Alain Mouton

Sinterklaas komt niet meer langs

Alain Mouton Redacteur bij Trends

“Gratis bestaat niet. Het heeft ook nooit bestaan.” Dat is de mantra van de nieuwe Vlaamse regering, die de voorbije dagen door de Vlaamse excellenties meermaals werd herhaald. Alsof het een bezweringsformule is om het stevaertisme definitief te exorciseren.

Bij het aantreden van een nieuwe bewindsploeg hoor je vaak woorden als ‘historisch’ en ‘een keerpunt’. Gaan die op voor de Vlaamse regering onder leiding van Geert Bourgeois (N-VA)? Feit is dat de sinterklaaspolitiek die de voorbije jaren een vanzelfsprekendheid was geworden, tot het verleden behoort. Gedaan met gratis bussen, gratis water en gratis elektriciteit. Gezien de budgettaire beperkingen is dat anno 2014 niet langer mogelijk. Maar achter de budgettaire logica en de besparingsmaatregelen van de nieuwe Vlaamse regering staat een duidelijke maatschappijvisie: het gratisbeleid was een vorm van ver doorgedreven herverdeling, want de factuur wordt altijd wel door iemand betaald. Dat Vlaamse herverdelingsmechanisme wordt nu afgebouwd.

Aansluitend daarbij kiest de regering-Bourgeois voor wat we ‘fiscale redelijkheid’ kunnen noemen. Putten worden niet meer gevuld met extra belastingen. De nadruk ligt voor 70 procent op besparingen. Op die manier wil Vlaanderen volgend jaar een begroting in evenwicht bereiken. Het verschil met Wallonië blijft, want dat zal ondanks besparingen in 2015 nog altijd een tekort van 1,1 miljard euro optekenen.

Een derde opvallend onderdeel in het Vlaamse regeerakkoord is de weg die het arbeidsmarktbeleid moet inslaan. De deelstaten worden met de staatshervorming bevoegd voor het doelgroepenbeleid, waarbij ze gerichte lastenverlagingen kunnen toekennen aan bepaalde categorieën van werkzoekenden. Dat moet de concurrentiekracht van de bedrijven versterken en ervoor zorgen dat Vlaanderen tegen 2020 een werkgelegenheidsgraad van 76 procent bereikt. De nieuwe Vlaamse regering wil focussen op drie doelgroepen: mensen met een handicap, jongeren en ouderen. Wat die laatste categorie betreft, wordt de activeringsleeftijd opgetrokken van 60 naar 65 jaar.

Het Vlaamse gratisbeleid was een vorm van ver doorgedreven herverdeling

Minder herverdeling, werken aan de uitgavenkant, de versterking van de concurrentiepositie van bedrijven plus een efficiëntere arbeidsmarkt: die thema’s zullen wellicht over enkele weken opnieuw opduiken als het federale regeerakkoord succesvol wordt afgesloten. Het lijkt erop dat het Vlaamse regeerakkoord een voorafspiegeling is van het federale beleid. Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten sprak er zich op de persconferentie over het Vlaamse regeerakkoord al over uit: de deelstaten kennen lastenverlagingen toe voor doelgroepen, federaal wordt gekozen voor lineaire arbeidskostverminderingen om de concurrentiekracht te herstellen.

Maar meteen rijst de vraag wat de omvang van die lineaire lastenverlaging zal zijn. Een bevestiging van de 1,350 miljard euro die de regering-Di Rupo heeft beloofd (drie keer 450 miljoen euro tussen 2015 en 2019), is niet voldoende. Het moet minstens twee of drie keer meer zijn. Om te beginnen.

Als de vier partijen erin slagen om een Zweedse federale coalitie te vormen, moet een verregaande lastenverlaging een van de steunpilaren van het akkoord vormen, want een aantal heikele sociaaleconomische dossiers blijft de komende vijf jaar onaangeroerd. Dat is nu al duidelijk. Van een beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd — een eis van N-VA — kan geen sprake zijn, is bij MR en CD&V te horen. In dat geval onderschrijft de volgende federale ploeg de stelling van de regering-Di Rupo dat sneller dalende werkloosheidsuitkeringen die uitmonden in een leefloon, op hetzelfde neerkomen als een beperking in de tijd. Ook zou de automatische loonindexering behouden blijven, maar dat is misschien een louter politieke zet. Kwestie van een nu al ziedende PS-oppositie niet te veel munitie te geven.

Als het federale akkoord een doordruk wordt van het Vlaamse, zal de nadruk op besparingen liggen. En federaal komen we dan direct terecht bij de sociale zekerheid. Het Belgische overheidsbeslag van 56 procent van het bruto binnenlands product is de motor van een grote herverdelingsmachine, waarbij vooral de sociale zekerheid behoefte had aan nieuwe geldstromen, die meer en meer door algemene middelen en niet door sociale bijdragen van actieven worden gefinancierd. Die trend moet eveneens worden gekeerd. Maatregelen in de richting van langer werken en verdere aanpassingen van de groeinorm in de gezondheidszorg zijn daarom onvermijdelijk. Ook federaal komt Sinterklaas de komende jaren niet meer langs.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content