N-VA en Open Vld beloven bedrijven het aantrekkelijkste economisch klimaat

© belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Voka heeft exclusief voor Trends de sociaaleconomische partijprogramma’s doorgelicht. De voorstellen van de N-VA en Open Vld neigen het meest naar een beleid dat ondernemen weer aantrekkelijker maakt en de welvaart veiligstelt. CD&V volgt op een kleine afstand.

De N-VA haalt 79,5 punten op 100, Open Vld bijna 75 procent, CD&V 67,9 procent, Groen. 47,7 procent en de sp.a 45,9. Zo ziet het rapport van de politieke partijen eruit dat Voka op basis van de verkiezingsprogramma’s heeft opgesteld. Experts van het Voka-kenniscentrum gaven de punten met het verkiezingsmemorandum ‘voor de volle 2% groei’ van de werkgeversorganisatie bij de hand.

Een groot gewicht gaven zij natuurlijk aan de voorgestelde maatregelen voor het herstel van de competitiviteit en de sanering van de overheidsfinanciën. Daarnaast zijn ook de timing van de maatregelen en het soort budgettaire ingrepen in rekening genomen: wanneer een begrotingsevenwicht bereikt moet worden en of de partijen kiezen voor uitgavenbeperkingen dan wel voor extra lasten? De rest van de punten kregen de partijen via een quotering op dertig prioritaire Voka-stellingen.

Lastenverlagingen

Prioriteit der prioriteiten voor de werkgevers zijn de lastenverlagingen. Ze klagen al jaren over een historische loonkostenhandicap van 16,5 procent. In zijn verkiezingsmemorandum stelt Voka voor die handicap te halveren via een verlaging van de werkgeversbijdrage met 8,9 miljard euro. De N-VA komt het dichtst in de buurt van die Voka-doelstelling. De partij voorziet in een lineaire lastenverlaging van op kruissnelheid 4,5 miljard, gecombineerd met een indexsprong. Die laatste drukt de lonen met ongeveer 2 procent, waarbij Voka berekent dat de helft daarvan (1,4 miljard) ten goede komt van de ondernemingen.

Dus in totaal stelt de N-VA een lastenverlaging van 5,9 miljard voor, of 66 procent van de door Voka gevraagde 8,9 miljard.
Open Vld stelt 5 miljard euro aan lastenverlagingen voor, maar voert geen indexsprong door. CD&V heeft het over 3,3 miljard lastenverlagingen. De sp.a (2,6 miljard) en Groen (2,5 miljard) scoren minder. “Belangrijk is op te merken dat de partijen die het best scoren, de N-VA en Open Vld, slechts met een derde van de handicap wegwerken”, stelt Voka-hoofdeconoom Stijn Decock vast. “Ook met hun voorstellen blijven we aan het einde van de legislatuur nog altijd zitten met een handicap die groter is dan 10 procent.”

Maar wanneer?

Wat de timing van de lastenverlaging betreft, scoort de N-VA hier het best (vijf op vijf). De onmiddellijke indexsprong en lastenverlaging geeft het concurrentievermogen een boost. Open Vld komt met het grootste deel van de lastenverlagingen pas aan het einde van de legislatuur. En CD&V blijft vrij vraag over het moment waarop het de 1,2 miljard extra loonlastenverlaging toekent boven op de al beloofde drie keer 450 miljoen euro. Bij Groen en de sp.a is de lastenverlaging beperkt tot enkele doelgroepen (lagere inkomens) en gekoppeld aan onzekere financieringsbronnen.

Besparingen

Naast de versterking van de concurrentiekracht wordt de verdere sanering van overheidsfinanciën dé uitdaging voor de volgende regering. Hoe moet dat gebeuren? De Vlaamse bedrijven zijn ervan overtuigd dat het overheidstekort en de lasten moeten worden verlaagd via besparingen. Voka hanteert in zijn memorandum een besparing van ongeveer 20 miljard euro in de volgende legislatuur. Op basis van de berekende partijprogramma’s komt Open Vld daar met 17,4 miljard het dichtst bij, gevolgd door de N-VA met 14,6 miljard. De andere drie partijen komen met besparingen tussen 9 en 10 miljard.

De uitgebreide economische analyse van de verkiezingsprogramma’s leest u deze week in Trends.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content