Psycholoog Bram Vervliet: ‘Angst is een smeermiddel in de maatschappij’

BRAM VERVLIET "Een wereld zonder angst is het belangrijkste streefdoel van de mensheid." © FOTOGRAFIE JONAS LAMPENS
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

Terwijl de wereld over het algemeen veiliger is geworden, leeft het idee dat we collectief banger zijn. ‘Beslissen op basis van angst betekent niet automatisch dat je irrationeel bent’, stelt psycholoog Bram Vervliet, die al twintig jaar onderzoek doet naar de betekenis van angst.

Al ruim twintig jaar doet Bram Vervliet onderzoek naar angst. Zijn publicaties worden gretig verslonden door een beperkte groep vakgenoten over de hele wereld. “Maar dat heeft natuurlijk geen brede impact. Ik wilde de kennis die ik al die tijd heb verzameld, breder uitdragen”, vertelt hij over zijn beweegredenen om een boek over angst te schrijven voor een breed publiek. “Bovendien werd ik de afgelopen jaren steeds vaker benaderd door de media, zeker sinds de terreurdreiging. Ik kreeg prikkelende vragen die me uit mijn niche trokken en moest op zoek om bredere antwoorden te kunnen geven, bijvoorbeeld over maatschappelijke angst. Terwijl ik in mijn labo onderzoek zat te doen naar angst, besefte ik niet dat een wereld zonder angst het belangrijkste streefdoel van de mensheid is. De ontdekking dat een ‘leven, vrij van vrees en gebrek’ in de preambule van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat beschreven als het hoogste ideaal van de mens, was voor mij een soort openbaring.”

Angst is een gevoel van urgentie, het betekent dat er iets waardevols op het spel staat

Dat was de aanleiding om uit te zoeken of we de afgelopen decennia minder bang zijn geworden. Is dat zo?

BRAM VERVLIET. “Ik heb me inderdaad afgevraagd of we banger of minder bang zijn geworden. Ik vind het niet makkelijk daar een uitspraak over te doen, want je vindt verschillende cijfers. We leven dan wel gezond, welvarend en veilig, maar ondertussen zijn er andere, nieuwe dingen waar we ons zorgen over maken. Waarbij ik me ook heb afgevraagd waarom er zoveel mensen angststoornissen hebben. Al betekent dat nog niet dat die aantallen toenemen, want dat is niet zo.”

We streven dan wel naar een wereld zonder angst, maar we hebben angst nodig om te functioneren, blijkt uit de vele onderzoeken die u aanhaalt.

VERVLIET. “Een wereld zonder angst is uiteraard onhaalbaar. De vraag is of die ook wenselijk is. Angst en vrees zijn aangeboren, het is een evolutionair mechanisme om te overleven. Maar de jongste twintig jaar is er ook veel bewijs dat angst nauw samenhangt met zorgzaamheid. Dat is bekend geworden als de hypothese van de bange aap. De mens is veel banger dan de chimpansee en de bonobo, zelfs peuters reageren banger op nieuwe dingen dan chimpansees en bonobo’s van hun leeftijd. Die angst lokt zorgzaamheid uit. Dus angst is niet alleen evolutionair te verklaren, het is een belangrijk smeermiddel in de maatschappij om stromen van zorg te reguleren. We herkennen goed angst in anderen, dat is belangrijk voor die zorgzaamheid.”

Psycholoog Bram Vervliet: 'Angst is een smeermiddel in de maatschappij'
© FOTOGRAFIE JONAS LAMPENS

Waarom kijken we dan toch zo negatief naar angst?

VERVLIET. “Omdat het natuurlijk geen prettig gevoel is. Iedereen die last heeft van angsten kan dat bevestigen. Vergeet niet dat tot 30 procent van de mensen tijdens zijn leven ooit met een angststoornis of fobie kampt. Meestal hebben die fobieën geen al te grote impact, tot je in een situatie komt waarin je bang wordt. Dat is zo’n negatief gevoel dat je meteen wilt dat het stopt. Weglopen uit een dreigende situatie voelt daarom meteen ook goed. Mocht angst een leuk gevoel zijn, dan zouden we niet weglopen van gevaar.”

U heeft het in het boek vaak over onterechte angst. Maar hoe weet ik wanneer een angst onterecht is? Ben ik onterecht bang voor financiële tegenslag, voor de klimaatopwarming of voor de gevolgen van de oorlog in Oekraïne?

VERVLIET. “Ik denk dat je daar ver raakt met het onderscheid tussen angst, vrees en paniek. Dat heeft te maken met de nabijheid van de dreiging. Bij angst staan je zintuigen open, je bent gericht op mogelijk gevaar. Zoals nu met de oorlog in Oekraïne: dan is het goed om angstig te zijn, in die zin dat je oplettend bent. En dat geldt al helemaal voor onze politici en beleidsmakers. Dat is iets anders dan de hele dag in paniek rondlopen en ‘s nachts de slaap niet meer kunnen vatten. Dat zou onterecht zijn, want het werkt verlammend en helpt je geen centimeter vooruit. Maar voorzichtig zijn en de situatie nauwgezet volgen, is natuurlijk wel goed. En dan beslis je misschien om eindelijk die zonnepanelen te installeren. Dat is een beslissing die steek houdt, ook al komt ze initieel voort uit de angst voor de gevolgen van de oorlog.”

Metaforen zijn als stille doders in de maatschappij. We zijn er zo gewoon aan geworden dat we ze niet meer zien

Angst is dus niet zo erg. Wat je ermee doet, is wel belangrijk?

VERVLIET. “Angst is een gevoel van urgentie, het betekent dat er iets waardevols op het spel staat. Ik merk vaak dat we de dingen op een hoopje gooien als we spreken over angst. In een discussie gaat het dan snel over ‘bangmakerij’. Neem het dragen van een fietshelm. Sommigen zeggen dan: dat is bangmakerij. Maar dat is het niet. Het is een persoonlijke inschatting van een risico, en je maakt een afweging tegenover hoe vervelend je het vindt om die helm te dragen uitgaand van een reëel gevaar. Dat betekent niet dat je irrationeel bezig bent. Ik merk het ook in veel debatten over klimaat, migratie, economie of ongelijkheid: als mensen het niet eens zijn met een standpunt, hebben ze het al snel over ‘bang zijn’, dan menen ze dat mensen handelen uit angst. Dat is zoveel als zeggen: ze zijn irrationeel. Met als logisch gevolg: ik ben rationeel. Terwijl zij net hetzelfde zeggen over jou. Ik zie daar wel een gevaar in, omdat je op die manier mensen wegduwt uit het debat.”

Je moet die angsten dus ernstig nemen, maar bij een beslissing moet je er voldoende afstand van nemen. Kunnen we dat leren?

VERVLIET. “Zeker. Wat is afstand nemen? We zeggen dan vaak: dat is de ratio boven de emotie plaatsen. Maar wat er eigenlijk gebeurt, is dat je je gaat richten op één ding wat belangrijk is en dat plots alle aandacht krijgt. Afstand nemen kan je doen door ook andere dingen in rekening te brengen. Dan maak je inschattingen die op meer gebaseerd zijn dan op dat ene gevoel.”

U heeft het in het boek uitgebreid over metaforen en hoe die worden gebruikt door media, industrie en politici om mensen in een bepaalde richting te sturen. Is het zo makkelijk om mensen bang te maken?

VERVLIET. “Het moet wel raken aan iets wat mensen belangrijk vinden, je kunt mensen niet zomaar random bang maken. Het moet een voedingsbodem hebben, een onrust over veranderingen die je voelt. Zo kun je latente gevoelens van angst versterken. Het belangrijke is de achterliggende overtuiging van wat belangrijk is in het leven. We vragen ons af waar we onze aandacht op moeten richten. De een zegt het klimaat, de ander ongelijkheid, nog een ander migratie. De angst voor de mogelijke gevolgen wordt gebruikt om een onderwerp bovenaan de urgentielijst te krijgen. Zo werkt politiek: je hebt een beperkt budget en vele noden. Voor welke noden ga je dat geld gebruiken? En dat gebeurt in een bedrijf ook, en op kleinere schaal thuis. Dan is de vraag: wat vind ik het waardevolst op dit moment? Waar ga ik mijn geld voor inzetten?”

BRAM VERVLIET
BRAM VERVLIET “Angst is een evolutionair mechanisme om te overleven.”© FOTOGRAFIE JONAS LAMPENS

U vindt metaforen gevaarlijker dan internetbubbels, terwijl die bubbels ook vooroordelen en bepaalde ideeën kunnen bevestigen.

VERVLIET. “Ik wilde vooral duidelijk maken dat metaforen, die we al lang gewend zijn, soms gevaarlijker zijn dan nieuwe fenomenen. Iedereen focust nu op die bubbels, maar eigenlijk weten we nog niet zo goed hoe die werken. Dat doet hen gevaarlijker lijken. Maar metaforen zijn als stille doders in de maatschappij, we zijn er zo gewoon aan geworden dat we ze niet meer zien. Metaforen zijn heel slinks, we merken ze vaak niet op.”

Maar van veel beeldspraak is het toch duidelijk dat het beeldspraak is? Bij een handelsoorlog weten we dat er niet wordt gevochten met wapens.

VERVLIET. “Absoluut, maar het triggert wel van alles.”

Is dat zo? Of beschrijft het een bestaande situatie?

VERVLIET. “Het is erg belangrijk welke woorden je kiest. Als zo’n woord vaak wordt gebruikt, kleurt het heel erg hoe we met een situatie omgaan. Je kunt de toename van burn-out omschrijven als een lichte stijging of als een epidemie. En ik snap wel dat je daar als spreker een zekere urgentie mee wilt aantonen, maar het heeft ook een invloed op de oplossingen die we bedenken. En als je het dan toeschrijft aan individualisme of kapitalisme of aan andere grote fenomenen in de maatschappij, geef je de indruk dat we er machteloos tegenover staan. Terwijl je ook meer oplossingsgericht kunt denken, want een ziekte als burn-out of depressie heeft vaak een directe oorzaak.”

We leven in een vooruitgangsmaatschappij en de enige manier om dat te doen, is op het negatieve te blijven focussen

Terwijl u ook schrijft dat sociaaleconomische factoren eveneens een rol spelen.

VERVLIET. “De financiële crisis en de eurocrisis hebben er bij veel mensen zwaar ingehakt, dat is zeker. Wie afstudeerde in die periode kwam in een wereld van gigantische onzekerheid terecht. Dat zijn zaken die angst, depressie en burn-outs kunnen beïnvloeden, daar moet je zeker naar kijken. Dat is nu opnieuw actueel, met de stijgende energieprijzen. Op langzame stijgingen kun je je min of meer voorbereiden, maar plotse stijgingen kunnen heel bedreigend zijn voor veel mensen. Dat blijkt ook uit de onderzoeken van Mark Elchardus over het geloof dat de maatschappij achteruitgaat en dat dat een invloed heeft op de eigen verwachtingen voor de toekomst. Je voelt je een speelbal van grotere machten, je hebt geen controle. Dat is een moeilijke tweespalt: we hebben honger naar informatie, we krijgen die ook, maar we hebben weinig persoonlijke zeggingskracht over de grote ontwikkelingen die spelen. Daardoor voelen we ons machteloos en dat veroorzaakt onrust.”

Is het niet gewoon menselijk om te focussen op het negatieve? Die ene negatieve opmerking blijft vaak langer hangen dan een compliment.

VERVLIET. “Dat is jammer genoeg algemeen menselijk. We leven natuurlijk in een vooruitgangsmaatschappij en de enige manier om dat te doen, is op het negatieve te blijven focussen. Dat wil je op één zetten en oplossen. Dat heeft ons al geweldig veel opgeleverd als samenleving. De grote uitdaging is te aanvaarden dat de wereld ook al goed is zoals die nu is, en ondertussen blijven inzetten op verandering.”

Uw conclusie is: als we minder angst willen in de samenleving, moeten we prioritair inzetten op de bestrijding van armoede door middel van een basisinkomen. Want armoede werkt dubbel: arme mensen worden vaker angstig en depressief, en depressies en angst werken armoede in de hand. Hebben we daar als samenleving voldoende aandacht voor?

VERVLIET. “Het wordt wel onderzocht aan onze universiteiten, maar ik heb inderdaad de indruk dat er minder aandacht voor is dan twintig jaar geleden. Er is veel aandacht voor mentaal welzijn, zeker sinds de coronapandemie, maar dat zal zeker niet iedereen helpen. Er is nog een grote groep die we met psychotherapie niet bereiken. Op het bereiken van de armere, soms verborgen lagen van de bevolking moeten nog meer inzetten.”

Bram Vervliet, Waarom we bang zijn. Over de oorsprong en toekomst van angst, Pelckmans, 448 blz., 25 euro

Bio

– Geboren in 1976 in Leuven

– Werkte aan de University of California en aan Harvard Medical School

– Is hoofddocent psychologie aan de KU Leuven

– Hoofd van het Brain Research of Affective Mechanisms-laboratorium

– Doet al ruim 20 jaar onderzoek naar angst

30 procent van de mensen kampt tijdens zijn leven ooit met een angststoornis of fobie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content