Feitelijke tekort in sociale zekerheid bedraagt 25 miljard euro

© belga

De sociale zekerheid slaat bij ongewijzigd beleid diepe putten in de staatskas.Het eigenlijke tekort bedraagt er 25 miljard euro, oplopend naar 34 miljard in 2014, maar wordt vakkundig onder het federale tapijt geveegd. Dat meldt het weekblad Trends.

Op het eerste gezicht is er niet zoveel aan de hand. De sociale zekerheid kent in 2010 een tekort van ongeveer 1 miljard euro, of amper 0,3 procent van het bbp (bruto binnenlands product). Maar in realiteit is de put veel dieper. De sociale zekerheid kan alleen maar dieprode cijfers vermijden omdat de federale regering haar almaar guller subsidieert.

Mocht de sociale zekerheid gefinancierd worden zoals ooit op plan werd gezet – namelijk als een verzekeringsmechanisme dat betaald wordt met sociale bijdrage van de werkgevers en werknemers – dan zou de sociale zekerheid dit jaar 25 miljard euro te kort komen. Politiek werd echter afgesproken om dit tekort te parkeren op het federale niveau, terwijl ze in realiteit gemaakt wordt bij de sociale zekerheid. Voor de staatskas is dat een vestzak-broekzak operatie, maar de bijbehorende beeldvorming is dat in de sociale zekerheid de situatie onder controle lijkt, en dat besparingen dus niet echt nodig zouden zijn.

De financiering van de sociale zekerheid uit de algemene middelen neemt vrij astronomische proporties aan. Dit jaar vloeit er ongeveer 24 miljard euro van de federale belastinginkomsten naar de sociale zekerheid. De sociale zekerheid puurt nog maar twee derde van haar budget uit sociale bijdragen, een derde komt al uit de algemene middelen zoals btw, accijnzen, roerende voorheffing en andere staatstoelagen. Het is al zover gekomen dat de federale overheid geen enkele euro overhoudt van de btw die ze int.

Sociale zekerheid ontspoort

Maar zelfs die mannastroom uit de federale hemel volstaat de volgende jaren niet om de sociale zekerheid uit de rode cijfers te houden. Volgens het monitoringcomité van de federale overheidsdienst Begroting zal de sociale zekerheid tegen 2014 met een tekort van 6,3 miljard euro kampen. De federale regering zal in de huidige constellatie financieel niet meer bij machte zijn om dergelijke tekorten bij te passen. Aan de basis van de oplopende tekorten liggen snel stijgende uitgaven. Lees: de vergrijzing bijt steeds harder, maar ook andere processen doen de rekening oplopen.

Zo is er de toenemende kostprijs van de ‘welvaartsenveloppe’, die uitkeringen en pensioenen laat meestijgen met de welvaart. Tegen 2014 bedraagt de kostprijs 1,1 miljard euro.

Er zijn de toenemende uitgaven voor dienstencheques, tot 1,7 miljard euro per jaar in 2014. De pensioenuitgaven stijgen bij de werknemers jaarlijks met 3,8 procent. Als in de ziekteverzekering de groeinorm (4,5 procent in reële termen) wordt gevolgd, dan stijgen de uitgaven van 27,8 miljard euro (in 2010) naar 35,2 miljard euro (in 2014), of van 6,8 procent van het bbp naar 7,7 procent van het bbp. Onhoudbaar is een term die hier vaak valt.

Om de begroting van de gezamenlijke overheid opnieuw in evenwicht te krijgen, is dus minstens een beheersing van de stijging van de uitgaven in de sociale zekerheid nodig. Vooral in de ziekteverzekering valt er heel wat laag hangend besparingsfruit te plukken. De groeinorm van 4,5 procent plus inflatie is genereus, en naast het monitoringcomité van de ziekteverzekering doet ook het monitoringcomité van Begroting een paar besparingsvoorstellen. Als de ziekteverzekering bijkomende financiering krijgt op basis van de effectieve stijging van de uitgaven in het verleden, en niet langer op basis van de groeinorm, dan levert dat tegen 2014 een besparing van 3 miljard euro per jaar op.

D.K.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content