Daan Killemaes

Op naar 10 jaar centrumrechts

Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

“Je stapt op een ministerraad met een prachtig paard naar binnen en je komt met een scheve dromedaris naar buiten.” De oneliner van Gaston Eyskens definieert als geen ander het politieke compromis, dat weet de N-VA intussen ook.

Knack.be is meer dan Knack.be: u vindt er ook de twee andere poten uit het Knack-pakket, Focus.be en Weekend.be. Daar stopt het echter niet: ook de pennen uit zusterbladen zoals Trends, BodyTalk, Sport/Voetbalmagazine en DataNews krijgt u er te lezen. In deze bijdrage schetst Daan Killemaes, hoofdredacteur van zakenblad Trends, wat de Zweedse coalitie te wachten stond, enkele dagen nadat die geland was.

Eind juni legde Bart De Wever, toen informateur, een prachtig paard op tafel, met de nota ‘contouren van een federaal regeerakkoord’. Het politieke compromis en vooral het forse weerwerk van CD&V heeft dit paard geraakt, maar niet verminkt. De centrumrechtse regering van Charles I zag dinsdagavond het levenslicht en kan aan de slag.

Op naar 10 jaar centrumrechts
© Zaza

Voor Bart De Wever, zoals neergepend in juni, moet de nieuwe regering in de eerste plaats de Europese aanbevelingen volgen. Begin juni had Europa een aanbeveling op papier gezet die België aanmaande elk jaar een structurele begrotingsinspanning te doen van 0,5 procent van het bbp; een fiscale hervorming te realiseren met als inzet lagere lasten op arbeid en een eenvoudiger en billijker belastingsysteem; de overheidsuitgaven te beheersen door meer mensen aan de slag te krijgen; en het concurrentievermogen te herstellen, onder meer door de loonindexering aan te passen. Eigenlijk had Europa op dat moment het federale regeerakkoord geschreven en stippelde het de weg uit die elke federale coalitie minstens vijf en tien jaar moet volgen. De scheve situatie die de voorbije jaren en decennia gegroeid is, trek je niet zomaar recht.

Op naar 10 jaar centrumrechts

Het akkoord over de pensioenen geeft mooi aan in welke mate het paard van De Wever muteerde tot een scheve dromedaris. Dit schrijft De Wever in zijn nota van juni: “De nieuw te vormen regering zal de begonnen hervorming van onze pensioenstelsels moeten voortzetten en voltooien. (…) Het rapport van de pensioencommissie biedt hiervoor een belangrijke wetenschappelijke basis.” Het akkoord over de pensioenen volgt in grote lijnen dit uitgangspunt, maar het kan en mag geen eindstation zijn. Positief is dat de wettelijke pensioenleeftijd wordt opgetrokken tot 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030, in het spoor van de stijgende levensverwachting en aansluitend op wat een pak Europese landen al deed. Dat het vervroegd pensioen, het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen) verder wordt afgebouwd, en dat tijdskrediet dat opgenomen wordt om ‘wereldreizen te maken’ niet meer meetelt bij de berekening van het pensioen, is de logica zelve. Wel zijn er vrij ruime overgangsmaatregelen afgesproken, zodat het effect van deze structurele maatregelen pas op termijn duidelijk wordt. Van cruciaal belang is vooral dat de effectieve pensioenleeftijd stijgt, en dus het aantal jaren dat er wordt bijgedragen. Blijft dit haperen, dan dringen extra maatregelen zich op.

Met een overheidsbeslag dat bijna 55 procent van het bbp bedraagt, een belastingdruk van ongeveer 45 procent, een staatsschuld van meer dan 100 procent, een werkgelegenheidsgraad van niet eens 62 procent, een effectieve pensioenleeftijd van amper 60 jaar, bij ongewijzigd beleid extra vergrijzingskosten van 6 procent van het bbp, en een concurrentiehandicap van 15 procent ten opzichte van de handelspartners, rest eender welke nieuwe regering niet zo veel keuzes. De verzamelde oppositie ontpopt zicht intussen tot de verdedigers van de Belgische realiteit zoals ze nu is. Ze noemen zichzelf sociaal en progressief, maar verdedigen de facto de verworven rechten en het nakende faillissement van onze welvaartsstaat. Ongewijzigd beleid kunnen we ons niet meer veroorloven.

Er wacht de nieuwe regering ongetwijfeld moeilijke maanden. Maar als ze de gevaarlijke start overleeft, en snel en kordaat maatregelen treft, kan de regering dankzij de legislatuur van vijf jaar zelf nog oogsten wat ze zaait, en mogelijk tien jaar in het zadel blijven, op voorwaarde dat de conjunctuur wat meezit rond de verkiezingstijd. De centrumrechtse regering kan in elk geval met een gevechtsklare dromedaris naar de oorlog.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content