Nadat de Kamer de mobiliteitsvergoeding (cash for car) al had aangenomen, heeft de regering-Michel een akkoord bereikt over het mobiliteitsbudget. Een werknemer die zijn salariswagen wil inruilen, kan straks kiezen voor een cashvergoeding of een alternatieve vervoersvorm zoals een abonnement op het openbaar vervoer. Voor Miel Horsten, de voorzitter van Renta, de federatie van de autoverhuurders, is dat een stap in de goede richting. Hij roept de beleidsmakers op snel duidelijkheid te verschaffen over de regels.
Renta vond de cash-for-carregeling maar niets. Wat vindt u van het mobiliteitsbudget?
MIEL HORSTEN. “Cash for car is een gedrocht. Wij zijn altijd voorstander geweest van een echt mobiliteitsbudget. Uiteindelijk ben ik hier wel blij mee. Dit is niet de ideale oplossing, maar ik vind het een stap in de goede richting. We proberen een maatschappelijke verschuiving op gang te krijgen. We willen allemaal minder files, meer groene mobiliteit. Elke stap in de goede richting moeten we aanmoedigen.”
Welke impact zullen die maatregelen hebben op de leasingbedrijven?
HORSTEN. “Ik verwacht een positief effect. Onze sector is zich aan het voorbereiden op die multimodale mobiliteit. Onze leden adviseren de bedrijven al langer over nieuwe mobiliteitsoplossingen zoals de combinatie van een auto met een treinabonnement of de fiets. Het mobiliteitsbudget geeft onze klanten en de bestuurders meer keuze. Vanuit de sector van de bedrijfswagens kunnen we nu zeggen dat we onze bijdrage hebben geleverd.”
Zal het mobiliteitsbudget een effect hebben op de files in ons land?
HORSTEN. “Nee, dit zal de files niet oplossen. Daarvoor is veel meer nodig, het is een klein stukje van de puzzel. Je moet een kat een kat noemen. De infrastructuur in België – de fietsinfrastructuur bijvoorbeeld – is ondermaats. Het openbaar vervoer is niet goed geregeld en niet betrouwbaar. We mogen ons belang ook niet overschatten. De bedrijfswagens maken ongeveer 375.000 wagens uit op een totale vloot van 6,5 miljoen voertuigen. We moeten bekijken wat we met die andere wagens doen. Die staan ook in de file en ze zijn vervuilender. Een leasewagen is gemiddeld twee jaar oud, de gemiddelde leeftijd van een wagen in België is 8,5 jaar.”
Veel zal afhangen van hoe de werkgevers met de systemen omgaan. Wat verwacht u?
HORSTEN. “Veel werkgevers zijn bereid hun mobiliteit te herzien. Ze hebben wel heel veel vragen. Bij de discussies over cash for car was het aantal vragen van onze klanten bijzonder klein. Nu merk je dat er meer belangstelling is voor het mobiliteitsbudget. We moeten er alleen voor zorgen dat die onzekerheid zo snel mogelijk weggaat.”
De Bond Beter Leefmilieu wil dat de regering een rem zet op de groei van het aantal bedrijfswagens, bijvoorbeeld door te sleutelen aan de fiscaliteit. Wat vindt u?
HORSTEN. “Ik denk dat het juist omgekeerd is. Ik zou in eerste instantie gaan voor een schrootpremie en ervoor zorgen dat we de oudste wagens – Euro2, 3 en 4 – van de baan krijgen. Ik ben voorstander om van heel België een lage-emissiezone te maken en de oude rommel zo snel mogelijk van de weg te halen. Het moet ophouden steeds weer de bedrijfswagens aan te vallen. Bijna 85 procent van de bedrijfswagens voldoet aan de Euro6-norm.”
Wordt het toch niet heel complex voor de bedrijven?
HORSTEN. “Onze sector is er klaar voor. Er zijn ook negatieve effecten natuurlijk. Onze corebusiness is het financieren van voertuigen en het ontzorgen van de bestuurders. We blijven dat doen, maar als mensen kiezen voor kleinere wagens en de gemiddelde investeringswaarde naar beneden gaat, heeft dat wel een impact op de rentabiliteit. Dat weten we en we bereiden ons daarop voor. Ik maak me daar geen zorgen over. Ik ben wel bezorgd dat de autosector veel onduidelijkheid tegelijk krijgt. De regels voor het mobiliteitsbudget zijn nog niet duidelijk. De sector zit met stevige discussies over diesel. En er is de overgang naar de nieuwe Europese regels voor het testen van voertuigemissies.
“Ik hoop echt dat de politici hun verantwoordelijkheid nemen om al die onduidelijkheid weg te werken. Als die te lang duurt, krijg je uitstelgedrag. Dat gaat de autoconstructeurs, de dealers en ook de schatkist schaden. Daar moet je voorzichtig mee zijn.”
