Redactie Trends

‘Regering blijft de verantwoordelijkheid voor de strijd tegen discriminatie bij de slachtoffers zelf leggen’

‘Het feit dat de inspectie niet proactief kan overgaan tot mystery calls is een gemiste kans om de strijd tegen discriminatie daadkrachtig te kunnen voeren’, schrijft Kamerlid Evita Willaert (Groen).

De Socio-Economische Monitoring van 2017 bevestigt nog maar eens dat personen van vreemde origine op de arbeidsmarkt minder kansen hebben. In geen enkel ander land in de Europese Unie is de kloof op de arbeidsmarkt tussen mensen van vreemde en autochtone origine zo groot als bij ons. Maar deze keer ontkracht de Socio-Economische Monitoring zwart-op-wit de dooddoener dat dat komt omdat mensen van vreemde origine minder hoog opgeleid zijn. Want een betere opleiding vergroot dan wel de kansen op een job, het neemt de kloof niet weg. Een hooggeschoolde jongere van Afrikaanse of Maghrebijnse origine moet gemiddeld twaalf maanden zoeken naar een eerste baan, tegen slechts drie maanden voor een Belgische hooggeschoolde. Meer nog, een werkzoekende van Belgische afkomst met een diploma middelbaar onderwijs vindt makkelijker werk dan een universitair van vreemde origine.

Regering blijft de verantwoordelijkheid voor de strijd tegen discriminatie bij de slachtoffers zelf leggen

In de berichtgeving krijgt onze Minister van Werk, Kris Peeters (CD&V), daarna steevast het woord. Want hij zal er binnenkort, bijna drie jaar na zijn eerste initiatief, in slagen om praktijktests, de zogenaamde ‘mystery calls’, goedgekeurd te krijgen door de meerderheid. Maar zullen die mystery calls echt zoden aan de dijk brengen of zijn ze eerder window dressing, resultaat van een politiek evenwicht tussen Minister Peeters die na zoveel jaren geen gezichtsverlies wil leiden en een N-VA die discriminatie “en de hele reutemeteut” eigenlijk maar nonsens vindt?

Ik zet daarom graag de puntjes op de i. Want na analyse van het wetsontwerp en de bespreking ervan in de Kamer vorige week, blijkt volgens mij dat Minister Peeters blij is met een dode mus. En dat verklaart ook meteen waarom N-VA en MR – die recent nog tegen de Brusselse ordonnantie rond mystery calls stemde – dit toch zullen goedkeuren.

Waar knelt het schoentje? De inspecteurs van de federale arbeidsinspectie zullen enkel reactief tot mystery calls kunnen overgaan, na een klacht of melding door een slachtoffer dus, en niet proactief. Dat laatste was nochtans één van de belangrijkste aanbevelingen van de expertencommissie die de huidige antidiscriminatie- en antiracismewetgeving recent nog evalueerde.

Zo blijft men de verantwoordelijkheid voor de strijd tegen discriminatie bij de slachtoffers zelf leggen, wat eigenlijk te absurd voor woorden is. Want we weten dat het aantal klachten en meldingen laag is. We weten dat er na de zoveelste keer dat je gediscrimineerd wordt, meldingsmoeheid optreedt, want mensen zijn het ook beu om erover te klagen. Om het met de woorden van Said Bataray, een jonge IT-specialist met Turkse roots deze week in Het Journaal te zeggen: ‘Mensen zijn het beu gehoord en verteld eigenlijk, en nog is er geen verandering.’ Bovendien weten mensen vaak helemaal niet dat ze gediscrimineerd worden. Want hoe kan je weten dat het aan je vreemd klinkende naam ligt wanneer je geen antwoord krijgt op een sollicitatie?

‘Knipperlichten’

Het feit dat de inspectie niet proactief kan overgaan tot mystery calls is een gemiste kans om de strijd tegen discriminatie daadkrachtig te kunnen voeren. En neen, dat zou geen heksenjacht betekenen. Het zou wel betekenen dat de inspectie kan overgaan tot gerichte controles na zogenaamde ‘knipperlichten’. Zo’n knipperlicht kan inderdaad een klacht of melding van een slachtoffer zijn, fair enough. Maar ook als uit sectorale zelfregulering en -controles blijkt dat er ergens aanwijzingen van discriminatie blijven bestaan. Of als een sector er maar niet in slaagt om zo’n systeem van zelfregulering op poten te zetten. Ook resultaten van datamining- en matching (statistische analyses die via het kruisen van data uit overheidsdatabanken wijzen op een mogelijks discriminatiepatroon) zullen niet voldoende zijn om over te gaan tot gerichte controles. Die kansen laat Minister Peeters dus allemaal liggen.

Ik citeer hem graag nog even: “De situatie is dermate ernstig dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen: de overheid maar ook de civiele maatschappij, werkgevers én de mensen van vreemde origine zelf.” Is dit dan hoe de overheid haar verantwoordelijkheid neemt? Door de strijd tegen discriminatie nog steeds te laten afhangen van de slachtoffers van discriminatie zelf? Door omwille van en moeizaam politiek compromis met een halfslachtige oplossing te komen? Wat koop je hier als slachtoffer voor? In Brussel, met CD&V die trots de trom slaat, en in Gent kan het proactief inzetten van praktijktests wel, zelfs door derden. Waarom kan het dan niet voor de federale regering?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content