5 eurocent per kilowattuur voor wie met gas verwarmt. Eind augustus 2011 moest er volgens een studie van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) tussen de 5,5 en 6,8 eurocent worden neergeteld voor diezelfde hoeveelheid. Bij klanten die gas alleen gebruiken in de keuken en om warm water te maken, stegen de prijzen van 7,5 tot 8,2 eurocent begin 2007 naar 8,5 tot 11,3 eurocent per kilowattuur.

Brussel en Wallonië

Ook in Wallonië en Brussel was diezelfde stijging merkbaar. In het hoofdstedelijk gewest bleef de stijging iets beperkter, van rond de 8 naar 8,8 tot 10,7 eurocent voor de “keuken-warmwaterklanten” (gemiddeld jaarverbruik: 2326 kilowattuur). Voor “verwarmingsklanten” (gemiddeld jaarverbruik: 23.260 kWh) was de verhoging dan weer iets uitgesprokener: van 5,2 tot 5,4 naar 5,9 en 7,2 eurocent per jaar.

Waalse ‘keuken-warmwaterklanten’ zagen de prijs omhoog gaan van 8,2 tot 8,8 eurocent in januari 2007 naar bedragen tussen 9,2 en 12,3 eurocent per kilowattuur 4,5 jaar later. Voor verwarmingsklanten dikte de factuur ook aan, de kilowattuur die in 2007 nog 4,9 tot 5,3 eurocent kostte, werd anno 2011 aangerekend aan 6,2 tot 7,4 eurocent.

Stookolie

Toch mag geen van de verwarmingsklanten in de drie gewesten echt klagen. Zelfs in vergelijking met de duurste leveranciers uit de studie – Electrabel in Brussel en Wallonië, en Luminus Actif in Wallonië – zijn ze nipt goedkoper af dan wie met stookolie verwarmt. Al stipt de CREG wel aan dat de vergelijking met de nodige omzichtigheid moet worden beschouwd. Er wordt vanuit gegaan dat 1 liter stookolie overeenkomt met 1 kubieke meter aardgas en 11 kWh. Maar de calorische waarde van een kubieke meter aardgas kan schommelen tussen 9,52 en 12,79 kWh/kubieke meter, wat uiteraard zijn invloed heeft op de prijs per kWh.

Bovendien koos de CREG bij de vergelijking olie/gas voor de gasleverancier met het grootste marktaandeel (de formule EnergyPlus van Electrabel Costumer Solutions) in de zone met een gemiddeld distributietarief (Iverlek). De tarieven van Lampiris en Essent liggen ongeveer 1,25 eurocent per KWh lager. Voor de stookolieprijs hanteert de CREG de maximumprijzen die gepubliceerd worden door de federale overheidsdienst Economie. Het beste stookolietarief ligt doorgaans 2 eurocent per liter lager.

Olieprijzen

Bij de vergelijking met stookolie speelt ook het effect van de doorrekening van de olieprijzen. Die beïnvloeden vrij snel de stookolieprijs, maar wordt pas met een vertraging van zes maanden in de prijs van de aardgasmolecule doorgerekend. Die prijs bepaalt ongeveer 60 % van de eindprijs, de rest wordt bepaald door nettarieven en taksen.

Sowieso is de studie geen absolute waarheid. Om de gemiddelde tarieven te bepalen, kiezen de onderzoekers telkens voor 1 distributienetbeheerder per gewest: het Vlaams-Brabantse Iverlek, het Waals-Brabantse Sideec en de enige in Brussel, Sibelga. De CREG beperkt zich in haar vergelijking tot de leveranciers die in minstens twee van de drie gewesten in dit land aanwezig zijn. Dat zijn Electrabel Costumer Solutions (ECS), Essent, Lampiris, Luminus (met de formule Actief 1 jaar), Nuon en Octa+. Sowieso zijn in het Brusselse gewest alleen ECS, Lampiris en Octa+ actief.

Wat wel opvalt, is dat de tarieven in augustus 2011 zijn gestegen bij de leveranciers (ECS, Luminus, Nuon) met een prijs die hoofdzakelijk is gebaseerd op een olie-indexering. Bij Essent, Lampiris en Octa+, die meer met een gasindexering werken, zijn de tarieven stabiel gebleven. Die drie spelers zijn ook het meest concurrentieel voor alle residentiële verbruiksprofielen. Voor een standaard jaarverbruik is er een verschil van 300 euro met de duurste leverancier.

Beurzen

Dat komt niet in de laatste plaats door de beursprijzen. Die voor gas, de zogeheten HUB-prijs in Zeebrugge en de TTF-prijs op de Nederlandse energiebeurs, bleven redelijk stabiel, terwijl de GOL603-notering, gelinkt aan de Londense beurs van 590 euro per ton in het tweede kwartaal 2011 steeg naar 650 euro per ton. Voor zowel gas als olie wordt de komende maanden overigens een stijging verwacht, waardoor de 300 euro verschil tussen duurste en goedkoopste aanbieder wellicht blijft.

Ook dient opgemerkt dat de vaste tarieven bijna altijd duurder waren dan de geïndexeerde, met uitzondering van maart en april 2009.

Luc Huysmans

Hoe wordt de gasprijs berekend?

Om de gasprijs te berekenen, hanteren de gasleveranciers vaststaande formules, die moeten worden goedgekeurd door de federale energieregulator CREG.

Het grote verschil met de prijsberekening voor elektriciteit is dat op Luminus na elke leverancier dezelfde Nc-parameter gebruikt om de stroomprijs te bepalen. Voor de liefhebbers: Nc is een berekening van de kostprijs van de brandstoffen die gebruikt zijn voor de stroomproductie. Een typische formule ziet er zo uit: Nc = 0,214 + 0,260 I fnu + 0,375 I coal + 0,240 I oil + 1,195 (1-I fnu) I spotgas. De I staat voor index, en slaat telkens op berekeningen die de beschikbaarheid van het nucleaire park, de steenkoolprijs, olie en gasprijzen weergeven. Daarnaast is er nog een Ne-parameter, die de evolutie van de lonen en de materialen weergeeft.

Voor gas hanteert elke leverancier zijn eigen formule. De twee voornaamste leveranciers (Electrabel en SPE/Luminus) gebruiken dezelfde componenten (0,25 HUB + 0,0468 GOL), maar hanteren een verschillend vast gedeelte. Nuon voegt daar ook nog een component Heavy Fuel Oil (HFO) aan toe. Lampiris, Essent en Octa+ kozen voor een index op basis van de gasprijs op de spotmarkt TTF.

Bovendien betaalt u eigenlijk minder voor uw gas dan uw factuur op het eerste gezicht toont. Want de prijs van de verbruikte energie en het transport daarvan naar ons land nemen iets minder dan twee derde van de totale eindprijs voor hun rekening. Eind 2007 bedroeg dat aandeel volgens de Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven Febeg nog 61,5%, maar in december 2010 was dat percentage al teruggevallen tot 57,9%. In die periode was die component met 4,12% gestegen. Distributienetkosten stegen in diezelfde periode met 34,97%, naar 20,8% van het totaal. Ook de heffingen, taksen en btw stegen in verhouding sneller, met 10,07%. Eind vorig jaar was het overheidsbeslag goed voor 21,2% van de prijs voor de eindverbruiker.

Het volledige ‘Dossier Gas’ leest u hier

Partner Content