Europa probeert energiekloven te dichten

ZEEBRUGGE De Europese lng- havens zitten bijna aan hun maximumcapaciteit.

Knelpunten in de infrastructuur maken dat de Europese Unie zich moeilijk los kan maken van Russische olie en gas.

De sancties tegen Rusland en de lockdowns in China hebben de vrachtvolumes in Rotterdam, Europa’s drukste zeehaven, doen afnemen. Maar één trafiek boomt: die van vloeibaar aardgas (lng). Meer lng importeren is een prioriteit, nu de Europese Unie haar afhankelijkheid van Russisch gas probeert te verminderen. Maar de lng-terminal in Rotterdam is volgeboekt. Er wordt gewerkt aan een uitbreiding, maar dat zal niet snel gaan. “Van alle goederen die we importeren, brengt lng de meeste drempels met zich mee”, zegt havenbaas Allard Castelein. “Een lng-tank bouw je niet in een dag.”

1.500 kilometer verderop kampt Spanje met een ander probleem. Het land heeft meer dan genoeg lng-terminals, maar onvoldoende pijpleidingen om het gas te vervoeren. Een plan voor de aanleg van een verbinding naar Frankrijk, de Midcat-pijplijn, zit al jaren in het slop. “Spanje wil graag bijdragen aan de veiligheid van Europa. We zouden graag gas naar Roemenië sturen, maar hoe kunnen we dat, als we Perpignan niet eens halen?” stelt Gonzalo Escribano van het Koninklijk Instituut Elcano in Madrid. “We hebben minder gasverbindingen met Frankrijk dan met Algerije.”

Overal in Europa zijn soortgelijke knelpunten te vinden, die problemen geven, nu de Europese Unie worstelt met de vraag hoe het haar afhankelijkheid van Rusland kan verminderen. Dat land voorziet in 40 procent van de Europese gasbehoefte.

Plan van 195 miljard

Veel van die problemen bestaan doordat Russisch gas in de Europese Unie decennialang van oost naar west stroomde, terwijl particuliere energieleveranciers weinig stimulansen kregen om capaciteit op te bouwen. Nu luidt de vraag hoe Europa lng kan importeren uit landen als de Verenigde Staten, en hoe energie kan worden vervoerd van west naar oost, en naar landen in Centraal- en Oost-Europa die niet met schepen bevoorraad kunnen worden.

Woensdag presenteert de Europese Commissie een plan van 195 miljard euro, om die problemen op te lossen. De nadruk ligt op de behoefte aan meer hernieuwbare energie, een lager verbruik en betrouwbare alternatieve leveranciers. Met het plan poogt de Commissie ook de energie-infrastructuur in de Europese Unie samenhangender aan elkaar te knopen, knelpunten weg te werken en een einde te maken aan vertragingen van projecten zoals Midcat. “Als we die interconnecties hadden gemaakt toen ze (in 2014 en daarna, nvdr) met Frankrijk werden overeengekomen, zou Europa nu niet zo afhankelijk zijn (van Rusland, nvdr)”, zei de Portugese premier António Costa in maart tijdens een ontmoeting met zijn collega’s uit Italië, Spanje en Griekenland.

Door de tekortkomingen van de infrastructuur zijn sommige EU-lidstaten kwetsbaar voor de stopzetting van de Russische leveringen. Uit bezorgdheid houdt Hongarije, dat zijn olie volledig uit Rusland haalt en weinig alternatieven heeft, de Europese pogingen tegen om geleidelijk een embargo op Russische ruwe olie in te voeren.

De afhankelijkheid van gas is al even pijnlijk. De lng-invoerterminals in Rotterdam, Zeebrugge en Duinkerken zitten bijna aan hun capaciteit, en de gasstromen van Frankrijk naar Duitsland en de Benelux-landen zijn beperkt. “Als er geen Russisch gas is, kunnen de westerse landen geen extra gas leveren aan de Oost-Europese landen, omdat de capaciteit in die richting beperkt is”, stelt het European Network of Transmission System Operators for Gas in een recent rapport.

Analisten zeggen dat de meeste projecten om knelpunten te elimineren, jaren zullen vergen. Tot de snelste opties behoren drijvende installaties om lng weer te vergassen en het toevoegen van compressoren aan bestaande pijpleidingen, zodat het gas in een andere richting kan stromen. Op lange termijn zou een betere infrastructuur helpen om van Turkije een lng-hub te maken, die meer Azerisch gas en Grieks lng naar Zuidoost-Europa kan brengen. Hetzelfde geldt voor de aanleg van opslagfaciliteiten en interconnectoren met het Verenigd Koninkrijk.

In Spanje stelt Arturo Gonzalo, de CEO van het transmissiebedrijf Enagás, dat de nieuwe Midcat-pijplijn met een versnelde goedkeuring in dertig maanden klaar kan zijn, en niet meer dan 600 miljoen euro zou kosten. Ze kan bovendien waterstof én aardgas vervoeren. “We bereiden het technische werk al voor met onze Franse tegenhanger, zodat we zo snel mogelijk kunnen beginnen, als de regeringen een beslissing hebben genomen”, zegt hij.

Veel projecten die nu overwogen worden, zijn al jaren gepland, maar werden afgewezen wegens commercieel niet levensvatbaar als ze werden afgezet tegen de goedkope Russische gasleveringen, weet Jonathan Stern, onderzoeker aan het Oxford Institute for Energy Studies.

“De manier waarop regeringen over infrastructuur denken, is drastisch veranderd. De concurrentie en de vrije markt verliezen het pleit, als energiezekerheid hoog op de agenda staat”, aldus Massimo Di Odoardo, vicepresident van het wereldwijde gasonderzoek bij Wood Mackenzie.

Europa heeft de regels voor overheidssteun versoepeld, om regeringen projecten te helpen financieren die landen met elkaar verbinden. Het is bereid daar een deel van zijn begroting aan te spenderen.

Gebrek aan planning

Sommigen staan kritisch tegenover de overhaaste aanleg van infrastructuur. “In plaats van als gekken te beginnen bouwen, moeten we een analyse maken: welke infrastructuur hebben we? Wat kan verbeterd worden?” zegt Ana Maria Jaller-Makarewicz, analist bij het Institute for Energy Economics and Financial Analysis. “Er is een gebrek aan planning.”

Er is ook twijfel over de vraag of investeringen in infrastructuur voor olie en gas wel stroken met de doelstelling om de Europese Unie koolstofvrij te maken. De EU-plannen pleiten voor een korte gaspiek, gevolgd door een daling op lange termijn, om in 2050 een koolstofuitstoot van nul te bereiken. Simone Tagliapietra, senior fellow bij de denktank Bruegel, stelt dat particuliere investeerders niet willen investeren in activa die overbodig kunnen worden zodra ze zijn gebouwd. “Het is onmogelijk al het Russische gas te vervangen. Als de Russische leveringen volledig stoppen, zouden landen het gas voor bepaalde industrieën moeten rantsoeneren”, zegt hij.

De Rotterdamse havendirecteur Castelein wijst op plannen voor elektrolyseparken, om waterstof te produceren, en voor biobrandstoffabrieken, om de kolenwerven en de olieraffinaderijen te vervangen. “De helft van wat we doorvoeren, is gebaseerd op fossiele brandstoffen”, zei Castelein. “We staan voor een nooit geziene omslag.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content