Redactie Trends

‘Maak van België weer een magneet voor buitenlandse investeerders’

Beleidsmatig worden stappen gezet die onze concurrentiekracht verbeteren en onze aantrekkelijkheid voor buitenlandse investeerders verhogen, maar we mogen niet op onze lauweren rusten. Dat zegt VBO-topman Pieter Timmermans.

België heeft nog altijd een aantal belangrijke troeven om buitenlandse investeerders aan te trekken: zijn centrale ligging in een van de rijkste regio’s ter wereld, de aanwezigheid van de Europese instellingen en de NAVO, de gastvrije houding tegenover buitenlandse bedrijven en werknemers, de meertaligheid, de wereldhavens, de goed opgeleide beroepsbevolking en een hoge levenskwaliteit. Beleidsmatig worden stappen gezet die onze concurrentiekracht verbeteren en onze aantrekkelijkheid voor buitenlandse investeerders verhogen, maar we mogen niet op onze lauweren rusten. Er is meer nodig.

Zo heeft deze regering belangrijke stappen vooruitgezet om de lasten op arbeid te doen dalen. Door de combinatie van loonmatiging, een indexsprong en de taxshift zal onze loonkostenhandicap tegenover de drie buurlanden tussen 2013 en 2018 dalen van 13,5 tot 8,5 procent. De effecten op de private jobcreatie waren dan ook significant: meer dan 61.000 extra banen in 2016. Maar is dat voldoende?

Investeerders aarzelen

België is voor buitenlandse investeerders geen topbestemming. De terreuraanslagen in Parijs en Brussel hebben onze reputatie als veilig en rustig land een knauw gegeven, zeker in de ogen van Amerikaanse en Aziatische investeerders. Onze verkeersinfrastructuur is door het jarenlange gebrek aan investeringen ernstig achteropgeraakt. Samen met de onmogelijkheid om een interfederaal mobiliteitsplan uit te werken heeft dat ertoe geleid dat ons land de filekampioen van Europa is geworden. We staan iets meer dan een normale werkweek (44 uur!) stil op onze wegen. Die simpele vaststelling doet buitenlanders meer en meer aarzelen om hier nog te investeren.

Maak van België weer een magneet voor buitenlandse investeerders

We staan ook in de verste verte niet meer op de foto als het gaat om de belastingtarieven op de bedrijfswinsten. Terwijl ons faciaal tarief van 34 procent (12 procentpunt hoger dan het EU-gemiddelde) tot voor enkele jaren nog deels werd gecompenseerd door de notionele-interestaftrek en enkele andere fiscale niches, is dat nu niet meer het geval. Door de daling van het NIA-aftrekpercentage en het verdwijnen van de niches onder Europese en internationale druk is de effectieve aanslagvoet in de vennootschapsbelasting gestegen van iets meer dan 28 procent in 2013 tot bijna 33 procent in 2016. Ons effectieve tarief kruipt zo richting het nominale tarief, terwijl onze buurlanden eraan denken de vennootschapsbelasting te verlagen.

Geen wonder dat we niet in de bovenste lade liggen bij potentiële buitenlandse investeerders. Eén statistiek baart mij zorgen: een studie van IBM Global Plan Location Services wijst uit dat na een aantal jaren van herstellende buitenlandse investeringen in 2013-2015, het in 2016 de verkeerde kant is opgegaan met slechts 182 investeringsprojecten (gemiddeld 218 per jaar in 2014-2015) en slechts 5300 nieuwe banen (gemiddeld bijna 6900 in 2014-2015).

Nochtans is het vandaag meer dan ooit het moment om top of mind te zijn bij buitenlandse investeerders. De internationale en de Europese conjunctuur trekken aan, waardoor meer buitenlandse spelers investeringen in Europa overwegen. Door de digitalisering zijn heel wat beloftevolle buitenlandse bedrijven op zoek naar expansie in Europa, en natuurlijk is er de brexit, waardoor heel wat bedrijven die in Groot-Brittannië gevestigd zijn, dringend op zoek zijn naar een Europees bruggenhoofd om de Europese markt vlot te kunnen bedienen.

Belgisch potentieel

De beslissing van de verzekeringsmakelaar Lloyds om voor continentaal Europa te kiezen, toont aan dat het Belgische potentieel er zeker nog is. Daarenboven begint het negatieve imago als gevolg van de terreuraanslagen stilaan weg te ebben, zodat de slechte ontwikkelingen uit 2016 moeten kunnen worden gekeerd. Maar daarvoor moeten er wel perspectieven zijn op twee grote domeinen: mobiliteit en fiscaliteit.

Er is nauwelijks een beter moment denkbaar om te investeren in de toekomst van ons land

Voor de mobiliteit kan de recente doorbraak inzake de Oosterweelverbinding rond Antwerpen of de uitrol van investeringen in een tramverbinding in Luik worden toegejuicht. Het nationale investeringspact moet dan weer bijdragen tot de ontwarring van een aantal cruciale infrastructuurknopen, zoals de Brusselse ring en het Gewestelijk Expresnet. Een intelligent mobiliteitsbudget kan ervoor zorgen dat veel rationeler wordt omgesprongen met het gebruik van bedrijfswagens. Een slimme kilometerheffing blijft de logica zelve.

Wat de vennootschapsbelasting betreft, is de gefaseerde daling van het tarief richting 24 procent of lager cruciaal, mét het behoud van de notionele-interestaftrek voor onze ondernemingen. Hoe sneller die hervorming inhoud en vorm krijgt, hoe vriendelijker men in de internationale hoofdkwartieren naar België zal kijken. Anders belanden we in een gevaarlijke zone met een hoog faciaal tarief en een nichefiscaliteit die verdwijnt.

De tijd is aangebroken om te handelen. De eerste trein van hervormingen heeft vruchten afgeworpen. Er is, na alles wat er in 2016 is gebeurd, nauwelijks een beter moment denkbaar om een tweede trein te doen vertrekken en zo gericht te investeren in de toekomst van ons land.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content