Geert Noels (Econopolis): ‘Je krijgt geen transitie zonder prijsimpulsen’

YANAIKA DENOYELLE, GEERT NOELS EN KRISTOF EGGERMONT "Circulariteit vereist dat je de dingen samenneemt. Met cherrypicking komen we er niet." © .
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Het boek De Klimaatschok van de econoom Geert Noels en zijn medewerkers Kristof Eggermont en Yanaika Denoyelle staat tjokvol cijfers. Elk van de twintig oplossingen om België klimaatneutraal te maken, is berekend. De hoopvolle conclusie is: België kan zijn klimaatdoelen halen met behoud van zijn welvaart.

Geert Noels, de CEO en hoofdeconoom van de vermogensbeheerder Econopolis, wilde een Belgische versie maken van het iconische boek Drawdown van Paul Hawken. De titel verwijst naar het hoogste punt van de broeikasgasuitstoot, te vergelijken met peak oil. Na dat punt begint de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer af te nemen. De Amerikaanse ondernemer en milieuactivist Paul Hawken vernoemde er in 2013 Project Drawdown naar. Met een batterij experts berekende hij honderd concrete oplossingen om de broeikasgasuitstoot wereldwijd tot nul terug te brengen. Hij schreef er in 2017 de bestseller Drawdown over.

We moeten allemaal samen dingen doen. We zitten in een precaire periode, maar het is niet te laat. Dat zagen we eerder ook met het gat in de ozonlaag

Geert Noels paste voor zijn nieuwe boek De Klimaatschok, dat hij schreef met zijn medewerkers Kristof Eggermont en Yanaika Denoyelle, de methode van Drawdown toe op België. Technieken die niet relevant zijn voor België – zoals de rijstteelt verbeteren – werden geschrapt, andere toegevoegd. Na overleg met een uitgebreid expertenpanel kwamen de auteurs tot 57 oplossingen. Daaruit koos het drietal de twintig technologieën met de grootste CO2-impact. Ze berekenden dat ons land daarmee tegen 2030 67,1 miljoen ton CO2-uitstoot kan besparen en tegen 2050 127,1 miljoen ton. Dan zou België klimaatneutraal zijn, want het moet daarvoor tegen 2050 115 miljoen ton minder CO2 uitstoten.

Wat deed het schrijven van dit boek met u?

YANAIKA DENOYELLE. “Ik heb een master over klimaatverandering gedaan. Door met de oplossingen bezig te zijn, ben ik nu veel positiever gestemd. In de klimaatcommunicatie moet je oplossingsgericht zijn om mensen mee te krijgen, anders bots je op psychologische defensiemechanismen. Het mag ook niet te abstract zijn, werken op de maat van België maakt het veel concreter en tastbaarder.”

GEERT NOELS. “Wij willen de doelstelling van decarbonisering halen zonder de welvaart op te offeren. De verandering zal niet samengaan met een vernietiging van banen of welvaart. De meerderheid van de bevolking wil niet dat ze erop achteruitgaat, dat het een dystopische klimaattransitie is. De mensen willen dat er een toekomst is voor hun kinderen.”

Welke technologie heeft u het meest verrast?

KRISTOF EGGERMONT. “De F-gassen (gassen met fluor die volledig van menselijke oorsprong zijn, nvdr). Je vindt ze vooral als koelmiddel in airconditioners, koelkasten en warmtepompen. Nu zijn ze in België goed voor 2,5 procent van onze broeikasgasuitstoot, maar binnen tien jaar kan dat veel hoger zijn als we niets doen.”

Het boek gaat over de kracht van technologie. Zullen een stijgende productie en consumptie een deel van het effect van technologie tenietdoen? Of ziet u andere remmende factoren, zoals de overheid?

EGGERMONT. “De overheid moet het kader creëren waarin de marktspelers het economische spel kunnen spelen. Dat kan met een CO2-taks, door het de-vervuiler-betaalt-principe overal door te trekken, te zorgen voor een regelgevend kader en voldoende energie, en een visie te ontwikkelen die technologieneutraal is. De ontwikkeling van de technologie zit dan bij de bedrijven. Zij moeten binnen dat kader zorgen dat er marktconforme groene technologieën ontstaan.

“Om te vermijden dat meer consumptie het effect van de technologie ondermijnt, moet de economische groei ontkoppeld worden van de CO2-uitstoot. Hoeveel economische groei je ook hebt, je moet zorgen dat er geen CO2-groei mee gepaard gaat. Meer energie opwekken zonder extra CO2 kan door waterstof, kernenergie, zonnepanelen of windmolens te gebruiken. De staalproductie kan perfect toenemen als je werkt met groene waterstof of CO2 afvangt. Die ontkoppeling zien we al in België sinds 2007” (het bbp stijgt sinds 2007, maar de consumptie-emissies dalen, nvdr).

NOELS. “Dit boek gaat over veel meer dan dat. Er zit natuurlijk een technologische laag in. Maar mensen die vinden dat dit niet de enige laag mag zijn, zullen verbaasd zijn hoeveel technologie kan oplossen. Techneuten zullen merken dat er een hele laag in zit over ecosystemen. Hoe je door te werken aan mitigatie (de uitstoot verminderen, nvdr), je niet alleen de steden leefbaarder maakt, maar ook iets doet aan de opwarming zelf. Het is niet één ding, maar een samenspel. Daarom zetten we op de cover 20 oplossingen voor overheid, bedrijven en burgers in België. We moeten allemaal samen dingen doen, dan komen we er wel. We zitten in een precaire periode, maar het is niet te laat. Dat zagen we eerder ook met het gat in de ozonlaag.”

Mensen die beweren dat degrowth de oplossing is, begrijpen niet hoe economische groei werkt

Aan het einde van het boek spreekt u zelfs over biodiversiteit en herwildering. Dat zullen veel lezers niet hebben verwacht.

NOELS. “Dat kan best. We hebben nu de eerste golf van aandacht gehad. Het is een heel geladen onderwerp. Mensen die van ons gewend zijn dat we heel sterk uit de economie vertrekken, reageren soms boos: ‘Jullie gaan toch niet beginnen over voeding, over wat ik mag eten?’ Aan de andere kant zijn mensen die in de silo van degrowth zitten boos, omdat we zeggen dat ontgroeien geen oplossing is. Mensen die beweren van wel, begrijpen niet hoe economische groei werkt. Wij hebben nooit gepleit voor ongelimiteerde groei, maar voor duurzame groei die niet gedreven is door meer schulden en ook niet door meer CO2-uitstoot. Economische groei is vooruitgang. Het is niet meer, het is beter. Wij doen een poging om de dingen in balans te brengen. De economie zal een krachtige motor zijn, maar de natuur is ook een krachtige motor.”

Geert Noels (Econopolis): 'Je krijgt geen transitie zonder prijsimpulsen'

In hoeverre is de transitie ook een zaak van gedragsverandering?

NOELS. “De prijs is een heel goede stimulans. Kijk naar wat vandaag gebeurt door de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne. Als de regering telkens probeert de prijsimpulsen weg te halen, krijg je nooit een aanpassing. In de vrij korte periode dat die prijsimpulsen er nu zijn, zie je dat er heel veel gebeurt in isolatie, zonnepanelen en energieverbruik. Een periode zoals nu hebben we alleen nog maar gezien in de jaren zeventig, met de olieschok. Prijsstijgingen geven een zekere pijn, maar zijn vooral een stimulans voor een mentale verandering. Je krijgt geen transitie zonder prijsimpulsen. De regering – die drie jaar geleden beweerde de groenste regering ooit te zijn – geeft vandaag mazoutcheques, terwijl die prijzen niet zullen pieken. Hoever draagt je visie als je een discours van verandering houdt, maar toch vooral je kiezers wilt paaien?”

We wilden dat de humaniorastudenten eindelijk eens een positieve boodschap krijgen over het klimaat, want zij zullen dit moeten uitvoeren

Hoe anders wordt circulair samenwerken voor bedrijven?

NOELS. “Circulariteit vergt een heel andere aanpak. Ondernemers die normaal op hun eentje werken, moeten gaan samenwerken en ontdekken dat hun bedrijfsstromen voor elkaar van waarde kunnen zijn. Dat zal ook de redding zijn van sommige activiteiten in België. Er zijn mogelijkheden om circulair te werken, omdat de bedrijven vlak bij elkaar liggen. Dat soort denken moeten we heel hard proberen in gang te zetten, voor die activiteiten hier wegtrekken. Als een of twee van die grote bedrijven vertrekken, wordt circulariteit veel moeilijker. Dat beseft men hier niet.”

Om bedrijven zo te laten samenwerken is systeemdenken nodig, staat in het boek. Kunt u een voorbeeld geven?

EGGERMONT. “Een staalfabriek stoot enorm veel CO2 uit. Daar kun je veel dingen mee doen. Je kunt CO2 gebruiken om biobrandstoffen te maken. De onlangs in Gent opgerichte ProteInn Club (project van onder meer UGent over fermentatie-gebaseerde eiwitten, nvdr) wil uitzoeken of het die CO2 kan gebruiken voor de productie van proteïne die je als veevoeder kan inzetten. De voedings- en de staalindustrie zouden zo gekoppeld worden.”

Welke kansen ziet u nog meer voor ondernemers?

EGGERMONT. “Ons boek staat vol kansen. Het gaat om een volledige omslag van onze economische activiteit. Als we spreken over voedselverspilling tegengaan, dan is een applicatie als Too Good To Go een goed voorbeeld. Je kan er gedrag mee sturen. Ik denk ook aan producenten van kweekvlees. En waterstof wordt een grote business die fossiel deels zal vervangen. Offshore windenergie heeft zich al eerder bewezen. We hebben gezien hoe België zich daarin de afgelopen twintig jaar als pionier heeft geprofileerd.”

Een van de sterkhouders van de Belgische economie is de chemische cluster in Antwerpen. Hoe kan die eruitzien in 2050?

EGGERMONT. “Voor een heel groot stuk geëlektrificeerd. Men denkt na om stoomkrakers elektrisch te maken, en dat kan. Plastics en polymeren kun je maken met waterstof. Je kunt CO2 afvangen, waarmee je weer polymeren maakt en op die manier duurzame plastics produceert. We zullen ook veel fabrieken zien die aan chemische recyclage doen. Dat veronderstelt wel een aantal randvoorwaarden, zoals voldoende elektriciteit. Als je alle stoomkrakers in Antwerpen volledig elektrisch maakt, heb je enkele gigawatt capaciteit nodig.”

DENOYELLE. “De chemische cluster heeft ook de kennis om synthetische brandstoffen duurzaam te produceren. Zulke E-fuels kunnen de luchtvaart vergroenen.”

Hoe groot is het gevaar van cherrypicking, dat er één technologie wordt uitgepikt?

NOELS. “Ik ben zeker dat heel veel partijen dat zullen doen. We noemen kernenergie in ons boek, de nucleaire lobby zal daar misschien haar gelijk zoeken. Dat volstaat niet. Circulariteit vereist dat je de dingen samenneemt. Met cherrypicking komen we er niet. Ik denk dat de mensen die het boek lezen vier à vijf wow-momenten zullen beleven. We wilden dat de humaniorastudenten eindelijk eens een positieve boodschap krijgen over het klimaat, want zij zullen dit moeten uitvoeren. Niet uw lezers waarschijnlijk (gelach), maar de kinderen van uw lezers.”

Bio

Geert Noels

– CEO en hoofdeconoom Econopolis

– Auteur van Econoshock en Gigantisme

Kristof Eggermont

– Handelsingenieur

– Senior consultant Econopolis

Yanaika Denoyelle

– Bio-ingenieur, gespecialiseerd in klimaatverandering

– Junior climate consultant Econopolis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content