Publifin: ‘Het publiek-private monster heeft zijn tijd gehad’

© belga

Sinds drie weken wordt er in Wallonië over niets anders gepraat: de intercommunale Publifin, de dochter Nethys en de Luikse ‘maffia’. Nochtans gaat achter het schandaal van de onterechte zitpenningen en de ondoorzichtige structuren een rendabele groep schuil, wier tentakels reiken tot in Vlaanderen.

Gas en elektriciteit als geldkoe

Energie is de kernbusiness van de intercommunale Publifin, die een paar weken geleden in het oog van de storm is terechtgekomen omdat haar bestuursleden vergoed werden voor nepvergaderingen. Alles begint bij de ALE of L’Association Liégeoise de l’Électricité. Stéphane Moreau wordt er midden jaren 2000 directeur en wil de cash die ALE uit haar monopolistische activiteiten haalt, gebruiken voor de diversificatie van de groep. Tien jaar later werkt Publifin met zijn operationele dochter Nethys, waarvan Moreau de CEO is, nog altijd volgens dat principe.

Concreet: de winsten uit de elektriciteitsdistributie, gerealiseerd door de poot RESA, worden opnieuw geïnvesteerd. Dat betekent dat ze niet toekomen aan de gemeenten onder de vorm van dividenden. Op die manier liepen de Luikse gemeenten 300 miljoen euro in acht jaar tijd mis.

Wel is het zo dat Publifin blijft investeren in het gas- en elektriciteitsnetwerk: respectievelijk 48 en 32 miljoen euro in 2015. Publifin houdt zich ook bezig met de productie van elektriciteit via zijn filiaal Elicio. Die heeft in 2014 een deel van de activiteiten van het West-Vlaamse Electrawinds overgekocht. Het beheert op die manier windmolenparken in Frankrijk en België. Elicio heeft ook projecten lopen in Roemenië, Servië, Kenia en Congo. De investeringen in de hernieuwbare energie zijn langetermijnprojecten. Elicio boekte in 2014 en 2015 een gecumuleerd verlies van 11 miljoen euro.

Logische samensmelting

Door in Wallonië een aantal intercommunales samen te voegen is Stéphane Moreau erin geslaagd de kabeloperator VOO te creëren, die actief is op zowat het hele Waalse grondgebied en een deel van Brussel. Dat was een noodzakelijke operatie om te concurreren met Proximus en Telenet op een telecommarkt. Zonder de koepel van VOO zou het voor de kleine intercommunales in de televisiedistributie zeer moeilijk zijn geweest volwaardige digitale televisie aan te bieden.

De samensmelting tot VOO was logisch. Toch heeft de kabeldistributeur een probleem. Al jaren maakt VOO verlies. Tussen 2009 en 2013 gaat het om 360 miljoen euro. Sinds 2014 publiceert VOO niet langer aparte cijfers: ze zijn vervat in die van de moedermaatschappij Nethys. Die entiteit maakt 103 miljoen euro winst. Maar die winsten resulteren vooral uit de financiële inkomsten van andere filialen van Nethys. De eigen activiteiten van Nethys, waaronder VOO, genereren slechts 13 miljoen euro winst. “Dat is een rendabiliteit van 2,5 procent”, zegt Pascal Flisch van Roularta Business Information. “De ellende wordt goed verborgen.”

Een gebrek aan transparantie dus, en dat bij een kabeldistributeur die het veel slechter doet dan de concurrenten. Volgens L’Echo zou VOO in 2015 een beperkte winst van 500.000 euro hebben geboekt. Dat werd tijd. Maar het verschil met concurrent Telenet blijft groot.

De zuster in de schaduw

De voorzitter van de raad van bestuur is André Gilles (PS), de vicevoorzitter Dominique Drion (cdH) en de gedelegeerd bestuurder Stéphane Moreau (PS). Je zou denken dat dit over Nethys gaat, maar we zijn bij Ogeo Fund. Dat pensioenfonds is de kleine, discrete zus van Nethys. Er is geen financieel verband tussen beide maatschappijen. Maar ze hebben hetzelfde management en soms dezelfde projecten. En daar heeft Ogeo Fund – opegericht in 2007 – geld voor. “Toen heeft Tecteo (de voorganger van Nethys) besloten het beheer van zijn pensioenfonds te externaliseren door Ogeo Fund op te richten. Een teken van goed bestuur”, zegt François-Xavier de Donnea, onafhanklijk bestuurder van Ogeo Fund.

In de loop van de jaren heeft Ogeo Fund activiteiten ontwikkeld die veel verder gaan dan het beheer van de pensioenen van de werknemers van Nethys. Het is uitgegroeid tot de grootste Waalse beheerder van de wettelijke ambtenarenpensioenen van lokale en OCMW-mandatarissen. Ogeo Fund beheert een portefeuille van 1 miljard euro ten voordele van 4200 gepensioneerden. Ogeo Fund is het vijfde grootste pensioenfonds van de tweede pijler dat de aanvullende pensioenen beheert van de bestuurders van overheidsdiensten, intercommunales en een aantal privébedrijven.

De strategie van Ogeo Fund is geïnspireerd op die van het vroegere Omob: Ogeo moet geen aandeelhouders vergoeden en de opbrengsten worden opnieuw geïnvesteerd. Ogeo is de eigenaar van panden in Luik, Brussel en Luxemburg en is voor de helft aandeelhouder van de vastgoedontwikkelaar Land Invest, onder meer actief in Antwerpen. Ogeo Fund lonkt ondertussen ook naar lokale overheden in Vlaanderen. Het zou wat graag de beheerder van de pensioenverplichtingen van lokale overheden en besturen zijn.

Officieel is er geen band tussen Publifin/Nethys en Ogeo. Officieus wel. Zo zou Ogeo Fund als waarborg hebben gefungeerd om de financiering van investeringen van Nethys te vergemakkelijken. Ogeo Fund weigert daar commentaar op te geven.

Redder van Luikse banen

Het is een van de argumenten die steevast worden gebruikt om het project Publifin/Nethys te verdedigen: zonder die superstructuur, die wordt gecontroleerd door de overheid, zou de tewerkstelling in het oude Luikse staalbekken er nog veel slechter aan toe zijn. Het project op de grens tussen publiek en privé is inderdaad tot stand gekomen als reactie op de Luikse staalcrisis. Volgens Stéphane Moreau is Nethys met 2600 personeelsleden een belangrijke bron van banencreatie.

Maar het is moeilijk te geloven dat al die banen zouden zijn verdwenen als de activiteiten niet zouden zijn gebundeld, zoals Publifin weleens beweert. De energiepoot RESA en zijn 700 medewerkers vervullen met de distributie van gas en elektriciteit een taak van algemeen belang. Die banen zouden in een aparte publieke entiteit niet verdwijnen.

De mediapoot met de krantengroep Vers L’Avenir stelt 260 mensen te werk. Toen Nethys de groep overnam van het Vlaamse Corelio waren er geen banen bedreigd. Hetzelfde geldt voor de kabeloperator VOO. Daar werken 1200 mensen. Indien de groep zou worden overgenomen door een ander bedrijf zouden de activiteiten gewoon worden voortgezet.

De verdedigers van Nethys twijfelen daaraan. Ze geven het voorbeeld van het callcenter in Seraing en Herstal waar 400 laaggeschoolden werken. Bij een overname door een andere privégroep zouden die banen naar het buitenland verdwijnen, is in het Luikse te horen. Een zwak argument, als we weten dat Proximus in Belgische callcenters 2000 mensen tewerkstelt. De telecomoperator maakte een vergelijking met buitenlandse callcenters: die zijn minder duur, maar het niveau van kwaliteitscontrole ligt er lager. Telenet stelt 970 mensen te werk via callcenters, de meerderheid in Vlaanderen.

Na het schandaal

Rond Publifin, Nethys en co blijft een schandaalsfeer hangen. Dat kan nadelig zijn voor toekomstige partnerships, overnames of investeringen. De Waalse politieke wereld is zelfs bang dat de groep als een kaartenhuis in elkaar valt, met een risico van de overname van activa door Telenet, Proximus en co. Met banenverlies tot gevolg.

Waals minister-president Paul Magnette (PS) noemt de groep “een schaap met vijf poten”. Niet voor 100 procent een intercommunale, evenmin een privéonderneming. Hij stelt voor de energieactiviteiten van de groep te laten evolueren in de richting van een overheidsbedrijf. Waals minister van Economie Jean-Claude Marcourt (PS) denkt er hardop aan nieuwe privépartners aan te trekken en bepaalde activiteiten klaar te maken voor een beursgang. Misschien zullen de media-activiteiten en de kabeldistributie in een zuivere private structuur terechtkomen.

Er zou in elk geval een einde komen aan de methode-Moreau: groeien en nog eens groeien en tegelijk de grenzen van de wet aftasten. Wat er ook gebeurt, het huidige hybride publiek-private monster dat Publifin is, heeft zijn tijd gehad.

Frédéric Brébant, Christophe De Caevel, Gilles Quoistiaux, Pierre-Henri Thomas -(bewert door Alain Mouton)

Partner Content