Frans Vanistendael: ‘Taxshift is pas mogelijk over tien jaar’

© Thomas De Boever
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Een vermogenswinstbelasting zal pas voor de volgende regering voldoende opbrengen om de lasten op arbeid gevoelig te laten dalen, zegt professor Frans Vanistendael.

Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) presenteert volgende maand zijn plannen voor een eventuele taxshift, al dan niet via een vermogenswinstbelasting. Professor emeritus Frans Vanistendael (KU Leuven) waarschuwt dat de opbrengst van een eventuele belasting op de inkomsten uit vermogens pas op langere termijn rendement oplevert. Hij wijst erop dat de berekening van de meerwaarde niet mag gebeuren op basis van de waarde bij de aankoop, maar wel op de waarde vanaf de invoering van de nieuwe belasting. “Enkel het bedrag van de meerwaarde na de goedkeuring van de wet die de belasting invoert, kan worden belast. Een vroegere waardering zou neerkomen op een retroactieve belasting op vroeger gerealiseerde meerwaarde, en dat is in strijd met de grondwet. Dat betekent ook dat de onmiddellijke budgettaire weerslag van zo’n belasting veeleer beperkt zal zijn. Het duurt minstens een jaar of tien voor een vermogenswinstbelasting op kruissnelheid komt. Je kan de opbrengst van de vermogenswinstbelasting deze legislatuur dus niet gebruiken om de lasten op arbeid drastisch te verlagen.”

De meerwaardebelasting wordt dus geleidelijk gerealiseerd, volgens de academicus best bij de verkoop van vastgoed, effecten of financiële producten. De prijs van beursgenoteerde aandelen en effecten is bekend, dus is er geen probleem om de waarde bij de invoering van de belasting en de verkoop in kaart te brengen. Ook voor huizen en gronden is de waardering vrij eenvoudig. Vanistendael: “De federale overheidsdienst Financiën heeft door de registratie van de aan- en verkopen van woningen een goed zicht op de waarde per type woning en per regio. Voor elke transactie kan de administratie dus vrij eenvoudig berekenen wat de waardevermeerdering is sinds de invoering van de vermogenswinstbelasting.”

Het 73-jarige icoon in het wereldje van de fiscalisten pleitte al voor de invoering van een vermogenswinstbelasting toen hij in 1977 zijn doctoraat haalde. Maar Vanistendael beperkt de heffing enkel tot vastgoed en financiële producten. Ze mag volgens hem dus niet gelden voor de verkoop van een postzegelverzameling, kunst, oldtimers of juwelen. Enkele leden van de informele fiscale werkgroep die vorig jaar gewezen minister van Financiën Koen Geens (CD&V) adviseerde, dachten eraan de meerwaarde op die goederen ook te belasten. Vanistendael: “Ik was daartegen. Hoe uitgebreider de belasting, hoe ingewikkelder ze wordt. Deze soort van goederen kan onmogelijk op een eenvoudige manier en binnen een redelijke termijn worden gewaardeerd. Je kan geen leger ambtenaren bij de mensen laten aankloppen om de stand van hun vermogen op te maken. Net om die reden ben ik ook tegen een algemene vermogensbelasting. Ook die zou rekening moeten houden met het volledige vermogen van een individu. Hou het dus simpel. Beperk de belasting tot de meerwaarde op onroerend goed en op financiële beleggingen. Eventueel kan later, als het fiscale systeem op kruissnelheid draait, de vermogenswinstbelasting worden uitgebreid naar andere goederen.”

Het volledige interview met Frans Vanistendael leest u in Trends van deze week.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content