Op 30 mei hoopt de Raad Concurrentievermogen een consensus te bereiken over een ingrijpende hervorming van het Europese octrooisysteem.
De Raad wil daarmee de Europese innovatiekracht en competitiviteit bevorderen. Het dossier sleept al meer dan tien jaar aan.
Eenvormige werking
Het voorgestelde ‘Europees octrooi met eenvormige werking’ zou vanzelf gelden in de 25 deelnemende lidstaten. Afzonderlijke validering in elke lidstaat zou niet langer hoeven. Het nieuwe octrooi zou wel gewoon naast de huidige Europese en nationale octrooien komen. Er zouden dus drie types octrooien bestaan.
Aanvragen voor de Europese octrooien met eenvormige werking zouden alleen in het Engels, Duits en Frans moeten worden vertaald. Dat levert een aanzienlijke besparing op.
Een derde deel van de hervorming is de oprichting van een gespecialiseerd Gemeenschappelijk Octrooigerecht, uitsluitend bevoegd voor octrooizaken. Het Octrooigerecht moet lokale rechtbanken van eerste aanleg omvatten en een multinationaal Hof van Beroep. In december liep de Raad vast op de vestigingsplaats van het Gemeenschappelijk Octrooigerecht.
Beroep
Of het dit keer beter loopt, is maar de vraag. Italië en Spanje doen niet mee. Zij vinden dat de Raad misbruik maakt van de procedure van de nauwere samenwerking, die een beperkt aantal lidstaten toelaat om samen door te gaan op een terrein waar geen consensus bestaat. Zij hebben beroep aangetekend bij het Europese Hof van Justitie, dat nog uitspraak moet doen.
Zij vinden steun bij juristen als Hanns Ullrich van het Max-Planck-Institut für Immaterialgüter- und Wettbewerbsrecht. Die stelt dat het voorgestelde taalregime in het voordeel is van multinationale ondernemingen en van lidstaten die nu al veel octrooi-aanvragen doen, iets wat ook de Poolse Kamer van Octrooiadvocaten vindt.
Stemming
Zelfs als de Raad het onderling eens wordt, moet hij nog het fiat zien te krijgen van het Europees Parlement. Daar is de stemming in eerste lezing in januari voor onbepaalde tijd uitgesteld.
Volgens Bruno van Pottelsberghe, gewezen hoofdeconoom van het Europees Octrooibureau en nu decaan van de Solvay Brussels School of Economics and Management, komen de voorstellen niet tegemoet aan de noden van innoverende kmo’s en hightechstarters. “Ze dienen vooral de belangen van de nationale octrooibureaus die zich verzetten tegen een echte Europese constructie”, meent hij. (BL)
