De Europese Centrale Bank (ECB) mag wel degelijk staatsobligaties van eurolanden opkopen als die in een ernstige crisis zouden belanden. Dat heeft het Duitse constitutionele hof in Karlsruhe bepaald.
Het Bundesverfassungsgericht – dat is het Duits constitutioneel hof – schaart zich met de uitspraak dus achter het monetaire beleid dat de Europese Centrale Bank (ECB) voert. Daarmee verwerpt het Duitse hof de klacht van 37.000 Duitse burgers, academici en politici, en sluit zich bijgevolg aan bij een vergelijkbare uitspraak van het Europees Gerechtshof in Luxemburg in juni vorig jaar.
De zaak draaide om de vraag of de ECB met het zogenoemde OMT-programma (Outright Monetary Transactions) buiten de grenzen van haar mandaat zou treden. Volgens de burgers, academici en politici was dat wel het geval.
De Duitse rechter legt wel een aantal beperkingen op voor het aankopen van de obligaties. Zo moet het aantal aankopen vooraf begrensd worden, en moet er voldoende tijd zijn tussen de uitgifte van de obligatie en het opkopen ervan door de ECB.
De introductie van het opkoopprogramma van staatsobligaties van noodlijdende eurolanden in het najaar van 2012 leidde er destijds toe dat de financiële markten in de eurozone kalmeerden, en de geruchten over het uiteenvallen van de eurozone afnamen.
ECB-voorzitter Mario Draghi had in september 2012 namelijk laten optekenen dat hij ‘alles zou doen wat er nodig is’ om de euro te redden. Met dat ‘alles’ doelde hij op het onbeperkt opkopen van staatsobligaties van noodlijdende eurolanden.
Het OMT-programma werd overigens nooit in de praktijk gebracht. Draghi’s belofte volstond om de markten te kalmeren. (Belga/FD/BO)
