Vlaamse gemeenten en steden hekelen de trage werking van de belastingsdienst. Door de huidige verwerking van de personenbelasting dreigt het geld van de aanvullende personenbelasting niet tijdig in de gemeentekas terecht te komen.
Dat meldt de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Op drie gemeenten na heffen alle Vlaamse steden en gemeenten een aanvullende belasting op de personenbelasting. Die centen komt pas in de gemeentekas drie maanden nadat de fiscus de aanslag heeft gevestigd. “Hoe sneller de staat werkt, hoe beter dus voor de gemeentelijke thesaurie. Een vertraging leidt niet alleen tot mogelijke kasproblemen voor de lokale besturen, ze zorgt er ook voor dat middelen waarop een gemeente in een bepaald begrotingsjaar had gerekend, naar een volgend jaar verschuiven”, luidt het bij de VVSG.
De voorlopige opbrengst voor de gemeenten ligt dit jaar erg laag. “Na twee maanden vestigen van aanslagen hebben de Vlaamse gemeenten recht op slechts 114,3 miljoen euro. Ter vergelijking: eind augustus 2012 stond de teller al op 343,1 miljoen euro”, luidt het.
Ook vorig jaar was er al sprake van een achteruitgang tegenover het jaar daarvoor.
“Toen was de uitleg dat men voorrang had gegeven aan de verwerking van de vooraf ingevulde aangiften, die vaak op lagere inkomens slaan en dus minder (aanvullende) personenbelasting opleveren. Voor de staat is dat mooi meegenomen, want dan moet die ook later starten met terugbetalingen aan belastingplichtigen. De gemeenten zijn hiervan de dupe”, zegt de VVSG.
Steden en gemeenten vragen al jaren dat de federale overheid werk zou maken van een structureel voorschottensysteem. Vorig jaar besliste minister van Financiën Koen Geens (CD&V) om de gemeenten eind december een voorschot te geven. Of dat nu weer gebeurt, is niet duidelijk. (Belga/NS)
