Marc De Vos

‘Mannen worden stilaan het zwakke geslacht op de arbeidsmarkt’

Marc De Vos Columnist

De fixatie op de loonkloof tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt ontaardt in een radicaal egalitarisme, terwijl de achterstelling van de vrouw in migrantengemeenschappen genegeerd wordt. Dat zegt zegt Marc De Vos, directeur van de denktank Itinera.

Zullen we het even over vrouwen hebben? Tussen het einde van de jaren 1970 en vandaag zijn meer dan 160 miljoen westerse vrouwen actief geworden in de formele economie. In Vlaanderen is het aantal werkende vrouwen in die periode verdubbeld, met meer dan 600.000. De economisch zelfredzame vrouw heeft de huwelijksmarkt compleet door elkaar geschud, wat heeft geleid tot diepe veranderingen in de gezins- en de opvoedingstrends. Hele beroepsgroepen zijn vervrouwelijkt. De arbeidsorganisatie heeft zich geplooid naar de gezinsbehoeften: deeltijdse en flexibele arbeid swingen de pan uit.

En het einde is nog lang niet in zicht. In plaats van harde fysieke kracht zijn de zachte skills van creativiteit en emotionele intelligentie steeds belangrijker in de kenniseconomie. Meisjes studeren globaal ook beter en langer dan jongens. Aangezien scholing de grootste troef voor de arbeidsmarkt is, worden mannen stilaan het nieuwe zwakke geslacht.

Het is dus vrouwen boven in de economie. Alleen zou je het niet zo begrijpen als je de actualiteit volgt. Die rapporteert steevast over ondraaglijke loonkloven tussen de geslachten. Het blijft inderdaad een statistisch feit dat mannen gemiddeld meer verdienen dan vrouwen – bij ons zowat 20 procent meer op jaarbasis. Maar wat zit er achter dat gemiddelde?

Mannen worden stilaan het zwakke geslacht op de arbeidsmarkt

Vrouwen werken meer deeltijds en onderbreken hun loopbaan meer dan mannen. Verreken dat, en de loonkloof halveert. Daarenboven kiezen vrouwen vaak beroepen die minder betalen. Je vindt ze meer in de klas en in de zorg dan bij de ingenieurs of de programmeurs. Kortom: de belangrijkste verklaringen voor de genderloonkloof hebben niet te maken met de arbeidsmarkt of het bedrijf, maar met de biologie die vrouwen tot moeders maakt, met tradities die vrouwen meer in het gezin laten, en met keuzes die vrouwen zelf maken. Wie daarover wil klagen, klaagt niet over discriminatie.

Dat is echter buiten de strijders voor loongelijkheid gerekend. Als de secretaresse minder verdient dan de accountant, ruiken ze seksediscriminatie, omdat er meer vrouwen secretaresse zijn en meer mannen accountant. Verloningspatronen worden verdacht als discriminatiepatronen. Daarom moeten Belgische bedrijven erover rapporteren. IJsland is ongetwijfeld een trend begonnen door de verloning in bedrijven aan een verplichte neutraliteitsdoorlichting te onderwerpen.

Ik schud er het hoofd bij. Loonverschillen zijn de combinatie van sociaal overleg, marktwerking (vraag en aanbod), bedrijfsprestaties en individuele onderhandeling. Die complexe mozaïek van een systemische discriminatie verdenken, getuigt van een egalitaire reductio ad absurdum. De agenda voor gelijke kansen ontmaskert zichzelf als een agenda voor gelijke resultaten. Het logische eindpunt is ofwel de standaardisering van de beloning in de hele economie, ofwel de gedwongen verdeling van beloningsgroepen tussen de geslachten. Dat eerste heet communisme. Dat laatste hebben we ingezet, met vrouwenquota voor raden van bestuur.

Terwijl feministische loonstrijders zich onledig houden met zulke spitsvondigheden, woekert de groteske achterstelling van de vrouw in grote migrantengemeenschappen. Die vrouwen raken gewoon niet op de arbeidsmarkt. Word wakker!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content