Peter Praet (ex-hoofdeconoom ECB) over de coronacrisis: ‘Twee jaar voor dit hersteld is’

PETER PRAET "Ons continent moet nodig de krachten bundelen." © Photo News
Pierre-Henri Thomas redacteur bij Trends-Tendances

Peter Praet, voormalig hoofdeconoom van de Europese Centrale Bank, waarschuwt dat de centrale banken de nulrente nog heel lang zullen handhaven. “Het duurt twee jaar voor het bruto binnenlands product weer op het niveau van voor de crisis komt.”

Peter Praet, voormalig hoofdeconoom van de Europese Centrale Bank (ECB), is met pensioen, maar hij rust niet op zijn lauweren. Hij is lid van een vorig jaar opgerichte groep van 28 experts die zich buigt over de Europese kapitaalmarkt. Praet leidt de subgroep die zich bezighoudt met de structuur van de financiële markten. “De coronacrisis verandert de wereld, maar de wereld veranderde daarvoor ook al”, stelt Praet. “We hebben in tien jaar verschillende zwarte zwanen zien opduiken: de financiële crisis, de eurocrisis, een nieuw protectionisme en twijfels over de globalisering. Die laatste schok zagen we niet aankomen. We dachten dat de ontwikkeling van de internationale handel lineair verliep, we hielden geen rekening met het risico dat de klok zou worden teruggedraaid. Het mondiale systeem verkeert in een existentiële crisis. Daar komt de coronacrisis bovenop.”

Het financiële systeem in Europa is nog veel te afhankelijk van de banken. Daarom werken we aan de oprichting van een echte Europese kapitaalmarkt

Hebben we sterkere instellingen nodig om die schokken op te vangen?

PETER PRAET. “We hebben een eurozone gecreëerd zonder sterke instellingen die extreme situaties kunnen opvangen. We hebben de neiging geen aandacht te schenken aan het risico op zeldzame gebeurtenissen. We hopen altijd dat wij de dans ontspringen. Daarom waren onze instellingen niet klaar om deze gezondheidscrisis op te vangen. We waren veeleer bezig ons voor te bereiden op een cyberaanval en de klimaatverandering.

“Natuurlijk hebben we die vorige crisissen ook overleefd. En ook deze keer zal de economie weer op gang komen, maar dan wel met torenhoge overheidsschulden. We beseffen nog niet goed wat dat allemaal gaat kosten. Wellicht zal het in Europa twee jaar duren voor het bruto binnenlands product (bbp) weer op het niveau van voor de crisis komt, met grote verschillen tussen de landen.”

De crisis heeft duidelijk gemaakt welke sectoren beter gefinancierd moeten worden.

PRAET. “We zullen grote veranderingen meemaken, met een aanzienlijke herverdeling van de middelen. We zien een terugkeer van de natiestaat. Veel landen vinden daarom dat ze hun veiligheidssysteem moeten herzien. In het bijzonder tegenover Rusland of China is het belangrijk dat Europa over sterke instellingen beschikt, waarin meerdere landen verenigd zijn. Eén land alleen zal te zwak zijn.

“We moeten zowel open als verenigd zijn. We moeten onze strategische ondernemingen verdedigen en we mogen niet naïef zijn over het multilateralisme. Onze problemen met de levering van mondkapjes en medische apparatuur hebben dat wel duidelijk gemaakt. En ook dat bepaalde landen onze laboratoria en patenten willen opkopen. Ons continent moet nodig de krachten bundelen, ook om de klimaatverandering het hoofd te bieden.”

De crisis doet ook de ongelijkheid toenemen.

PRAET. “Sommige sectoren en beroepen zijn zwaar getroffen. De situatie verschilt ook enorm van land tot land. Spanje, Italië en Griekenland zijn erg afhankelijk van het toerisme en hebben veel tijdelijk werk. Zij zijn heel hard geraakt. Het is duidelijk dat er een debat komt over de ongelijkheden in en tussen landen. Intussen mogen we ervan uitgaan dat de werkloosheid en het aantal faillissementen flink zullen toenemen. Het vraagstuk van het gewicht van de overheidsschuld is voor later, maar we worden er onvermijdelijk mee geconfronteerd.”

Hoeveel zal die schuld toenemen?

PRAET. “Via de overheidsfinanciën zal al het nodige worden gedaan om de economie te ondersteunen. En de centrale bank zal maximaal ingrijpen. In de Europese Unie en veel andere landen in de wereld zal de overheidschuld met gemiddeld 20 bbp-punten toenemen. Dat lijkt me een realistische inschatting. Dat is al eens gebeurd, na de financiële crisis van 2008. Daardoor was de schuld al hoog aan het begin van de coronacrisis.

“De regeringen gaan nu elke discussie over de toestand van de overheidsfinanciën uit de weg, om de heropstart van de economie niet te verstoren. Daar hebben ze gelijk in. Maar de bevolking begint vragen te stellen. Als de situatie verbetert, zal ze meer duidelijkheid over de overheidsfinanciën willen. Als de economische actoren die profiteren van de overheidsuitgaven verwachten dat de belastingen stijgen om de overheidschuld af te lossen, zullen ze heel voorzichtig in hun consumptiegedrag. zijn. Alle politici weten dat we niet aan het begrotingsdebat zullen ontkomen.”

Maar hoe pak je die overheidsschuld aan?

PRAET. “De ECB kan de rente voor een heel lange periode op, zeg maar, 0 procent houden. Als landen kunnen lenen op lange termijn, tien jaar of langer, zal het gewicht van de overheidsschuld geen onoverkomelijk probleem zijn. Maar dan moet de gemiddelde rente over de volledige schuld, die van voor de crisis en de nieuwe, lager zijn dan de trendmatige groei van het bbp. En dat levert in sommige landen problemen op. In Italië bijvoorbeeld, dat ongeveer 2 procent rente betaalt op de tienjarige schuld, terwijl Duitsland kan lenen tegen een negatieve rente van -0,5 procent. Die verschillen veroorzaken grote spanningen in de eurozone. Het kan dramatisch aflopen met Europa als het die situatie niet weet te beheersen.

PETER PRAET
PETER PRAET “We zullen niet aan het begrotingsdebat ontkomen. De bevolking begint vragen te stellen.”© Photo News

“De staatshoofden en regeringsleiders beseffen dat heel goed. Ik denk dat er eensgezindheid bestaat over de noodzaak om de Europese Unie te versterken. Het probleem is dat er verschillende visies bestaan op wat dat inhoudt. Met name Frankrijk en Nederland verschillen sterk van mening daarover.”

Wie zal uiteindelijk de rekening betalen?

PRAET. “Er zijn vier mogelijkheden. Je kan de belastingen verhogen en de uitgaven verminderen, je kan de overheidsschuld herstructureren, en je kan de inflatie laten stijgen of de productiviteit van onze economieën verhogen. Het laatste zou het beste zijn, maar dat is niet makkelijk. De productiviteitsgroei vertraagt en de huidige crisis zal niet helpen.”

Er zou dus voor inflatie gekozen moeten worden?

PRAET. “Een hogere inflatie zou de aflossing van de schuld inderdaad gemakkelijker maken. Als we erin slagen – en het is lang niet zeker of dat lukt – voor een zachte inflatie en een nominale bbp-groei van 4 à 5 procent te zorgen, waarbij we de rente laag houden, dan zou de overheidsschuld draaglijk zijn. De geschiedenis toont evenwel aan dat je zo’n inflatietaks niet gemakkelijk voor elkaar krijgt. Momenteel overheersen de deflatoire krachten.”

Hoe kan je dat scenario van financiering door inflatie bewerkstelligen?

PRAET. “Via geldschepping. Maar een hogere maar gecontroleerde inflatie creëren is niet gemakkelijk. Er zijn talloze voorbeelden in de geschiedenis waar zulke experimenten dramatisch zijn afgelopen. Wij hebben het probleem dat we in een systeem van internationaal kapitaalverkeer zitten. Je kan niet uitsluiten dat een plotselinge uitstroom van kapitaal optreedt en dat een centrale bank haar rentevoeten moet verhogen om haar valuta te ondersteunen.”

Hadden we Zweden als voorbeeld moeten nemen? Sommigen vragen zich af of we niet overgereageerd hebben door onze economie zo lang te bevriezen.

PRAET. “We hebben gelijk gehad. Kijk maar naar het Verenigd Koninkrijk, waar een week vertraging zware gevolgen heeft gehad. Zweden heeft meer slachtoffers dan Denemarken en Duitsland. Bovendien zijn de statistieken moeilijk met elkaar te vergelijken.

“Als wij niet voor een strikte quarantaine hadden gekozen, bestond het risico dat mensen letterlijk voor de deur van het ziekenhuis waren gestorven. We hopen dat we de ziekenhuiscapaciteit op peil kunnen houden en dat we de behandeling van de zieken kunnen verbeteren. Maar we moeten het ongeveer een jaar vol zien te houden, of zelfs nog langer, voor de situatie weer normaal wordt. Voor een economisch systeem is dat lang.”

De beurzen zijn nochtans niet zwaar gezakt.

PRAET. “Wat de economen zeggen en wat de beurzen doen, staat los van elkaar. De beurzen hebben zich om twee redenen goed hersteld. Ten eerste is er de hoop op een behandeling die zal toelaten de economie weer te openen en de epidemie beter te beheersen. Ten tweede is er de overtuiging dat de centrale banken alles zullen doen om grote ongelukken te vermijden, zoals het omvallen van een grote financiële instelling of een groot bedrijf. Een belangrijk doel van de centrale banken is ervoor te zorgen dat de financiering van de economie, die hoofdzakelijk via de banken gaat, zonder strubbelingen blijft verlopen. De banken zijn een stuk beter gekapitaliseerd dan vroeger, maar de verhouding tussen de marktwaarde van de grote banken en hun boekwaarde is spectaculair slecht. Voor de grote instellingen schommelt die tussen 20 en 30 procent. Zulke verhoudingen baren zorgen voor de transmissie van het monetaire beleid.

We moeten het ongeveer een jaar vol zien te houden, of zelfs nog langer, voor de situatie weer normaal wordt. Voor een economisch systeem is dat lang

“Om die reden heeft de ECB besloten uitzonderlijke maatregelen te nemen en de leningen van banken aan hoofdzakelijk bedrijven te ondersteunen met een financiering tegen -1 procent. Dat neemt niet weg dat het financiële systeem in Europa nog veel te afhankelijk is van de banken. Daarom werken we aan de oprichting van een echte Europese kapitaalmarkt.”

Zal de ECB ook aandelen opkopen?

PRAET. “De ECB koopt hoofdzakelijk private en publieke obligaties op. Zo oefent de centrale bank een neerwaartse druk uit op de langlopende rente. Dat stimuleert de uitgaven en het nemen van risico’s, eventueel ook op de beurs. Het is mogelijk dat de centrale bank rechtstreeks op de beurs koopt, maar dat zou dan een rechtstreekse ondersteuning van de aandeelhouders zijn. En dat zou dan weer de onvermijdelijke vraag oproepen waarom al dat geld niet rechtstreeks onder particulieren verdeeld wordt. Dan kom je uit bij helikoptergeld. In extreme situaties zijn zulke operaties wel denkbaar. Het valt niet uit te sluiten dat we in de toekomst met helikoptergeld werken, als de economische omstandigheden heel ongunstig blijven.”

Partner Content