POLITICI NEMEN BELGACOM TERUG

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Met het ontslag van Didier Bellens heeft de regering één probleem vervangen door een ander. Het wordt niet eenvoudig een bekwame opvolger te vinden na deze botsing tussen bedrijfsvoering en politiek.

De minister van Overheidsbedrijven, Jean-Pascal Labille, verwees in oktober in de Kamercommissie Infrastructuur naar Didier Bellens met volgende uitspraak. “Elke CEO — en elke voorzitter van de raad van bestuur — moet een roadmap hebben die uitlegt wat de staat van hem verwacht. Al te vaak wijst de staat mensen aan om zich daarna niet meer met hen bezig te houden. Het is menselijk dat die autonoom worden. Maar dat is niet hoe ik het wil.”

Labille is een technocraat van de socialistische mutualiteit met 56 bestuursmandaten in 2012. Hij volgde begin dit jaar Paul Magnette op. De vierkante PS’er, zoon van een staalarbeider, zegt de toekomstige CEO van Belgacom de wacht aan. De nieuwe patron — man of vrouw, maar omdat de Vlaming Stefaan De Clerck nu Belgacom-voorzitter is, zeker Franstalig — zal nauw met de minister moeten samenwerken.

“De staat kan en moet een deugdzame, dynamische en strategische aandeelhouder zijn. Ik geloof in de rol van de staat, maar hij moet de juiste beslissingen nemen en zo veel mogelijk stroomopwaarts”, zei Labille in de Kamercommissie. Daarmee schetste hij de basis van het ontslag van Didier Bellens.

Elegante fluisteraar

Politici boden de afgelopen maanden tegen elkaar op om de ‘arrogante’ Bellens te laten zien wie de baas was. De parlementairen riepen Bellens op 17 oktober niet voor de eerste keer op het matje in de Kamercommissie Infrastructuur. Zoals voorzitter Sabine Lahaye-Battheu (Open Vld) stelt, mag die commissie “niet alleen de voogdijminister maar ook de leidinggevenden horen over alle aangelegenheden die het goed bestuur van de overheidsbedrijven betreffen”.

Donderdag 17 oktober was het kantelpunt voor Bellens. Hij verscheen op de hoorzitting met Sandrine Nelissen-Grade (40), die hij op 2 september tot vicepresident group public affairs had benoemd, maar dat was toen nog niet officieel bekend. Nelissen-Grade was elegant gekleed. Te elegant, vond de pers. Erger was dat het dossier door de topjurist van de Belgacom-groep, Igor Makedonsky, en door communicatiedirecteur, Tom Delforge, was voorbereid (viel achteraf uit goede bron te horen), maar dat Nelissen-Grade in extremis besloot Bellens zelf bij te staan.

Dat leidde tot de beelden van een knappe vrouw die tijdens de hoorzitting antwoorden in het oor van Bellens fluisterde. Anderen lieten dat soort autocue discreet via smartphones en tablets passeren.

De commissiezitting verliep in een agressieve sfeer. Iedereen — van PS tot Vlaams Belang — riep op tot een externe audit en bijkomende hoorzittingen. De pers noemde de houding van Bellens “ongeïnteresseerd”.

“Verslaafd aan geld”

Een week later loofde de minister van Volksgezondheid, Laurette Onkelinkx (PS), Bellens als een “strategisch genie”, om hem dan af te maken als “een persoonlijkheid met enkele problemen. Die verslaving aan geld, dat is bijna een gezondheidsprobleem”, klonk het pathetisch tijdens een debat op de RTBf, hoewel het in 2003 haar partijgenoot Elio Di Rupo was, die Bellens met een riant loon binnenhaalde. Dat loon lag moeilijk sinds maart 2012, toen Magnette in een campagne over de lonen van topmanagers in overheidsbedrijven aankondigde dat hij het vergoedingspakket van Bellens — 2,58 miljoen in 2011, 2,48 miljoen in 2012 — zou herbekijken.

Toen Bellens tien dagen later de regering schoffeerde met zijn sarcastische opmerking dat ze aan het einde van het jaar naar haar dividend informeert, zoals zijn zoon naar sinterklaascadeautjes vraagt, was het hek van de dam. Didier Reynders, Alexander De Croo, Bruno Tobback, Benoît Lutgen… Allemaal lieten ze weten dat Bellens voor hen mocht vertrekken, zonder gouden parachute.

Premier Di Rupo begon de ontslagmotivering van Bellens op 15 november met de woorden: “Een reeks polemieken en incidenten met de heer Bellens hebben de vertrouwensband geleidelijk aangetast en hebben schade toegebracht aan het imago van Belgacom”.

De dag nadien kwam De Tijd met het finale portret van Bellens. Onder de kop ‘De eenzame man in zijn toren’ deed de krant een boekje open over de gezondheidstoestand van Bellens, de geheimhouding daarover en de noodzaak om altijd iemand in de buurt te hebben die hem kan verzorgen. Daardoor raakte Bellens geïsoleerd en kreeg hij niet meer de nodige feedback om goed te functioneren, argumenteerde de krant. De karaktermoord was toen compleet.

Pierre Nothomb, de partner van Deminor die Bellens de aanleiding gaf voor zijn sinterklaasuitspraak, betreurde in La Libre Belgique dat Bellens zich met zijn sinterklaasuitspraak tot het niveau van de politici verlaagd had. Hij wees erop dat de staat bij Belgacom een hoop contradictorische rollen vervulde, als regulator, aandeelhouder en eenvoudigweg als politiek acteur, terwijl Bellens er tenminste in geslaagd was Belgacom door de crisis van 2008 te loodsen en te behouden als rendabel bedrijf.

Maar zelfs de faam van Bellens als beurslieveling wordt betwist. Peter Dedecker (N-VA) toonde op zijn website een grafiek van econoom Geert Noels, waaruit blijkt dat Belgacom sinds 2009 aanzienlijk minder aandeelhouderswaarde genereert dan Telenet. Sinds 2013 scoort Belgacom zelfs beneden het gemiddelde van de Europese telecombedrijven. “Puur vanuit aandeelhouderswaarde zijn adjectieven als ‘genie’ en ‘fantastisch’ bij Bellens niet op hun plaats”, vindt Noels.

Anderen schoten Bellens dan weer te hulp. Analist Bart Jooris van Bank Degroof vindt dat Geert Noels appelen met peren vergelijkt. “Als je Belgacom naast de andere voormalige staatsmonopolies met zowel vaste als mobiele activiteiten in de Europese unie plaatst, dan zie je dat Belgacom sinds de beursgang een kleine 72 procent heeft opgebracht, tegen een gemiddelde van 63 procent. Bovendien staat Belgacom er operationeel en financieel vrij goed voor. Het heeft de sterkste balans uit de sector, het beste vaste netwerk, op Swisscom na, en een relatief goede competitieve positie dankzij zijn viervoudige productbundels. Strategisch zijn er geen zware fouten gemaakt, integendeel.”

De greep van de politiek

In de jaren zestig en zeventig leidde politiek wanbeleid tot financiële problemen bij de RTT, de voorganger van Belgacom. Sinds 1991 is Belgacom een autonoom overheidsbedrijf, een ‘entreprise publique autonome‘ in de taal van Labille. “Er zijn er die dat laatste woord te veel gebruiken”, vond de voogdijminister in de Kamercommissie, met een sneer naar Bellens. “Zelf hou ik meer van de eerste twee woorden. ” Overheidsbedrijf dus.

In De Morgen zei voorzitter Stefaan De Clerck, die de aanwerving van Bellens’ opvolger in handen neemt, het enigszins anders. “De nieuwe CEO moet zijn stempel drukken op het bedrijf, het personeel weer verzamelen en de juiste prioriteiten leggen.” Open Vld riep de voorbije week dan weer op om Belgacom verder te privatiseren.

Het aandeel van Belgacom bleef stoïcijns tot zelfs licht positief onder de troebelen. “Beleggers waren bang dat de regering een pak Belgacom-aandelen zou verkopen om de staatsschuld te verminderen. Dat kon de koers drukken. Met de verkoop van de overheidsparticipatie in BNP Paribas Fortis is die vrees verdwenen”, zegt Jooris.

BRUNO LEIJNSE

“Die verslaving aan geld, dat is bijna een gezondheidsprobleem” Laurette Onkelinx

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content