Didier Herbert: ‘Europa moet vaker met de pluimen gaan lopen’

“Tegen 2020 moet de productiesector weer 20 procent van het bbp uitmaken”, zegt Didier Herbert, Acting Director for Enterprise Competitiveness, Industry and Growth Policies in het directoraat-generaal voor ondernemingen en industrie van de Europese Commissie.

De Europese Commissie roept op tot een heropleving van de Europese industrie. Het gemiddelde aandeel van de productiesector in het bruto binnenlands product (bbp) is de jongste twee decennia gedaald van 20 naar 15 procent. Dat is de Commissie een doorn in het oog, net als de 3,5 miljoen jobs die Europa de voorbije vijf jaar in de productiesector verloor.

“Die cijfers deden bij de Europese Commissie een alarmbel rinkelen”, zegt Didier Herbert, Acting Director for Enterprise Competitiveness, Industry and Growth Policies in het directoraat-generaal voor Ondernemingen en Industrie van de Europese Commissie. “Onder impuls van vicevoorzitter Antonio Tajani hebben we onszelf een doel gesteld: tegen 2020 willen we dat de productiesector weer 20 procent van het bbp uitmaakt. In sommige landen, zoals Duitsland, Ierland en Tsjechië, maakt productie vandaag al meer dan 20 procent uit van het bbp. In België is dat 13 procent.”

De Europese Commissie heeft ambitieuze doelstellingen voor het Europese industriebeleid opgesteld. De Europese Raad keurde onlangs de krachtlijnen van dat beleid goed. “Een eerste prioriteit is de concurrentiekracht hoger op de politieke agenda plaatsen”, stelt Herbert. “Wanneer beleidsmakers een voorstel doen, zou altijd rekening moeten worden gehouden met de impact ervan op de concurrentiekracht.”

Een tweede prioriteit is de creatie van een bedrijfsvriendelijke omgeving. “We moeten niet enkel maatregelen nemen die het voor ondernemers gemakkelijker maken om te ondernemen, we moeten ook een voorspelbaar beleid voeren.”

Een ander doel in het Europese industriële beleid is ervoor zorgen dat producenten toegang krijgen tot de productiefactoren. “Dan hebben we het over kapitaal, grondstoffen, technologie en talent. Het aantal leningen dat werd geweigerd, steeg de voorbije jaren sterk.”

Tot 2020 voorziet Europa ook in 80 miljard euro voor onderzoeksprogramma’s. Bij de toekenning van subsidies voor onderzoek zullen twee parameters zwaarder wegen dan vroeger: het innovatiegehalte van het onderzoek en het kmo-aspect. “Kmo’s zullen gemakkelijker toegang krijgen tot de onderzoekprogramma’s van de Europese Unie. Daarnaast is het belangrijk rekening te houden met de commercialisering van innovatie. Willen we de Europese desindustrialisering tegengaan, dan moet Europa zelf vaker met de pluimen gaan lopen. Het is goed te investeren in onderzoek en ontwikkeling, maar als je niet de eerste bent om een commercieel product in de markt te zetten, laat je kansen liggen.”

Maaike Thoen

Het volledige artikel leest u in Trends van deze week

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content