Kris Peeters: ‘Ik wil niet de Hugo Chávez van Vlaanderen zijn’

© belga

“Ik krijg soms het verwijt ‘Peeters, gij zijt geen industrieel’. Dat klopt, maar ik heb ook niet de behoefte te dicteren wat met onze industrie moet gebeuren.” Volgens Vlaams minister-president Kris Peeters moet de overheid vooral de fundamenten onder de industrie versterken.

“Ik krijg soms het verwijt ‘Peeters, gij zijt geen industrieel’. Dat klopt, maar ik heb ook niet de behoefte te dicteren wat met onze industrie moet gebeuren.” Volgens Vlaams minister-president Kris Peeters moet de overheid vooral de fundamenten onder de industrie versterken.

De sluiting van Ford Genk heeft een schokgolf door economisch Vlaanderen gejaagd, maar Kris Peeters (CD&V) is niet murw geslagen. Hij grijpt het Ford-debacle aan om te wijzen op het beleid dat de Vlaamse regering nu al voert om het economisch weefsel te versterken. “Ze werkt op twee sporen: een relancebeleid en een transformatie van de industrie”, legt hij uit. “De relance is begonnen als een 400 metersprint maar door de crisis uitgedraaid op een steeplechase van 3000 meter. Maar de transformatie van de Vlaamse economie is te vergelijken met een marathon.”

Sommigen linken het drama van Ford Genk aan het gebrek aan concurrentiekracht van de bedrijven.

Kris Peeters: “De fundamenten onder onze industrie en economie moeten versterkt worden. Ik kan geen industrieel beleid bouwen op drijfzand. De pijlers van een sterke industrie zijn competitieve energie- en loonkosten, het beperken van de administratieve rompslomp en een klimaat van fiscale rechtszekerheid. Zonder die drie pijlers zal de fabriek van de toekomst wegzinken in het drijfzand. Over Ford Genk wordt een hele discussie gevoerd over het aandeel van de loonkosten in de assemblage van de wagen. Agoria spreekt van 70 procent. Anderen hebben het over 5 tot 6 procent loonkosten in de totale prijs. De Duitse autoassemblage zou 5 procent duurder zijn dan de onze, maar met de Belgische automatische indexering wordt het verschil straks naar verluidt volledig dichtgereden. Vandaar mijn oproep: los dit loonkostenprobleem op.”

Die fundamenten worden grotendeels op federaal niveau gegoten. Merkt u ook een groeiend ongeduld bij Vlaamse ondernemers over de inertie van die federale structuur?

Kris Peeters:“Wij zijn een van de rijkste regio’s van de wereld en willen dat behouden. Ondernemers krijgen hier wel degelijk mogelijkheden. Toen in de Antwerpse haven een staking van de loodsen uitbrak, hoorde ik bedrijfsleiders zeggen dat de regering het been stijf moest houden. Tot er meer dan zeventig schepen voor anker lagen en de verliezen zich opstapelden. Toen kreeg ik telefoons van bedrijfsleiders met de vraag: ‘alstublieft, los die staking op’. Ik heb begrip voor de bedrijfsleiders die een rendabele onderneming moet laten draaien. Wanneer het nodig is, verandert de regering het geweer van schouder. Het economisch klimaat is echter gebaat met een beleid dat dynamiseert en niet dynamiteert. Bij een blokkering zullen de bedrijfsleiders als eersten vragen de problemen op te lossen.”

Welke zijn de speerpunten van de Vlaamse economie?

Kris Peeters: “De clusterbenadering kent een revival. Dat werkt omdat je als overheid niet kan opleggen welke sectoren zullen bloeien. Je moet clusters eerst op natuurlijke wijze laten groeien, om er dan als overheid een impuls aan te geven. De Vlaamse overheid gaat dus niet bepalen waar die clusters moeten komen, we kijken gewoon waar ze al zijn. Dat wordt dan gestimuleerd.

“Ik krijg soms het verwijt ‘Peeters, gij zijt geen industrieel’. Dat klopt, maar ik heb ook niet de behoefte de Hugo Chávez (de socialistische president van Venezuela die de sleutelsectoren van de Venezolaanse economie nationaliseerde, nvdr) van Vlaanderen te worden, die oplegt wat er met onze industrie moet gebeuren.”

Alain Mouton en Daan Killemaes

Het volledige dossier leest U in Trends vanaf donderdag 1 november.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content